Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Minister Pechtold bij opening Nationale Conventie

3 februari 2006

Dames en heren,

Laat ik beginnen met een aantal korte volzinnen uit Regeringsverklaringen en Troonredes. Ik citeer:
'In brede kringen van ons volk leeft, wat betreft het constitutionele bestel, een verlangen naar vernieuwing. (..) Het kabinet heeft voor dit algemene verlangen een open oog en begroet deze belangstelling als een verheugend teken.' Dit is premier De Jong in 1967. We gaan naar 1973: 'De noodzaak van verdergaande democratisering, zoals deze in de uitgangspunten van het kabinetsbeleid is uiteengezet, vormt een aansporing spoed te betrachten met de vernieuwing van het staatsrechtelijk bestel.' U hoorde Premier Den Uyl. Dan door naar 1986: 'De versterking van de positie van de burger in onze democratie, blijft ondanks het zeer vele wat al bereikt is toch op enkele terreinen aandacht vragen.' Premier Lubbers was dit. Uit 1994 citeer ik uit de Troonrede: 'De regering wil het bestuur dichter bij de burger brengen.' Premier Kok mag niet ontbreken. In 1998. 'De overheid moet betrokken zijn bij mensen: maar mensen moeten zich ook betrokken weten bij het bestuur. Een verdere democratisering van het bestuur draagt daaraan bij.' Tot slot Balkende II: 'Versterking van het representatieve karakter van de democratie, meer rechtstreekse invloed van de burger en bestuurlijke vernieuwing, moeten de afstand tussen kiezer en gekozene verkleinen.' Tot zover democratische vernieuwing door de jaren heen. Veertig jaar urgentiebepaling. Met als rode draad: het moet anders, het moet democratischer, toegankelijker, transparanter, met minder afstand tussen overheid en burger. Goede bedoelingen. Daar schort het niet aan. Maar tot echt wezenlijke veranderingen heeft het niet geleid. Het gewenste effect bleef uit. Het politieke systeem kunnen we niet uitsluitend van binnenuit veranderen. Daar is ook druk van buitenaf voor nodig. Scherpe, kritische geesten uit de wetenschap, de kunsten, het bedrijfsleven en de media. Het is aan hen, aan u dus, om de druk op de politieke macht in Nederland op te voeren. Het is met andere woorden tijd om niet alleen geschiedenis te schrijven, maar ook om geschiedenis te maken. Ik ben trots dat ik namens het kabinet vandaag de Nationale Conventie mag instellen. Uw opdracht is lastig maar interessant. Lastig omdat er een afwachtende houding is over de Conventie. Interessant omdat u aan de voet kunt staan van een vernieuwde democratie. Interessant omdat het makkelijker is te zeggen: er verandert toch nooit wat, dan tegen de klippen op toch iets tot stand te brengen. De wereld is veranderd. Het politieke bestel niet. Ondertussen worden de signalen dat het huidige bestel niet meer voldoet, steeds sterker. Ik noem de kiezersrevolte in 2002. Maar ook de massale verwerping van de Europese Grondwet. Terwijl een ruime meerderheid van de volksvertegenwoordiging voorstander was. Het is makkelijk om te praten over abstracte begrippen als de kloof. Altijd maar weer die kloof tussen burger en bestuur. Altijd maar weer het gebrek aan vertrouwen. Aan analyses en constateringen geen gebrek. Maar nu de opdracht: laten we daar iets tegenover stellen. Democratie vraagt om onderhoud. Die onderhoudsbeurt is te lang uitgebleven. De huidige spelers in de politiek zijn al jaren hopeloos verdeeld. Ik hoef alleen maar te verwijzen naar de discussie over de gekozen burgemeester. Verdeeldheid over de juiste oplossingen. De een ziet niets in veranderingen in de structuur - de spelregels. De ander ziet niets in een aanpak van de cultuur. Mijn stelling is steeds: het is niet of-of, het is en-en. Een cultuurverandering op commando is onmogelijk. Soms moet je hekken verplaatsen om de looprichting te veranderen. Ik heb veel vertrouwen in de Nationale Conventie. Een kern van 14 deskundige mannen en vrouwen. Om hen heen een brede en onconventioneel samengestelde groep van adviseurs. Goede en frisse ideeën zijn nodig. En mijn vertrouwen werd alleen maar groter toen ik uw voorzitter, de heer Hoekstra in Buitenhof afgelopen zondag al hoorde beloven dat hij met prikkelende stellingen zou komen. Ik noem nog even de vier punten uit uw opdracht. Eén. Voldoet ons politiek-bestuurlijke systeem van checks en balances? Direct daarmee samen hangt de vraag van constitutionele toetsing. De verhouding tussen rechterlijke en wetgevende macht. De rol van de Raad van State en de Eerste Kamer. Twee. De betekenis van de Grondwet. Het vraagstuk van constitutionele toetsing kan niet los worden gezien van de vraag naar de betekenis van de Grondwet in de samenleving. En zou de Grondwet een rol kunnen spelen bij de opvoeding tot burgers, niet alleen voor nieuwkomers maar voor alle inwoners? Drie. De internationale context. Iets specifieker: Europa. Heeft Europa betekenis voor ons politieke stelsel? Wat willen we van onszelf hoe dan ook overeind houden en hoe kunnen we zorgen dat dat ook gebeurt? En tot slot, het vierde punt uit uw opdracht. Onze representatieve democratie. Hoe kunnen we deze beter laten aansluiten op de eisen van deze tijd? Waarin burgers hun stem vaker per sms uitbrengen dan in de stembus of het partijcongres. Het is niet reëel om in september een recept voor de ideale democratie te verwachten - hoewel..... je weet natuurlijk nooit. Ik verwacht minstens dat de Conventie richting geeft aan de discussie over de stand van de democratie. En dat de Conventie de samenhang in deze onderwerpen naar voren brengt. In september moet iets in beweging zijn gezet waar Den Haag niet omheen kan. Blijf niet hangen in analyses. Die hebben we meer dan genoeg. Liever één werkbare oplossing, dan veertig constateringen. Wees praktisch. Verbaas ons. Een Nationale Conventie is een betrekkelijk nieuw fenomeen in Nederland. Frankrijk heeft hier wel ervaring mee. Zo riep de Franse Nationale conventie in de 18e eeuw de republiek uit, en begon ze met de onthoofding van de Koning. Alle minder gewelddadige alternatieven zijn van harte welkom. Uiteindelijk zal de politiek moeten beslissen over het vervolg van democratische vernieuwing. Maar het woord is nu aan u. U kunt iets in beweging zetten waar Den Haag niet omheen kan. Misschien horen we dan in een toekomstige Troonrede: 'De vernieuwing van ons staatsbestel werpt zijn vruchten af. De voorstellen van de Nationale Conventie van 2006 hebben een belangrijke aanzet gegeven tot een versterking van de democratie.' Hoera. Hoera. Hoera.