Provincie Limburg

Milieugedeputeerden bij Europese commissie De Limburgse en Brabantse milieugedeputeerden hebben gezamenlijk een

bezoek gebracht aan de Europese Commissie in Brussel. Ze spraken met vertegenwoordigers van de betrokken afdelingen over de voor Nederland belangrijke dossiers als luchtkwaliteit, hoogwaterbestrijding, de nieuwe bodemstrategie en milieu en gezondheid.

De invloed van regionale bestuurders op Europese dossiers vergroten en de afstand tot Brussel verkleinen. Met deze doelstelling trokken milieugedeputeerde Bert Kersten van Limburg en zijn collega Annemarie Moons van Noord-Brabant op 1 en 2 februari naar de Europese Commissie. Juist de milieugedeputeerden hebben behoefte aan goede contacten in Brussel. Ongeveer zeventig procent van de Nederlandse milieuwetgeving is uit Europa afkomstig. Datzelfde Europa is niet onomstreden. Het Franse en Nederlandse nee tegen de Europese grondwet zijn hiervan het bewijs. Als de Europese Unie echter weet in te spelen op reële problemen en behoeften, dan kan Brussel veel voor de provincies betekenen en krijgen Brusselse maatregelen draagvlak. Draagvlak krijg je echter alleen als je ook draagvlak biedt, aldus de filosofie van Kersten en Moons.

De door beide bestuurders gekozen dossiers zijn niet de gemakkelijkste voor de Nederlandse provincies. Zij pleiten voor nog meer nadruk op solidariteit en samenwerking tussen de lidstaten in de komende richtlijn hoogwaterbestrijding. Luchtkwaliteit is een zorgdossier, waarvan enerzijds de uitvoering van enkele Nederlandse projecten (reconstructie van wegen, aanleg van industrieterreinen) afhankelijk is en waarin anderzijds de gezondheidsaspecten van groot belang zijn. Van de komende bodemrichtlijn verwachten Kersten en Moons, dat deze in lijn is met het Nederlandse bodembeleid. Verontreiniging van bodem en lucht, zoals cadmium in de Kempen of de mindere luchtkwaliteit boven grote delen van Vlaanderen, Brabant, Limburg en Noordrijn-Westfalen hangen op hun beurt nauw samen met het milieu- en gezondheidsdossier.

Gedeputeerde Kersten vond de ontvangst bij de Commissie hartelijk en leerzaam. De Europese topambtenaren boden een luisterend oor voor onze opmerkingen en waren zeer open over hun werkwijze en motieven. Tevens konden ze verduidelijken hoe we nog beter kunnen netwerken om onze provinciale wensen en zorgen een plaats te geven in de Europese besluitvorming. Kersten en Moons willen daarom meer inzet van provinciale bestuurders en ambtenaren op Europese themas. Kersten was ook blij met de aanwezigheid van leden van de Permanente Vertegenwoordiging tijdens de gesprekken met de Commissie. Zij vertegenwoordigen toch de lidstaat Nederland bij de Europese Unie, aldus de milieugedeputeerde. Hun aanwezigheid geeft er blijk van dat het Rijk en de provincies elkaar in Brussel kunnen versterken.

6-2-2006 14:29