Ministerie van Financiën

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 2018

2511 CR DEN HAAG

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

13 februari FM 2006-00376 M 2006

Onderwerp

Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop (Wet op het financieel toezicht) (29 708)

Tijdens de hoorzitting die door de Tweede Kamer is gehouden over de Wet op het financieel toezicht op 24 november 2005 is door een aantal experts en marktpartijen twijfel geuit over de haalbaarheid van de beoogde inwerkingtredingsdatum van deze wet, 1 juli 2006. Tevens werd door meerdere marktpartijen aangegeven dat de consultatierondes voor de verschillende algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) zeer dicht op elkaar waren gepland, met als gevolg dat de sector te weinig tijd zou krijgen de ontwerp-AMvB's grondig te bestuderen.

Deze geluiden zijn voor mij aanleiding geweest de planning van deze consultatierondes en de beoogde inwerkingtredingsdatum van de Wet op het financieel toezicht te herzien. Gedurende de afgelopen weken is hierover op ambtelijk niveau overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de sector. Door diverse representatieve organisaties van marktpartijen - de Dutch Fund and Asset Management Association, de Nederlandse Vereniging van Banken, de Raad voor de Effectenbranche en het Verbond van Verzekeraars - werd aangegeven dat beoordeling van alle ontwerp-AMvB's in een periode van drie maanden haalbaar noch wenselijk zou zijn. Tevens spraken deze organisaties hun voorkeur uit voor inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht op 1 januari 2007.

Een belangrijk aspect van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht per 1 januari 2007 is dat deze datum samenvalt met de uiterste implementatiedatum van de richtlijn kapitaaleisen ("Bazel II"). Doordat deze richtlijn in de Wet op het financieel toezicht zal worden geïmplementeerd zullen de banken en de beleggingsondernemingen, bij inwerkingtreding van deze wet per 1 januari 2007, slechts eenmaal worden geconfronteerd met aanpassing van de wettelijke bepalingen op het terrein van solvabiliteit en rapportagevereisten. Daarnaast brengt inwerkingtreding van een wet als deze op de eerste dag van het jaar aanzienlijk minder overgangsmaatregelen met zich dan inwerkingtreding op een andere dag, hetgeen ook voor de sector overzichtelijker is.

Voorts biedt inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht per 1 januari 2007 gelegenheid om de consultatierondes voor de AMvB's over een langere periode te spreiden. Marktpartijen hebben echter wel aangegeven zo snel mogelijk bekend te willen zijn met de uiteindelijke teksten van de wet en de AMvB's. Met marktpartijen is dan ook afgesproken dat gestreefd zal worden de definitieve teksten uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding te publiceren. Gevolg hiervan is dat de ontwerpteksten van alle AMvB's voor de zomer van dit jaar aan de Raad van State zullen moeten worden voorgelegd. Dit betekent dat de consultatierondes voor de AMvB's eind april 2006 afgelopen moeten zijn. De representatieve organisaties van marktpartijen waarmee overleg is gevoerd hebben aangegeven deze (beperkte) extra spreiding van de consultatierondes acceptabel te vinden. Hoewel een grote hoeveelheid teksten in een periode van vijf maanden beoordeeld zullen moeten zijn, biedt deze spreiding hen wel voldoende gelegenheid de teksten kritisch te bekijken.

In het licht van het voorgaande heb ik besloten te streven naar inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht per 1 januari 2007. Deze beoogde inwerkingtredingsdatum vergt nog altijd een grote inzet van alle betrokkenen. In de loop van deze maand zal ik u de nota naar aanleiding van het vierde nader verslag doen toekomen. Medio maart zal de (vijfde) nota van wijziging worden ingediend waarin enkele aanpassingen in het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen zijn opgenomen. Zo snel mogelijk daarna zal ik u de nota naar aanleiding van het vijfde nader verslag doen toekomen.

De minister van Financiën,

G. Zalm