Richtlijn Vrij verkeer van diensten is monsterlijke constructie

Hout en bouwbond cnv

De Hout- en Bouwbond CNV is volgende week prominent aanwezig in Straatsburg. Voorzitter Arend van Wijngaarden en cao-onderhandelaar Bouwnijverheid Gijs Lokhorst zijn maandag 13 en dinsdag 14 februari in Frankrijk bij het Europees Parlement om parlementariƫrs duidelijk te maken dat de dienstenrichtlijn van eurocommissaris Frits Bolkestein niet goedgekeurd mag worden.

Je kunt er niet meer omheen: vakmensen uit allerlei Europese landen, die op de Nederlandse arbeidsmarkt aan de slag gaan om hier hun diensten aan te bieden. De Hout- en Bouwbond CNV is echter bezorgd over de nadelige gevolgen hiervan.
In de nadagen van zijn werk als eurocommissaris heeft Frits Bolkestein de zogeheten 'richtlijn vrij verkeer van diensten' gepresenteerd. De bedoeling van de richtlijn is eenvoudig: een dienstverlener uit een lidstaat moet makkelijk zijn diensten kunnen aanbieden in een andere lidstaat binnen de Europese Unie. In de praktijk bieden dienstverleners vaak hun diensten aan in meerdere lidstaten. Het zou voor die dienstverleners onmogelijk zijn om te voldoen aan allerlei voorschriften van de verschillende werklanden. Daarom is in de richtlijn gekozen voor het oorsprongslandbeginsel. Dit betekent dat een bedrijf mag werken in een andere lidstaat, als het voldoet aan de regels uit het eigen land. Hiermee moet onder andere voorkomen worden, dat de ontvangende landen onhaalbare eisen gaan stellen, om zo dienstverleners uit andere landen buiten de deur te houden. Voor Nederlandse bedrijven die hun diensten in het buitenland willen aanbieden, zou de dienstenrichtlijn een uitkomst kunnen zijn.

Concurrentie
Voorzitter Arend van Wijngaarden: 'Veel mensen maken zich echter zorgen over de invoering van de dienstenrichtlijn. Ze zijn bang dat er veel buitenlandse werknemers komen die de Nederlandse werknemers zullen verdringen. Deze zorg is begrijpelijk. Want ook de Hout- en Bouwbond CNV is bang dat de dienstenrichtlijn de bestaande regels zal ondermijnen.' Zo geldt in Nederland bijvoorbeeld de detacheringsrichtlijn. In die richtlijn wordt geregeld onder welke voorwaarden werknemers in een andere lidstaat mogen werken. Daarnaast is er de wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (WAGA). Deze wet regelt onder meer dat werknemers uit het buitenland ten minste minimumloon moeten ontvangen. Zodat oneerlijke concurrentie kan worden tegengegaan.

Schijnzelfstandigen
Van Wijngaarden hekelt de ingewikkelde constructie van controle in de dienstenrichtlijn. 'Wat de bond ook grote zorgen baart, is dat de dienstenrichtlijn de controlemogelijkheden van de lidstaten sterk beperkt. Alleen controlerende instanties uit het land van oorsprong mogen bedrijven controleren. Dus als er in Nederland bijvoorbeeld twijfels zijn of een bedrijf uit Portugal wel aan de regels voldoet, moet de Portugese toezichthouder gevraagd worden een controle uit te voeren. De Hout- en Bouwbond CNV twijfelt of dit gaat functioneren. De zorg is ook dat er allerlei oncontroleerbare, illegale constructies komen.'
Bovendien attendeert cao-onderhandelaar Gijs Lokhorst op de legale ondermijning van Nederlandse werknemers. Vooral de bouw lijdt hier al tijden onder. 'Zo is de omschrijving van 'werknemer ' en 'zelfstandige' in de dienstenrichtlijn onduidelijk. Veel buitenlandse arbeidskrachten zijn als zelfstandige in Nederland aan de slag. Ze zijn - ogenschijnlijk - geen werknemer en vallen dan niet onder de detacheringsrichtlijn, WAGA en eventueel de cao. Er lijken echter nogal wat zogenaamde schijnzelfstandigen actief te zijn. Bovendien bestaat de angst dat bedrijven gaan werken vanuit landen met weinig regels om te ontkomen aan de regels in andere landen.'

Demonstratie
Samenvattend stelt Van Wijngaarden: 'Kortom, de Hout- en Bouwbond CNV vindt dat de dienstenrichtlijn een aantal ongewenste bijwerkingen heeft. Om die te bestrijden moet illegaliteit kunnen worden aangepakt. De dienstenrichtlijn moet dit niet belemmeren. Er moet een duidelijke omschrijving zijn van wat een werknemer en een zelfstandige is. Het probleem van schijnzelfstandigen moet worden aangepakt. De regels met betrekking tot controle moeten goed zijn. Als dit niet goed geregeld wordt, kan de dienstenrichtlijn wel eens een monster van Bolkestein worden.'

EINDE PERSBERICHT