Verbond van Verzekeraars

Meer samenwerking in de zorg nodig

Zorgverzekeraars, -kantoren en -aanbieders moeten meer samenwerken om onnodige transactiekosten terug te dringen. Die samenwerking is nodig om nieuwe vormen van administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken. Dat staat in het rapport Een kwestie van vertrouwen, dat de adviescommissie Administratieve lasten van het ministerie van VWS onlangs heeft uitgebracht.

Het kabinet heeft zich voorgenomen de administratieve lasten in het bedrijfsleven tussen 2003 en 2007 met 25 procent te verminderen. Om dat te realiseren, heeft elk ministerie een adviescommissie ingesteld. De adviescommissie van VWS bracht eind vorige maand als eerste een rapport uit, waarin ze aangeeft dat de tijd rijp is voor een nieuwe fase en verbreding in de aanpak van bureaucratie in de zorg. Volgens de commissie leidt de vereenvoudiging van wet- en regelgeving weliswaar tot minder rompslomp en bureaucratie bij zorginstellingen en verzekeraars, maar is dat nog niet voldoende om de administratieve lasten daadwerkelijk de kop in te drukken. Zo moeten ook bestaande beleidsregels van zelfstandige bestuursorganen (zoals het College van Zorgverzekeringen) tegen het licht worden gehouden. Daarnaast wordt in het rapport gepleit voor meer initiatief en samenwerking tussen zorgverzekeraars, -kantoren en -aanbieders om onnodige transactiekosten terug te dringen, bijvoorbeeld bij de contractvorming en machtigingen voor zorgverlening.

Reactie Verbond
Voor verzekeraars is de administratieve lastendruk een belangrijk issue, zeker in de zorg. In die zin ondersteunen we ieder initiatief om de lasten naar beneden te brengen, zegt Carola ter Braak, beleidsmedewerker Zorg bij het Verbond. Wel is het volgens haar zaak om niet alleen te kijken naar de administratieve lasten (kosten die moeten worden gemaakt om te voldoen aan de wettelijke rapportageverplichting), maar ook naar de nalevingslasten. Onder nalevingslasten vallen in feite alle kosten die verzekeraars moeten maken om volgens een nieuwe wet te kunnen werken, zoals ICT- en opleidingsinvesteringen. De totale lasten beslaan dus veel meer dan alleen administratieve.
Daarnaast vindt Ter Braak dat niet te veel moet worden gefocust op de markt zelf. Natuurlijk is het goed als verzekeraars en aanbieders transactiekosten kunnen beperken, maar de grote klont zit toch bij de overheid zelf. Zo hebben we in de zorg te maken met vijf verschillende toezichthouders (DNB, AFM, Zorgautoriteit, College van Zorgverzekeringen en NMa), waaruit heel wat informatieverzoeken voortvloeien. Hoewel wettelijk is geregeld dat een toezichthouder geen informatie kan vragen, als hij die van een ander bestuursorgaan kan krijgen, is het wel de vraag hoe dat praktisch allemaal gaat uitwerken. Volgens haar is de opstelling van de nieuwe Zorgautoriteit wat dat betreft cruciaal: Met bovenmatig toezicht is immers elke innovatiepoging bij voorbaat mislukt.

Verzekerd!, februari 2006