Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
12 Vragen van de heer P.F.C. Jansen
(vragen binnengekomen op 2 februari 2006
en antwoorden van het college verzonden op 14 februari 2006))


De SP-fractie kreeg vandaag een persbericht van de provincie Utrecht onder ogen, waarin de afgifte van een verklaring van geen bezwaar door GS inzake de bouw van de parkeergarage Lucas Bolwerk wordt toegelicht. In dit persbericht troffen wij de volgende passage aan: "De komst van de parkeergarage resulteert in opheffing van een groot aantal straatparkeerplaatsen (circa 356) elders in de binnenstad."

De SP-fractie vindt dit opmerkelijk omdat volgens ons nooit een besluit is genomen over de opheffing van 356 straatparkeerplaatsen in combinatie met de aanleg van de garage. Er worden ca.25 parkeerplaatsen aan het Lucas Bolwerk opgeheven. Over de opheffing van andere parkeerplaatsen is ons niet bekend. Sterker nog: op 7 februari 2002 heeft de gemeenteraad een motie van GroenLinks, gesteund door SP, B&G en Christenunie, waarin gevraagd werd om 356 straatparkeerplaatsen te schrappen, verworpen. Ook bij het raadsdebat op 5 februari 2004 is het opheffen aan de orde geweest, toen heeft wethouder Van den Bergh gezegd: "In de parkeernota is het intrekken van de straatparkeerplaatsen uitdrukkelijk aan de orde geweest. Dit gebeurt niet totdat er vier garages zijn gerealiseerd aan de oostkant van de stad."
Het is duidelijk dat de milieueffecten van de aanleg van een parkeergarage in hoge mate beïnvloed worden door de eventuele opheffing van parkeerplaatsen elders.

Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vragen aan uw College:

1. Is er ooit een besluit genomen door de gemeenteraad over de opheffing van 356 parkeerplaatsen in combinatie met de aanleg van de garage? Zo ja, bij welke gelegenheid en welke plaatsen zullen dan precies worden opgeheven?

De 356 parkeerplaatsen liggen ten grondslag aan met name de berekeningen uit deel B van de Parkeernota. Bij de vaststelling van de Parkeernota 2003 is door de raad als volgt besloten:

"Niet over te gaan tot het opheffen van straatparkeerplaatsen tot het moment dat aan de oostzijde van de stad vier nieuwe parkeergarages ten behoeve van kort parkeren zijn gerealiseerd, met uitzondering van eventueel op te heffen parkeerplaatsen in de directe omgeving van de toekomstige parkeergarage onder het Lucas Bolwerk."


Na realisatie van vier garages aan de oostzijde van de binnenstad, worden er circa 315 parkeerplaatsen opgeheven. Bij de start van de bouw van de garage worden daarnaast 41 parkeerplaatsen opgeheven aan het Lucas Bolwerk zelf. Het opheffen van deze 41 plaatsen is noodzakelijk om de garage aan te kunnen leggen conform het ontwerp dat door de raad is vastgesteld.

2. Zo nee:
a. Op grond van welke informatie hebben GS dan geconcludeerd dat er 356 parkeerplaatsen op straat worden opgeheven?
b. Als deze informatie van uw College afkomstig was: wat waren uw overwegingen om de feiten anders voor te stellen dan ze zijn?
c. Bent u bereid om GS onverwijld te informeren over deze omissie, zodat de provincie opnieuw een afweging kan maken, maar nu op basis van de juiste informatie?

De tekst van het persbericht van 25 januari 2006 geeft de indruk dat de 356 parkeerplaatsen na realisatie van de Lucasbolwerkgarage zullen worden opgeheven. Dit is echter niet juist.

De Provincie koppelt in haar verklaring van geen bezwaar het opheffen van de 356 parkeerplaatsen expliciet - en in lijn met de besluitvorming door uw raad - aan de realisatie van de 4 parkeergarages en niet aan alleen de realisatie van de Lucasbolwerkgarage. Dit blijkt duidelijk uit de tekst van het provinciale besluit (zie bijlage). Hieruit blijkt tevens dat op het moment van oplevering van de garage besloten zal worden omtrent het exacte aantal en de locatie van op te heffen parkeerplaatsen, teneinde te voorkomen dat de luchtkwaliteit door de komst van de garage verslechtert.


---- --