Vereniging Nederlandse Gemeenten

vng: bedenkingen bij uitwerking huurplannen van minister dekker

In een brief aan de Tweede Kamer dringt de VNG er op aan om een aantal scherpe kanten van het nieuwe huurbeleid te verzachten. Wij pleiten ervoor om woningen - die nieuw door woningcorporaties worden gebouwd en bestemd zijn voor de verhuur - de eerste 10 jaar niet te liberaliseren zonder goedkeuring van de betreffende gemeente. Daarnaast constateren wij dat er van de Heffingswet een verkeerde prikkel uitgaat.

Met de minister en de Kamer menen wij dat keuzevrijheid voor mensen met een lager inkomen uitgangspunt moet zijn. Binnen de huidige plannen constateren wij echter dat gemeenten hun burgers onvoldoende kunnen garanderen dat deze ruimte er ook werkelijk is. De uitwerkingsvoorstellen over het toekomstig huurbeleid stemmen de VNG niet gerust. Inmiddels is van een groot aantal gemeenten bekend wat de gevolgen zullen zijn van de nieuwe huurgrenzen op basis van de WOZ-waarde 2003. Het blijkt dat in sommige gemeenten een verslechtering ten opzichte van eerdere berekeningen is opgetreden.

Heffingswet De VNG constateert dat er van de Heffingswet een verkeerde prikkel uitgaat. Deze wordt op dit moment geheven op basis van de WOZ-waarden, en niet op basis van het vermogen van de corporatie. De Heffingswet noodzaakt corporaties in sommige gebieden over te gaan tot liberalisatie, ongeacht of dit gewenst is of niet. De minister stelt dat corporaties vrijwillig kunnen afzien van liberalisatie. De Heffingswet maakt hen dit echter in sommige gevallen onmogelijk. De hoogste WOZ-waarden liggen vooral in de regiogemeenten en in de populaire buurten van steden. De verhuurders in de regiogemeenten en in steden waar krapte heerst op de woningmarkt zullen verhoudingsgewijs dan ook meer moeten meebetalen aan de huurtoeslag. Daarmee dreigen juist in dit soort gebieden de huren fors hoger te worden. De noodzakelijke vernieuwing van wijken, de investering in leefbaarheid en sociale nieuwbouw komt daar door de heffing onder druk te staan.

Evenwichtige spreiding Het huurbeleid werkt hiermee contrair aan de breed gedragen doelstelling om tot een betere spreiding tussen randgemeenten en stad te komen. Regionaal liggen er goede afspraken voor een evenwichtige spreiding van de doelgroep. Waarbij vooral de randgemeenten inspanningen moeten verrichten om de lagere inkomens te huisvesten. Het huurbeleid doorkruist deze afspraken echter volledig omdat corporaties in deze gemeenten vaak noodgedwongen tot liberalisatie moeten overgaan. Een bijdrage van de (rand)gemeenten aan de huisvesting van lagere inkomensgroepen is alleen reëel als gemeenten de mogelijkheid krijgen om bij nieuwbouwprojecten harde afspraken te maken met corporaties. Op dit moment ontbreekt het gemeenten aan die mogelijkheid.

Overleg Tweede kamer Op 22 februari debatteert de vaste Tweede kamercommissie over de uitwerking van het nieuwe huurbeleid van minister Dekker.

De VNG vraagt de VROM-commissie dringend de scherpe kanten van het huurbeleid te verzachten door in elk geval:
* Wettelijk of bij regeling vast te leggen dat woningen, die nieuw worden gebouwd door woningcorporaties en bestemd zijn voor verhuur, de eerste 10 jaar niet mogen worden geliberaliseerd zonder goedkeuring van de betreffende gemeente.
* Bij de minister aan te dringen op een wijze van heffen die geen inbreuk maakt op investeringsmogelijkheden van corporaties, waarvan grote inspanningen worden verwacht (bijvoorbeeld in het kader van de stedelijke vernieuwing).


* Brief aan parlement - Huurbeleid 57kB (6 februari 2006)
* Brief minister Dekker (22 december 2005) 0.96 Mb
* VNG-dossier 'Huurbeleid'