D66

Het handhaven van bestaande regels is veel effectiever tegen overlast en ordeverstoringen dan het steeds opnieuw bedenken van nieuwe maatregelen. Dat stelt D66-kamerlid Boris Dittrich in het spoeddebat naar aanleiding van de rellen in de Amsterdamse Diamantbuurt.

Volgens Dittrich zijn er voldoende wettelijke maatregelen om streng op te treden, maar worden niet altijd de juiste prioriteiten gesteld. Eergisteren had de politie in het Amsterdamse stadsdeel Oud Zuid een fuik opgezet voor fietsers, die vanwege een wegopbreking een stukje over de stoep fietsten in plaats van af te stappen. De ene na de andere fietser werd op de bon geslingerd. Even verderop hangen jongeren rond op straat in de Diamantbuurt, terwijl er onvoldoende toezicht is waardoor de vlam opnieuw in de pan kan slaan. De buurt smeekt om extra toezicht op straat. Er is iets mis met deze prioriteitstelling.

Volgens Dittrich is een streng en consequent optreden een onmisbaar sluitstuk van het beleid, maar is meer resultaat te verwachten van preventie. Er kan nog vanalles. Beter onderwijs, voorkomen van schooluitval, voldoende stageplaatsen en werk voor jongeren, makkelijke toegang tot sportverenigingen, het betrekken van ouders bij het leven van hun kinderen, het verbeteren van de leefbaarheid in achterstandsbuurten, huisbezoek bij zwakke gezinnen, opvoedingsondersteuning die je in sommige gevallen zelfs verplicht kunt stellen. Voorkomen is beter dan genezen.

Lees ook de volledige bijdrage van Boris Dittrich aan het debat. (zie onderaan)

15-2-2006 19:21

Debat : ernstige criminaliteit en overlast in grote steden Datum : 15 februari 2006 Boris Dittrich, D66
Met een zekere regelmaat verzieken groepen jongeren de sfeer in de grote steden. Dat is van alle tijden. Maar er zijn gedragingen die zo ernstig zijn dat er van een fors probleem sprake is. De groep Nederlandse jongeren van Marokkaanse komaf in Amsterdam, die dit soort ernstige problemen veroorzaakt, heeft een harde kern van een man of 200. Behalve dat ze banden lek prikken, ruiten ingooien, brand stichten, treiteren, mishandelen is het ronduit zorgwekkend dat hun misdragingen voortkomen uit onverdraagzaamheid. Ze hebben het vaak op homo's, op joden, op vrouwen gemunt. En ze hebben zich afgekeerd van onze samenleving. In de krant lees je dan een reactie van een buurtvader die zegt dat de ouders van een jongen niet ingrijpen, omdat ze een hekel aan Nederlanders hebben. Kortom, het gedrag zelf van deze kleine groep is fout en onacceptabel, en het wordt ook nog eens geïnspireerd door discriminatie en haat. De effecten ervan zijn dat hele bevolkingsgroepen tegenover elkaar komen te staan. En dat in de stad, waar de burgemeester als motto heeft : de boel bij elkaar houden. Het blijkt maar weer dat dat niet een makkelijke slogan, maar een moeilijke opgave is. "Eenheid in verscheidenheid" is nog lang niet bereikt. Het is logisch dat lokale en landelijke politici proberen de problemen op te lossen en rigoureuze maatregelen voorstellen. De voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart opperde een jeugdTBS voor de harde kern. De voorzitter van het Amsterdamse stadsdeel Oud Zuid had het over het onder toezichtstellen van babies uit de gezinnen met hangjongeren. De lijsttrekker van D66 in Amsterdam wil de wet aanpassen om een militaire dienstplicht op te leggen aan de harde kernjongeren die onverbeterlijk zijn. En wethouder Aboutaleb wil de mensen die zich niet aan Nederland willen aanpassen, terug laten gaan naar het land van herkomst. Er zijn nog veel meer suggesties gedaan.
Vz, er is al heel veel mogelijk. Wat D66 betreft staat preventie voorop. Dat betekent onder meer goed onderwijs, voorkomen van schooluitval, voldoende stageplaatsen en werk voor jongeren, makkelijke toegang tot sportverenigingen en andere positieve activiteiten, het betrekken van ouders en de sociale omgeving bij de manier van leven van hun kinderen, het verbeteren van het leefklimaat in achterstandsbuurten, ook door gevarieerde woningbouw, het daadwerkelijk op huisbezoek gaan bij zwakke gezinnen, het aanbieden van opvoedingsondersteuning- en wanneer deze geweigerd wordt- verplicht stellen, met positieve prikkels, maar ook in het uiterste geval met sancties etc.etc. Voorkomen is beter dan genezen.
Maar als sluitstuk kunnen we er niet om heen dat er ook streng en consequent opgetreden moet worden, als het fout is gegaan. Daar valt nog wel wat over te zeggen.
Eergisteren nog had de politie in stadsdeel Oud Zuid een fuik opgezet voor fietsers, die vanwege een wegopbreking een stukje over de stoep fietsten (van Baerlestraat). De ene na de andere fietser werd op de bon geslingerd.. Terwijl even verderop in hetzelfde stadsdeel jongeren in de Diamantbuurt op straat rondhangen, er onvoldoende toezicht is en de vlam opnieuw in de pan kan slaan. De buurt smeekt om extra toezicht op straat. Er is iets mis met deze prioriteitstelling. Mensen ergeren zich daar groen en geel aan. Minister Remkes kan het wel ontkennen, maar de prestatiecontracten met de politie hebben op straat soms een funeste uitwerking. Handhaving van de regels is goed. Maar laat de politie dan die regels handhaven die er toe doen en die de veiligheid van de burgers vergroten. In dat kader lijkt me een blow-verbod onzinnig. Het wekt de indruk van krachtdadig optreden, maar het blowen is niet het probleem, maar de gedragingen erom heen, zoals vernielingen, wildplassen, geluidsoverlast etc. Dat kan je aanpakken door stringent toezicht te houden. Een blowverbod zonder toezicht zet geen zoden aan de dijk en zal de bewoners die snakken naar vrijheid en rust, alleen maar teleurstellen. En hun geloof in de overheid alleen nog maar meer op de proef stellen. Gek genoeg zijn er regels in ons wetboek die een antwoord zouden kunnen geven op kwesties van ernstige verstoringen van de openbare orde en criminaliteit en die toch weinig worden toegepast. Ik noem de rechterlijke bevelen tot handhaving van de openbare orde, zoals vermeld in de artt. 540 e.v. Wetboek van Strafvordering. Bij ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit waardoor de openbare orde ernstig wordt aangetast, kan de rechter meteen een vrijheidsbenemende maatregel opleggen. En om herhaling te voorkomen kan de rechter ook bepaalde bevelen opleggen. (art. 543). Hieronder worden ook gedragsbevelen begrepen. De bevelen mogen de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging niet beperken, maar verder kan er veel. Er kan door de rechter-commissaris een meldplicht worden opgelegd, een straatverbod etc. Dit artikel moet wellicht wat worden gemoderniseerd, maar het kan een effectief wapen zijn in de aanpak van harde kernjongeren die ernstige overlast veroorzaken. Voordeel is dat de rechter-commissaris nauw samen moet werken met de politie. Dit kan op basis van een plan dat de burgemeester met de driehoek heeft gemaakt. Ik geef er de voorkeur aan dat een rechter-commissaris dit soort bevelen oplegt dan een burgemeester. Die kan er ook politiek belang bij hebben om op een bepaalde manier op te treden, terwijl een rechter een bepaalde situatie objectief kan bekijken. Op dit punt zal ik in tweede termijn een motie indienen, mochten de ministers dit voorstel afwijzen. Natuurlijk is de ene groep jongeren de andere niet. Sommige jongeren uit Curacao groeien hier voor galg en rad op en plegen verschrikkelijke misdrijven. Denk aan de groepsverkrachtingen. Consequent en streng optreden is hier het devies. Ook hier moet gekeken worden naar hoe misdrijven kunnen worden voorkomen. Dan kom je al gauw bij de opvoeding terecht, op Curacao. D66 juicht het initiatief van oud-premier Ijs toe om een sociale vormingsplicht op het eiland in te voeren. Wij vinden het logisch dat voor een adequate aanpak van het probleem rond deze groep jongeren de situatie op Curacao en hier in Nederland in samenhang wordt bekeken en dat het plegen van misdrijven in Nederland ook consequenties kan hebben voor het verblijfsrecht. Dat heeft niets met discriminatie van Curacaoenaren te maken, maar met adequaat optreden, in preventieve en repressieve zin, tegen diegenen die de wet overtreden. Conclusie : niet elk nieuw incident moet leiden tot het verzinnen van nieuwe maatregelen. Consequente handhaving van wat er al is, dan wel het wat moderniseren van bestaande regels verdient de voorkeur. Wat D66 betreft een sterke nadruk op preventie.

16-2-2006 14:58