Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Persbericht ministerraad
17 februari 2006

300 MILJOEN EURO VOOR SPOORDOORSNIJDINGEN

De ministerraad heeft op voorstel van minister Peijs van Verkeer en Waterstaat ingestemd met het beschikbaar stellen van 300 miljoen euro om knelpunten als gevolg van spoordoorsnijdingen in gemeenten op de lossen. Daarvoor is de 'Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen' opgesteld. Gemeenten hebben tot 1 juni 2006 de tijd om een aanvraag voor een eenmalige bijdrage voor hun plannen in te dienen.

Op heel veel plekken in Nederland doorsnijdt het spoor stedelijk gebied. Dat is over het algemeen geen probleem tenzij de spoorlijn allerlei ruimtelijke ontwikkelingen in steden tegenhoudt. Met de Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen worden gemeenten ondersteund om deze problemen aan te pakken. De bijdrage van het kabinet is bedoeld om gemeenten te helpen in de plannen die zij al hebben. Dit bedrag lost niet alle problemen op maar is wel voldoende substantieel om de regionale partijen, inclusief het bedrijfsleven, te prikkelen om met creatieve oplossingen te komen voor een probleem dat anders misschien blijft liggen. De bijdrage moet daarmee worden gezien als een soort aanjaagpremie.

Enkel gemeenten die om of aan het spoor gelokaliseerd zijn en hier hinder van ondervinden komen in aanmerking voor een bijdrage. Het project moet gericht zijn op het opheffen of verminderen van een bestaande barrièrewerking door het spoor. De projecten moeten voldoen aan een aantal criteria om opgenomen te worden in de rangorde en in aanmerking te komen voor een bijdrage. Het gaat hierbij om de volgende criteria: stedelijke bereikbaarheid, kwaliteit leefomgeving, veiligheid en de effectiviteit van de plannen. Een plan dat voor een bijdrage in aanmerking kan komen, moet in ieder geval scoren op het criterium 'stedelijke bereikbaarheid' en daarnaast minimaal op een van de andere criteria.

Gemeenten die voor een bijdrage in aanmerking willen komen krijgen tot 1 juni 2006 de tijd een formele aanvraag voor een eenmalige uitkering in te dienen. De ingediende projecten worden getoetst aan gestelde criteria en voorwaarden. Na de zomer wordt door het ministerie van Verkeer en Waterstaat een rangorde in de aangedragen projecten aangebracht op basis van een score op de criteria. Vervolgens wordt een besluit genomen over welke projecten in aanmerking komen voor een bijdrage en de hoogte ervan. De minister wil eind 2006 besluiten welke gemeente welke bijdrage krijgt.

Daarnaast wordt een aantal voorwaarden gesteld aan een eventuele financiële bijdrage. Zo wordt maximaal 25 procent van de totale kosten gedekt, met een maximumbedrag van 40 miljoen euro. Daarnaast moet een gemeente beschikken over een financieel dekkend plan, waarbij de ontbrekende middelen moeten komen van andere overheden en/of private financiers.

RVD, 17.02.2006