Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer                                         Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal                                                           Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a                                                                  Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA  's-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
2050608230 DCE/2006/15129

Onderwerp Datum
Antwoorden Kamervragen van der Vlies 17 februari 2006

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de Kamervragen van het lid Van der Vlies over de campagne "Stem op een vrouw".

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2050608230

Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de campagne `Stem op een vrouw'. (Ingezonden 16 februari 2006)

Vraag 1:
Gaat de regering vanaf 20 februari een campagne `Stem op een vrouw' starten met als doel meer vrouwen in de gemeenteraad te krijgen?1

Antwoord:
Ja.

Vraag 2:
Kent de regering de mening van veel vrouwelijke kandidaten dat zij niet gekozen willen worden vanwege hun geslacht, maar vanwege hun kwaliteiten?

Antwoord:
Ja. De campagne gaat dan ook uit van de kracht en kwaliteiten die vrouwen met zich meebrengen en de toegevoegde waarde die hun deelname aan besluitvorming levert. Ik vind dat deze talenten van vrouwen niet onbenut mogen blijven. Dit resulteert in besluitvorming waarbij meerdere perspectieven zijn geïntegreerd. Een meer diverse samenstelling van politieke organen opent ook nieuwe netwerken.
In het algemeen streeft het kabinet naar evenredige vertegenwoordiging van vrouwen omdat dat de representativiteit van politieke organen verhoogt en het draagvlak voor politieke besluitvorming vergroot.

Vraag 3:
Ziet de regering werkelijk een taak voor zich weggelegd om invloed uit te oefenen op de vrije stemkeuze van burgers?

Antwoord:
Nee. Met de campagne wordt beoogd aandacht te vragen voor het fenomeen dat het aantal vrouwen in de gemeentelijke politiek blijft steken en wordt geprobeerd de kiezer aan het denken te zetten: waarom niet eens op een vrouw stemmen? De campagne attendeert burgers op de mogelijkheid van het uitbrengen van een voorkeurstem op een vrouw.

Vraag 4:
Waarom komt de regering pas in actie nu de kandidatenlijsten al zijn vastgesteld? Zou het vanuit de redenering van de regering niet logischer zijn om haar invloed aan te wenden tijdens de kandidaatstelling?

Antwoord:
De vaststelling van de kandidatenlijsten is een verantwoordelijkheid van de politieke partijen. In het periodiek overleg met de partijvoorzitters spreekt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de deelname van vrouwen in politiek en openbaar bestuur en ­ in brede zin ­ over het streven naar evenredige vertegenwoordiging. Daarnaast heeft het door mij en mijn collega van BZK ingestelde Ambassadeursnetwerk Besturen ­ dat als doelstelling had om meer vrouwen in bestuurlijke organen te krijgen ­ in augustus 2005 een brief gestuurd aan alle voorzitters van politieke partijen. Hierin is gevraagd om er bij lokale afdelingen op aan te dringen om bij de samenstelling van de kieslijsten te streven naar een goede balans tussen vrouwelijk en mannelijke kandidaten op verkiesbare plaatsen.


1 Persbericht SZW, 15 februari 2006

3

Vraag 5:
Waarom focust de regering zich alleen op vrouwen en niet op bijvoorbeeld gehandicapten of allochtonen?

Antwoord:
De focus op vrouwen in deze campagne spoort met de Nota Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006-2010 'Emancipatie: Vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf' (kamerstuk 2005 ­ 2006, 30420, nr. 2). Het realiseren van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in besluitvormende posities is hier opgenomen als kabinetsdoelstelling (het vergroten van het aandeel van vrouwen in politieke posities tot minimaal 45% in 2010). Het aantal vrouwen in gemeenteraden stagneert momenteel en ligt op slechts 23% (2003). De campagne Stem op een vrouw wordt dan ook in dit kader ingezet om de kabinetsdoelstelling te realiseren.

Vraag 6:
Hoe verhoudt deze campagne zich met het standpunt van de regering dat de emancipatie van de vrouw is voltooid?

Antwoord:
Het kabinet staat niet op het standpunt dat emancipatie van de vrouw is voltooid. Het standpunt van het kabinet, zoals verwoord in de Nota Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006-2010 'Emancipatie: Vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf' (kamerstuk 2005 ­ 2006, 30420, nr. 2), is dat er nog volop werk te doen is op verschillende terreinen van het kabinetsbeleid, waaronder besluitvorming. Een onderdeel daarvan is om meer vrouwen op besluitvormende posities te krijgen. De campagne 'Stem op een vrouw!' beoogt hieraan bij te dragen.

Vraag 7:
Hoeveel overheidsgeld is met deze campagne gemoeid?

Antwoord:
Het betreft een bedrag van 50.000 euro.

Vraag 8:
Is de regering bereid deze campagne te heroverwegen?

Antwoord:
Nee.

Vraag 9:
Is de regering bereid deze vragen te beantwoorden vóór 20 februari 2006, zijnde de beoogde startdatum van de campagne?

Antwoord:
Ja.