Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie

Regering hakt knoop door in dossier vrij verkeer van werknemers: openstelling van de grenzen uitgesteld

De regering heeft vandaag een beslissing genomen over het vrij verkeer van werknemers in de Europese Unie. De openstelling van de grenzen is uitgesteld. De reden is dat de noodzakelijke voorwaarden nog niet zijn vervuld: er moeten eerst bijkomende maatregelen worden genomen en uitgevoerd. De regering wil wantoestanden met buitenlandse arbeidskrachten kordaat aanpakken. Voor een aantal moeilijk in te vullen vacatures wil de regering het aanwerven van werknemers uit de nieuwe lidstaten vergemakkelijken.

Voor 1 mei 2006 moet België aan de Europese Commissie laten weten of de huidige overgangsbepalingen voor de werknemers van de nieuwe lidstaten al dan niet blijven gelden en, indien ze zouden worden opgeheven, of die opheffing dan wel gedeeltelijk is. Bij haar beslissing om de bestaande overgangsmaatregelen nog tijdelijk te verlengen, heeft de regering rekening gehouden met het oneigenlijke gebruik van het vrij verkeer van diensten.

Het principe van het vrij verkeer van diensten staat niet ter discussie maar in de praktijk doen zich ongeoorloofde praktijken voor. Belgische werknemers worden afgedankt en vervangen door Poolse werknemers die via malafide "uitzendkantoren" in België aan zeer lage lonen worden tewerkgesteld. Deze wantoestanden wil de regering nu hard aanpakken vooraleer ze overgaat tot een volledige openstelling van haar grenzen.

Uit het rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, dat vandaag wordt voorgesteld, leidt de regering af dat het volledig vrij verkeer van werknemers pas een feit kan zijn wanneer er bijkomende maatregelen zijn genomen om uitbuiting van buitenlandse arbeidskrachten te bestrijden. Een kordate aanpak is ingegeven door de noodzaak dat dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden gelden voor alle werknemers, Belgische en buitenlandse, die in ons landen werken. Bovendien is zo'n aanpak cruciaal om een eerlijke concurrentie tussen werkgevers te waarborgen.

De regering is al volop bezig met het uitwerken van een registratiesysteem voor alle buitenlandse arbeidskrachten. Door een voorafgaande registratie van alle grensoverschrijdende tewerkstelling zullen de inspectiediensten een beter zicht krijgen op alle arbeidsmigratiestromen: wie werkt waar, tegen welke loon- en arbeidsvoorwaarden. Daarnaast wil de regering de hoofdaannemers of opdrachtgevers hoofdelijk aansprakelijk maken voor de naleving van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de buitenlandse werknemers. Zo'n maatregel biedt niet alleen werknemers meer garanties maar wil ook praktijken van schimmige bureaus die personeel aan dumpingprijzen aanbieden, ontmoedigen. Tenslotte moeten werknemers en werknemersorganisaties naar de Belgische rechtbanken kunnen stappen als ze denken dat er misbruiken plaatsvinden.

Maar naast een kordate aanpak van illegale buitenlandse arbeid wil de regering ook tegemoet komen aan een ander acuut probleem. De Belgische arbeidsmarkt heeft te kampen met een aantal vacatures die maar moeilijk worden ingevuld. Er zijn al heel wat maatregelen genomen, o.a. in het kader van het generatiepact, om opleiding en vorming te voorzien gericht op dit probleem. Indien dit niet afdoende zou zijn, kunnen voor een aantal vast te stellen uitzonderingen werknemers uit de nieuwe lidstaten aangeworven worden.
Vandaar de beslissing van de regering om voor die vacatures het aanwerven van werknemers uit de nieuwe lidstaten mogelijk te maken. Voortaan zal er dus voor bepaalde beroepen voor de onderdanen uit de 8 nieuwe lidstaten een arbeidskaart B worden toegediend zonder dat er een arbeidsmarktonderzoek nodig is. Deze buitenlandse arbeidskrachten moeten echter wél aan dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden werken als Belgische werknemers. De regio's en de instanties van arbeidsbemiddeling zullen nagaan welke de betrokken vacatures zijn. Dit zal gebeuren in overleg en ten laatste tegen 1 juni dient een eerste overzicht te worden opgemaakt.