Unicef

Dit persbericht ontvangt u namens Unicef Nederland, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Jantje Beton, Defence for Children International Nederland en het Verwey-Jonker Instituut.

Kinderen in Tel: nieuwe rangorde over gemeentelijk jeugdbeleid

JONGEREN ROTTERDAM HET SLECHTST AF

Den Haag, 25 februari 2006 - Of je als jongere opgroeit in Rozendaal of Rotterdam, is van grote invloed op je gezondheid, risico om in armoede te leven, werkloos te worden of in de jeugdcriminaliteit te belanden. Er zijn grote verschillen in de omstandigheden waaronder kinderen en jongeren opgroeien in de 458 Nederlandse gemeenten. Dat blijkt uit het onderzoek 'Kinderen in Tel 2006' dat vandaag gepresenteerd wordt. De gemeente Rotterdam staat op nummer 1 in de rankinglijst; dat betekent dat er 457 gemeenten zijn die een effectiever jeugdbeleid hebben. Bij de 50 minst scorende gemeenten valt op dat er, naast de grote steden, relatief veel gemeenten in Friesland en Groningen matig scoren. Rozendaal (provincie Gelderland) is de gemeente waar je als jongere de beste kansen hebt.

Deze uitkomsten staan in het onderzoek 'Kinderen in Tel 2006'; een nieuwe bundeling van gegevens die op gemeentelijk niveau een vergelijking mogelijk maakt van een tiental onderwerpen rond het welzijn van kinderen en jongeren. Het onderzoek is daarmee een instrument voor de gemeenteraadsleden die op 7 maart worden gekozen: zij kunnen hiermee, samen met het College van B&W, in elke gemeente bouwen aan een effectief jeugdbeleid dat is gebaseerd op het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het is weliswaar de regering die dit VN-Verdrag heeft geratificeerd; gemeenten hebben ook een eigen verantwoordelijkheid om de kinderrechten te realiseren.. Het onderzoek 'Kinderen in Tel 2006' is uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut, in opdracht van een groot aantal organisaties die optreden als pleitbezorgers voor kinderen. De initiatiefnemers willen bijdragen aan een goed jeugdbeleid en helpen bij het voeren van een discussie over de implementatie van kinderrechten in Nederlandse gemeenten.

Grote geografische ongelijkheid
Het opstellen van de rangorde is gedaan door te meten hoe de gemeenten scoren op twaalf indicatoren. Deze variëren van zuigelingensterfte tot onderwijsachterstand, van kindermishandeling tot beschikbare speelruimte, van jeugdcriminaliteit tot schoolverzuim. De verschillen tussen regio's blijken op diverse terreinen groot. Zo woont in grote steden als Rotterdam en Amsterdam meer dan 60% van de kinderen in een achterstandsbuurt, terwijl het landelijk percentage 15,94 bedraagt. Kinderen die in armoede opgroeien, wonen overigens niet alleen in de grote steden. Ook in de provincies Groningen en Friesland ligt hun percentage boven het landelijk gemiddelde. Grote geografische ongelijkheid doet zich ook voor bij de jeugdwerkloosheid: de drie Noordelijke provincies scoren het slechtst; de provincies Noord-Holland, Utrecht en Gelderland het best. Verder zijn er grote verschillen in de hoeveelheid 'georganiseerde speelruimte', zoals speeltuinen, sportvelden en parken waarover kinderen van 0 tot en met 17 jaar kunnen beschikken. In de ene plaats moeten 326 kinderen, en in de andere plaats 8 kinderen dezelfde hoeveelheid speelruimte delen.

'Kinderen in Tel' pleit voor een aparte wethouder Jeugdbeleid. Onder zijn coördinatie zou binnen zes maanden in iedere gemeente een plan voor actief jeugdbeleid moeten worden opgesteld. 'Kinderen in Tel' wijst op een belangrijk instrument van de gemeenten op het terrein van het jeugdbeleid: de leerplichtwet. Schoolverzuim is een indicatie van problemen. Gemeenten moeten daarom vroegtijdig ingrijpen en, nog beter, voorkomen dat kinderen gaan spijbelen.

'Kinderen in Tel' bestaat uit een databoek met alle cijfers van alle gemeenten, een draaischijf met daarop de scores van de 50 minst scorende gemeenten en een brochure. Deze brochure, met actiepunten voor een beter lokaal jeugdbeleid, wordt na de gemeenteraadsverkiezingen als handreiking verzonden aan de nieuw gekozen gemeenteraadsleden. 'Kinderen in Tel' is de Nederlandse versie van 'Kids Count', een al langere tijd lopend project in de Verenigde Staten waarbij gelijksoortige vergelijkingen van de Amerikaanse staten worden gepresenteerd. Het is de bedoeling om periodiek de rangorde van de 458 gemeenten opnieuw uit te brengen. Dan wordt zichtbaar welke gemeenten een beter jeugdbeleid zijn gaan voeren en welke achterblijven.

Debat
'Kinderen in Tel' organiseert dinsdagavond 28 februari in multifunctioneel centrum 'Akantes' in Amsterdam een debat over de uitkomsten van het onderzoek. Onder leiding van Peter Lankhorst (voorzitter Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg) gaan jongeren zelf, (kandidaat)gemeenteraadsleden en deskundigen op het terrein van jeugdbeleid, met elkaar in debat. Onder de deelnemers zijn onder meer Kamran Ullah (voorzitter Nationale Jeugdraad), Julia Houwer (beleidsadviseur SGBO) en Jo Hermanns (hoogleraar Opvoedkunde Universiteit van Amsterdam).

'Kinderen in Tel' is een gezamenlijk project van jongeren- en belangenbehartigingsorganisaties. Initiatiefnemers zijn Defence for Children International Nederland, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Jantje Beton, Unicef Nederland en het Verwey-Jonker Instituut; met medewerking van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB), Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg, Stichting Alexander en het Provinciaal Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen (CMO).




Unicef