Inhoud van de pagina:
Opinie 07: 'Nieuwe politieke partijen ontkomen niet aan populisme'
GERRIT VOERMAN, POLITIEK HISTORICUS:
Het aantal nieuwe lokale partijen dat meedoet aan de
gemeente-raadsverkiezingen van 7 maart is groter dan ooit. Veel
nieuwkomers zullen niet ontkomen aan populisme, verwacht Gerrit
Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke
Partijen van de RUG.
Dit jaar doen 35 procent meer lokale partijen mee aan de
gemeenteraadsverkiezingen dan vier jaar geleden, zo bleek uit
onderzoek van het dagblad Trouw. In 2002 behaalden lokale partijen
landelijk al 26 procent van het totale aantal gemeenteraadszetels.
Daarmee waren ze voor het eerst de grootste politieke stroming van
Nederland.
Hadden veel lokale lijsten toen `leefbaar' in hun naam, dit jaar maken
partijen vaak combinaties met `transparant'. Nieuw is ook dat veel
etnische lijsten en jongerenpartijen aan de gemeenteraadsverkiezingen
meedoen. `Dit kun je moeilijk anders uitleggen dan onvrede over de
wijze waarop gevestigde partijen opereren in de lokale politiek', zegt
historicus Gerrit Voerman. `Als burgers dachten dat hun belangen al
goed behartigd werden, waren deze nieuwe partijen niet nodig.'
Onvrede
Veel lokale partijen zetten zich af tegen de gevestigde politiek, die
vaak wordt gedomineerd door afdelingen van landelijke partijen. `Het
is "wij" tegenover "zij"', zegt Voerman. "`Wij" luisteren naar de
kiezer. "Zij", de grote partijen, zijn alleen gericht op het stadhuis.
Zij vormen een ons-kent-ons-wereldje, dat onderling alle baantjes
verdeelt.'
De klacht van de lokale partijen kan gebaseerd zijn op reële
uitsluiting. `Natuurlijk ontstaan er bij de lokale afdelingen van
landelijke partijen kliekjes die buitenstaanders niet op de
kandidatenlijst zetten', zegt Voerman. `Maar kliekjes vormen zich in
elke organisatie. En na de electorale gebeurtenissen van 2002 proberen
de grote partijen bewust het contact met de burger te verbeteren.'
Voor veel lokale partijen is het juist een bewuste tactiek om het
beeld van een regenteske gevestigde orde te benadrukken. `Ze gebruiken
het als populistisch breekijzer om binnen te komen. Of hun retoriek
terecht is of niet, dat beeld dat lokale partijen oproepen kan genoeg
zijn om een deel van de kiezers aan te spreken.'
Achterstand
Hoe groot de steun voor lokale lijsten in de komende verkiezingen is,
durft Voerman niet te zeggen. Hij veronderstelt dat om veel lokale
lijsten inmiddels een aureool hangt van ruzie, opstappen en crisis.
Tijdens de eerste helft van de afgelopen raadsperiode, van 2002 tot
2004, nam het aantal afsplitsingen sterk toe. In zestig procent van
die gevallen ging het om lokale partijen. In ongeveer 25 van de 154
gemeentes waar een `leefbare' partij actief was, stapten één of meer
raadsleden uit die fractie. Daarom verwacht Voerman dat de `leefbaren'
nu flink zullen verliezen. Of hun slechte naam besmettelijk is voor
andere lokale partijen, valt nog te bezien.
Dat lokale partijen kwetsbaar blijken voor interne conflicten, is niet
zo verbazingwekkend, zegt Voerman. De organisatie van een nieuwe
lokale partij is vaak nog zwak, politieke ervaring ontbreekt en de
partijen hebben de neiging politieke avonturiers aan te trekken. In
het geval van crises is er nog geen traditie om conflicten op te
lossen en zijn er nog geen ervaren figuren die respect genieten die
bemiddelend kunnen optreden.
Voor steun kunnen lokale afdelingen nog altijd aankloppen bij hun
landelijke partijbureau. Dat kan partijgenoten bijstaan met advies en
cursussen. De financiële armslag van grote partijen hiervoor is
aanzienlijk, mede dankzij de landelijke subsidie die ze ontvangen.
Lokale partijen hebben geprotesteerd dat zij géén subsidie ontvangen.
Op dit moment wordt gesproken over een nieuwe regeling. Begrijpelijk,
vindt Voerman. `Het is oneerlijk dat de lokale partijen het zonder
subsidie moeten doen.'
Vraag en aanbod
Voor de komende gemeenteraadsverkiezingen wordt een hoge opkomst
verwacht. Een goede zaak, zegt Voerman. Onvrede kan zich ook uiten in
een lage opkomst, als burgers weinig verwachten van het politieke
systeem. Het is beter dat ontevreden kiezers naar de stembus gaan om
hun proteststem uit te brengen op nieuwe partijen. `Het is een kwestie
van vraag en aanbod. Als nieuwe partijen iets bieden waarin kiezers
geïnteresseerd zijn, dan groeit hun aanhang. Dan vind ik dat het
democratische systeem in Nederland behoorlijk goed werkt.'
CURRICULUM VITAE
Gerrit Voerman (1957) studeerde geschiedenis in Groningen en geeft
sinds 1989 leiding aan het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke
Partijen (DNPP) van de Rijksuniversiteit Groningen. In 2001
promoveerde hij aan de RUG op De meridiaan van Moskou. De CPN en de
Communistische Internationale (1919-1930).
Voerman publiceert veelvuldig over politieke partijen. Hij schreef in
1999 met P. Lucardie en W.H. van Schuur Verloren illusie, geslaagde
fusie? GroenLinks in historisch en politicologisch perspectief en in
2002 met D.J. Elzinga Om de stembus. Verkiezingsaffiches 1918-1998 en
met L. Siepe Handelsreiziger in revoluties. Fré Meis (1921-1992).
Momenteel doet Voerman onderzoek naar de wijze waarop politieke
partijen in hun relatie met kiezers en leden gebruik maken van nieuwe
informatie- en communicatietechnologie en werkt hij aan een boek over
de Socialistische Partij.
Informatie
dr. Gerrit Voerman, tel. (050) 363 72 56, e-mail g.voerman@ub.rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen