Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording kamervragen over mogelijk Memorandum of Understanding tussen de NAVO en de Afghaanse regering

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |9 maart 2006                        |Behand|DVB                  |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DVB/CV-080/06                       |Telefo|070 3486625          |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/3                                 |Fax   |070 3485684          |
|Bijlag|1                                   |                             |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van het lid    |                             |
|t     |Koenders over een mogelijk          |                             |
|      |Memorandum of Understanding tussen  |                             |
|      |de NAVO en de Afghaanse regering    |                             |
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over een mogelijk Memorandum of Understanding tussen de NAVO en de Afghaanse regering. Deze vragen werden ingezonden op 16 februari 2006 met kenmerk 2050608210.

De Minister

van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over een mogelijk Memorandum of Understanding tussen de NAVO en de Afghaanse regering.

Vraag 1
Is het mogelijk het Memorandum of Understanding dat de Nederlandse regering met de regering van Afghanistan heeft gesloten over de behandeling van krijgsgevangenen, in de NAVO ter bespreking te brengen, zodat dit in plaats van afzonderlijke overeenkomsten kan uitgroeien tot een Memorandum of Understanding van de NAVO met de regering van Afghanistan? 1)

Vraag 2
Bent u bereid om u actief in te zetten om een dergelijk gezamenlijk Memorandum of Understanding, onder meer betrekking hebbend op de monitoring, de toegang van het Rode Kruis tot gevangenen en met alle relevante verplichtingen volgens het internationaal recht, inclusief betreffende eventuele transfer van personen naar derde landen, tussen de NAVO en Afghanistan te bewerkstelligen, bij voorkeur voor het ontplooien van de nieuwe Nederlandse ISAF-missie?

Antwoord
Zoals gesteld in de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie over de Nederlandse deelname aan ISAF in Zuid-Afghanistan (Kamerstuk 27 925 nr. 201) van 31 januari jl. is Nederland groot voorstander van een NAVO-breed Memorandum of Understanding (MoU). De NAVO werkt thans aan een dergelijk MoU. In NAVO-verband zet Nederland zich in om te bewerkstelligen dat een dergelijk NAVO-breed MoU hetzelfde niveau van bescherming biedt als het MoU tussen Afghanistan en Nederland.

Vraag 3
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de initiatieven van de Nederlandse regering en andere bondgenoten om de Afghaanse autoriteiten te ondersteunen bij de behandeling van gevangenen volgens het internationaal recht?

Antwoord
Zowel in NAVO-kader, als door de Nederlandse ambassade in Kabul, worden op dit moment de mogelijkheden onderzocht voor ondersteuning van de Afghaanse autoriteiten op dit terrein. Mede op basis van een inventarisatie door het Internationale Rode Kruis is vastgesteld dat er sprake is van een duidelijke behoefte van de Afghaanse autoriteiten aan ondersteuning. Teneinde de internationale assistentie gericht in te kunnen zetten zodat de mogelijk door ISAF over te dragen gevangenen erbij gebaat zullen zijn, wordt op dit moment het Afghaanse detentiebeleid nader in kaart gebracht. Ik zal uw Kamer informeren over de voortgang van deze initiatieven.


1) www.amnesty.nl Afghanistan/Uruzgan 'Memorandum of Misunderstanding'


---- --