Gemeente Zwolle

Keurmerk Veilig Ondernemen voor bedrijventerrein Hessenpoort


Datum uitgave: 06-03-2006
De Ondernemersvereniging Hessenpoort ontvangt donderdag 9 maart 2006 aanstaande uit handen van wethouder Martin Knol het certificaat van het landelijk erkende Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Het keurmerk waarborgt de gezamenlijke aanpak van criminaliteit en onveiligheid op het bedrijventerrein.

Het Keurmerk Veilig Ondernemen is een initiatief van het Ministerie van Justitie. Om in aanmerking te komen voor het certificaat is de samenwerking tussen ondernemers en gemeente, politie en brandweer een voorwaarde. De partners vormen samen een projectgroep die de criminaliteit op het bedrijventerrein het hoofd biedt. De Stichting Veiligheidszorg IJsselland (het uitvoerend orgaan van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing in IJsselland) begeleidt het projectteam en bewaakt de voortgang van deze publiekprivate samenwerking.

Eerst aanzet
De eerste stappen naar het KVO voor de Hessenpoort zijn in 2004 gezet met de ondertekening van een convenant tussen genoemde partners en de oprichting van de projectgroep met één gezamenlijk doel hebben: veilig ondernemen op een veilig bedrijventerrein.

Aanpak
Ondernemers, gemeente, politie en brandweer hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid op het bedrijventerrein en treffen gezamenlijk proactieve maatregelen op het gebied van criminaliteitspreventie. Voorbeelden hiervan zijn collectieve surveillance en het plaatsen van borden waarop de collectieve beveiliging staat aangekondigd. Ook worden preventieve acties uitgevoerd zoals het verlichten van donkere plekken, het snoeien van onveilig groen, het veilig opslaan van brandbaar materiaal, netheid rondom de bedrijfspanden en in de openbare ruimte en het stimuleren van het doen van aangifte. Voor het bedrijventerrein Hessenpoort is bovendien een beveiligingsplan ontwikkeld waarin cameratoezicht en gedeeltelijke afsluiting tijdens de nachtelijke uren een belangrijke rol spelen. Dit plan zal in de nabije toekomst worden uitgerold.

Bron: afdeling Communicatie