Universiteit Leiden

Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282

Promotor: prof.dr. M.A. van Buchem

woensdag 15 maart 16.15 uur

E.C.C. Punselie

Voor een pleegkind met recht een toekomst

Faculteit: Rechtsgeleerdheid

Promotor: Prof.mr. J.E. Doek

De Nederlandse wet kent diverse voorzieningen waarin speciale aandacht wordt gegeven aan de rechtspositie van ouders, pleegouders en (pleeg)kinderen. Maar deze voorzieningen bieden onvoldoende bescherming aan het recht van pleegouders en pleegkinderen op eerbiediging van hun gezinsleven. Dit gebrek aan bescherming doet zich vooral voor bij een langdurig verblijf van een pleegkind in een pleeggezin. De centrale vraag in deze studie is of, en zo ja in welke mate, de wet (en de praktijk) moet worden gewijzigd om bij langdurig verblijf van een kind in een pleeggezin aan het aldus ontstane nieuwe gezinsleven de passende bescherming en erkenning te geven, onder gelijktijdige respectering van de rechten van de eigen ouders van het kind.

In kaart wordt gebracht wat nu precies de knelpunten zijn in de rechtspositie van ouders, pleegouders en pleegkinderen in het geval van een pleegzorgplaatsing die ofwel van meet af aan, dan wel vanaf een bepaald moment, geen tijdelijk karakter heeft. Zo blijkt dat een pleegkind vaak jarenlang in onzekerheid blijft verkeren over de vraag of hij bij zijn pleegouders zal blijven, dan wel zal worden overgeplaatst naar een ander pleeggezin of zal terugkeren naar zijn ouders. Het kind krijgt hierdoor geen officiële plek in het pleeggezin: in juridisch opzicht blijven pleegkind en pleeggezin vreemden voor elkaar. Pleegouders hebben gedurende deze tijd dan ook vrijwel niets over hun pleegkind te zeggen. Ook op financieel gebied kent de pleegzorgwetgeving hiaten. Pleegouders ontvangen weliswaar een onkostenvergoeding, maar zij worden op geen enkele wijze gecompenseerd voor bijvoorbeeld het (eventuele) verlies van inkomsten en de opbouw van pensioenaanspraken. Dat klemt vooral in situaties waarin het pleegkind intensieve zorg nodig heeft, waardoor het pleegouderschap, zijnde de zorg voor de kinderen van een ander, zeker zonder ondersteuning niet kan worden gecombineerd met een betaalde (deeltijd)baan buitenshuis. Het onderzoek wordt afgesloten met voorstellen die moeten leiden tot een verbetering van het wettelijk kader waarbinnen de pleegzorg is gepositioneerd.