Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake de rol MKO in de Iraanse oppositie en positie van MKO buiten Iran

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Midden-Oosten en
Noord-Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |15 maart 2006                       |Behand|J.P. Roosegaarde     |
|      |                                    |eld   |Bisschop             |
|Kenmer|DAM-121/6                           |Telefo|070 348 5407         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/3                                 |Fax   |070 354 6639         |
|Bijlag|                                    |jpr.bisschop@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Rol van de MKO in de Iraanse        |                             |
|t     |oppositie en positie van de MKO     |                             |
|      |buiten Iran                         |                             |
Zoals aan uw Kamer is toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 26 januari jl. inzake de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 30-31 januari jl., informeert de regering u hierbij nader over de rol van de MKO in de Iraanse oppositie en over de positie van de MKO buiten Iran.

MKO en oppositie in Iran
De MKO groeide tijdens de Iraanse revolutie uit tot een beweging met een omvangrijke achterban. De beweging verzette zich tegen het streven van Ayatollah Khomeini de heerschappij van de wetgeleerde te vestigen. In 1981 bond de MKO de gewapende strijd aan tegen de Islamitische Republiek. Er volgde keiharde onderdrukking. Het kader dat niet omkwam vluchtte naar het buitenland of ging ondergronds. De MKO zette de gewapende strijd voort, vooral vanuit het Irak van Saddam Hoessein. De MKO heeft zich verantwoordelijk gesteld voor talrijke gewelddadige aanslagen.

De MKO-doelstellingen zijn in Iran breed bekend. Het publiek wordt van overheidswege er steeds aan herinnerd dat de MKO in de Iran-Irak oorlog de kant van Irak koos en actief betrokken was bij het neerslaan van de sjiitische en Koerdische opstand ten tijde van de Golfoorlog in 1991. In hoeverre de MKO in Iran nog steun geniet is moeilijk te zeggen. Elke vorm van georganiseerde oppositie wordt verboden. Het staatssysteem van de Islamitische Republiek kan niet worden bekritiseerd. Voor zover een vrije buitenparlementaire oppositie zichtbaar is, bestaat deze vooral uit activisten die min of meer individueel opereren, zoals journalisten, schrijvers, verdedigers van de mensenrechten, webloggers en activisten voor vrouwen- en vakbondsrechten. De krachten die voor standpunten uitkomen die afwijken van de officiële lijn zijn zo sterk gefragmenteerd. Een ontwikkeling naar meer repressie is zichtbaar. Het parlement is volgzaam aan de lijn van het religieuze establishment dat de hand heeft in de selectie van aspirant-volksvertegenwoordigers. Het parlement kan alleen zijn tanden laten zien richting regering en doet dit regelmatig, ook richting de regering Ahmadinejad.

MKO-positie buiten Iran
Gedurende het bewind van Saddam Hoessein is in Irak de National Liberation Army opgericht, dat aan de MKO gelieerd is. Deze NLA was in kazernes ondergebracht, uitgerust met zware wapens en militair getraind. In mei 2003 hebben de coalitietroepen de NLA in Irak ontwapend en onder toezicht gesteld. De NLA-leiding werd onder huisarrest geplaatst, m.n. in Kamp Ashraf, waar naar schatting ruim 3000 aanhangers van de MKO verblijven.

In december 2003 maakte de Iraakse regeringsraad bekend dat de daar aanwezige MKO- en NLA-leden het land dienden te verlaten. Eind maart 2003 had de Iraanse minister van Informatie al aangekondigd dat MKO-leden die wilden terugkeren vanuit Irak op amnestie konden rekenen, indien zij zich niet hadden schuldig gemaakt aan moorden of aanslagen. Enige honderden personen hebben van deze amnestie gebruik gemaakt en zijn naar Iran teruggekeerd. Een groot aantal MKO-leden is vanuit Irak naar Jordanië of Europa gevlucht. In juli 2004 is aan de MKO-leden in Kamp Ashraf de status van 'protected persons' in de zin van de Geneefse Conventie verleend.

De MKO is bij besluit van 17 juni 2002 op de EU-lijst geplaatst van terroristische organisaties waarvan de tegoeden bevroren dienen te worden. De MKO heeft dit besluit aangevochten bij het Hof. Het EU Gerecht van Eerste Aanleg heeft op 7 februari 2006 een publieke hoorzitting gehouden in deze zaak. Uitspraak wordt verwacht in september 2006. De MKO is voorts opgenomen in de zogenaamde VS 'list of designated foreign terrorist organisations' en staat in het VK te boek als verboden internationale terroristische organisatie. De NLA en de eveneens aan de MKO gelieerde National Council of Resistance of Iran staan niet op deze lijsten.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

---- --