Gemeente Alkmaar


Alkmaar, 22 maart 2006

Gezamenlijk persbericht van de gemeenten

Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

Gezamenlijke aanpak verkeersproblematiek Noord-Kennemerland

De gemeenten in de regio Noord-Kennemerland willen ook in 2015/2020 instaan voor een bereikbare en leefbare regio. Als er niets gebeurt dan loopt de regio, met haar ambities op het gebied van woningbouw en economische ontwikkeling onherroepelijk vast. De regio wil daarom gezamenlijk werken aan oplossingen voor (toekomstige) bereikbaarheidsknelpunten. Samenwerking tussen gemeenten in de regio is daarbij essentieel, immers verkeer trekt zich niets aan van gemeentegrenzen. Dit blijkt ook uit de besluitvorming die de afgelopen week heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke colleges van B&W over de Regionale Bereikbaarheidsvisie Noord-Kennemerland. Wegens de snelle collegevorming in de gemeente Bergen is de behandeling van de visie in deze gemeente uitgesteld, zodat het nieuwe college de visie kan vaststellen. Kern van de visie is dat Noord-Kennemerland ook in de toekomst beschikt over een vervoernetwerk waarbinnen de reiziger kan kiezen uit drie volwaardige vormen van vervoer: reizen met de auto, het openbaar vervoer of met de fiets. Het is nu aan de afzonderlijke gemeenteraden om in te stemmen met de ambities van de regio. Daarna worden verschillende oplossingsrichtingen getoetst op de financiële haalbaarheid en de gewenste inzetbaarheid. Op basis daarvan wordt bepaald welke maatregelen de regio daadwerkelijk gaat inzetten.

Kenmerkend voor de regio is een scheve woon-werkbalans. Veel mensen die binnen de regio wonen, werken buiten de regio. Dit veroorzaakt dagelijks veel forenzenverkeer van noord naar zuid en weer terug. Files op onder meer de A9 en de ring Alkmaar zijn daarvan het gevolg. Door de uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen en de bouw van zo'n 15.000 woningen tot 2015 is de verwachting dat er meer kriskrasrelaties tussen de kernen in de regio ontstaan. Dit leidt vanaf 2010/2015 tot steeds grotere bereikbaarheidsproblemen voor het personen- en goederenvervoer. De voorgenomen (infrastructurele) projecten zijn ontoereikend om de doorstromingsproblemen in de regio structureel op te lossen.

Auto, bus, trein en fiets zijn dé vervoermiddelen

Om de ambitie van de regio toch te kunnen waarmaken, is een grote gemeenschappelijke inspanning nodig, bovenop het reeds ingezette beleid. De regio wil vooral inzetten op het bieden van meer keuzemogelijkheden voor de burger en het bedrijfsleven. Dit betekent dat aanvullend op de auto een belangrijke rol is weggelegd voor het openbaar vervoer en de fiets. Op die plekken en tijden waar congestie optreedt voor de auto, dienen deze vervoerswijzen een volwaardig alternatief te vormen, al dan niet in combinatie met de auto. Uitwisselingsmogelijkheden zoals P+R-voorzieningen, transferia, fietsenstallingen bij stations en OV-haltes en het verstrekken van goede (reis)informatie over deze keuzemogelijkheden zijn van wezenlijk belang. Door deze vormen van vervoer slim en in combinatie met elkaar te faciliteren valt een hoop winst te halen. Dat is nodig, want gebeurt er niets dan bestaat de kans dat een toenemend aantal (vracht)auto's kleine dorpskernen aandoet om verkeersdrukte op de doorgaande wegen te mijden. Met name de westelijke ringweg van Alkmaar en de N242 tussen Heerhugowaard en Langedijk zullen in de toekomst met files te maken gaan krijgen met alle gevolgen van dien.

Samenwerking moet leiden tot concrete maatregelen

Om de bereikbaarheid van de regio in de toekomst te blijven garanderen zet de regio in op het uitbreiden en beter benutten van de bestaande infrastructuur. Tegelijk zijn extra ondersteunende maatregelen, ook wel mobiliteitsmanagement genoemd, nodig. Het is juist de samenwerking tussen gemeenten, provincie, belangenorganisaties en bedrijfsleven die het mogelijk maakt om de ambities waar te maken. De komende tijd wordt uitgezocht op welke wijze maatregelen bijdragen aan het oplossen van de verkeersproblematiek in de regio. De planning is dat aan het einde van dit jaar bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt over de inzet en prioritering van de maatregelen.