TNO

Embargo tot 22 maart 2006, 12.00 uur

Ambtenaren hebben veel last van industrielawaai

Complexe materie alleen voor ingewijden

Utrecht, 22 maart 2006

Er komt nogal wat voor kijken om in je gemeente een bedrijventerrein zo in te richten dat voldaan wordt aan de eisen van de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer. Ingewikkelde procedures en rekenmethoden moeten er voor zorgen dat de decibellen binnen de vastgelegde zonegrens blijven. Daar moeten we vanaf. Dat is de conclusie van de NSG-Geluidshinderdag die de Nederlandse Stichting Geluidshinder op woensdag 22 maart in Utrecht hield.

Door soorten bedrijven in te delen naar hun geluidsuitstraling kan de planoloog bepalen welke bedrijven welke akoestische ruimte op een industrieterrein innemen. Zo wordt ook voor niet-akoestici inzichtelijk wat er wel of niet kan en waarom.

Vaak blijkt dat kleine bedrijven die 's nachts nooit werken wel nachtelijke geluidsruimte krijgen. Daardoor raakt een industrieterrein op papier akoestisch snel vol. Als dat gevaar dreigt, kan de hulp worden ingeroepen van een akoestisch deskundige die een slimme indeling kiest. Bijvoorbeeld bedrijven die weinig lawaai produceren als afscherming voor bedrijven met veel herrie ver van de woonbebouwing.

Om alles soepel in goede banen te kunnen leiden verdient het aanbeveling dat een gemeente een geluidsbeleidsplan heeft. Daarin staan wensen en eisen die garanderen dat burgers rustig kunnen wonen en recreëren. Het vormt het toetsingskader op basis waarvan plannen kunnen worden beoordeeld op hun haalbaarheid in akoestische zin en of geluidsbeperkende maatregelen nodig zijn.

Ambtenaren hebben hun handen vol aan de beheersing van industrielawaai. Toch heeft er maar een gering deel van bevolking echt last van. Het is vaak moeilijk uit te leggen aan een bedrijf dat het een geluidsscherm moet plaatsen of 's nachts zijn productie moet temperen terwijl het wegverkeer voortraast.


---