Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over politieke situatie in de Filipijnen. Deze vragen werden ingezonden op 6 maart 2006 met kenmerk 2050609120.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de politieke situatie in de Filipijnen.

Vraag 1

Wat is uw opvatting over de politieke situatie in de Filipijnen sinds 24 februari 2006? Deelt u de officiële analyse dat er een verbond was van rechtse en linkse partijen en bewegingen die gezamenlijk een staatsgreep zouden willen plegen om president Arroyo af te zetten? Zo ja, op basis van welke gegevens komt u tot dat oordeel? Indien neen, wat is uw analyse van de huidige situatie?

Antwoord

De politieke situatie in de Filipijnen is niet stabiel. De berichten over een couppoging bevestigen dit beeld evenals het besluit van de president om de noodtoestand uit te roepen. Gelukkig is sinds de opheffing van de noodtoestand op 3 maart jl. een enigszins normale politieke situatie ontstaan, maar er lijkt mij nog geen sprake te zijn van duurzame stabiliteit. De politieke situatie in de Filipijnen blijft daarom zorgelijk.

Vraag 2

Hebt u kennis genomen van het sluiten van kranten, zoals de Daily Tribune en de Abante, en de arrestatie van de parlementsleden Beltran en Virador? 1) Deelt u de mening dat dit onaanvaardbaar is in een rechtsstaat? Indien neen, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat leden van de parlementaire oppositie, waaronder de leden Ocampo, Maz, Mariano en Casi, door de parlementsvoorzitter in het parlement worden 'opgehouden'? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
De genoemde kranten zijn tijdens de noodtoestand niet gesloten. Wel is de politie een aantal dagen aanwezig geweest in de kantoren van deze kranten. Ik ben van mening dat daarmee inbreuk is gepleegd op de vrijheid van pers hetgeen onaanvaardbaar is in een rechtsstaat.

Ten aanzien van de arrestatie van de parlementsleden Beltran en Virador merk ik op dat voor misdrijven waarop volgens de Filipijnse wetgeving een strafmaat staat van zes jaar of minder onschendbaarheid geldt voor leden van het Filipijnse parlement. De aanklacht die tegen de genoemde leden was geformuleerd, betreft rebellie waarop volgens de Filipijnse wet een gevangenisstraf van tenminste 40 jaar bestaat. Ik heb geen zicht op de feiten die aan deze aanklacht en die tegen Ocampo, Maz, Mariano en Casi ten grondslag liggen. Voor een dergelijke zware aanklacht zouden wel heel overtuigende bewijzen dienen te worden aangevoerd.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de Presidentiële Proclamatie 1017 een ernstige inbreuk is op de democratische rechtsstaat? Zo ja, wilt u er bij de Filipijnse regering op aandringen deze proclamatie in te trekken? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

Met Presidentiële Proclamatie 1017 is gebruik gemaakt van in de Filipijnse grondwet vastgelegde bevoegdheden waar volgens mijn informatie gedoseerd gebruik van is gemaakt, te weten een verbod op demonstraties en samenscholing. Deze maatregel heeft niet geleid tot excessen en is na een relatief korte periode weer ingetrokken. De EU had hier ook op aangedrongen.


1) Website van de "National Union of Journalists of the Philippines", www.nujp.org


---- --