Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Ormel en Huizinga-Heringa aan de minister van Buitenlandse Zaken inzake Libanese goedkeuring van de wapentransfer aan Hezbollah. Deze vragen werden ingezonden op 15 maart 2006 met kenmerk 2050609600.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Ormel (CDA) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie) inzake Libanese goedkeuring van de wapentransfer aan Hezbollah.

Vraag 1
Is het waar dat de Libanese regering recent erkend heeft de transfer van wapens vanuit Syrië aan Hezbollah toegestaan te hebben? 1) Zo ja, betreft dit een officiële toestemming, verleend door het Libanese ministerie van Defensie, in afstemming met het bureau van de president?

Vraag 2
Hoe verhoudt zich dit bericht tot uw antwoord de dato 8 maart 2006 op Kamervragen, namelijk dat 'er geen gezaghebbende onafhankelijke bronnen zijn die vervoer van munitie over de Libanees-Syrische grens bevestigen'? 2)

Antwoord
Het Libanese ministerie van Defensie heeft in eerste instantie aangegeven dat er op 31 januari jl. een wapenzending met toestemming van de Libanese autoriteiten vanuit Syrië is ingevoerd. Op een later moment heeft het ministerie dit echter ontkend en aangegeven dat het hier ging om vervoer van wapens binnen Libanon zelf.

Vraag 3
Wat waren de bevindingen van het VN-team dat deze zaak onderzocht heeft? Om welke hoeveelheden wapens gaat het? Is Iran ook bij de levering van de wapens betrokken? Wat is de rol van Syrië? Is er aanleiding om te vermoeden dat dergelijke transfers vaker plaats hebben gevonden onder toeziend oog van de Libanese autoriteiten?

Antwoord
Er is geen sprake van een speciaal VN-team dat de zaak onderzoekt. De Verenigde Naties noch andere gezaghebbende onafhankelijke bronnen beschikken op dit moment over nadere informatie wat betreft de hoeveelheid of herkomst van de wapenzending in kwestie.

Vraag 4
Op welke manier hebben de Verenigde Naties gereageerd op de schending van de verplichting die Libanon heeft, voortvloeiend uit uw VN-Veiligheidsraadresolutie 1559, om milities in eigen land te ontwapenen?

Antwoord
Speciaal VN-vertegenwoordiger Roed-Larsen heeft tijdens zijn bezoek aan Libanon op 26 maart jl. de tenuitvoerlegging van resolutie 1559 met de Libanese autoriteiten besproken. In dit verband is ook de kwestie van de vermeende wapensmokkel van 31 januari jl. aan de orde gesteld.

Vraag 5
Heeft de Europese Unie dan wel de Nederlandse regering de regering van Libanon aangesproken op de gang van zaken? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo neen, waarom niet en is de Nederlandse regering bereid om alsnog te bevorderen dat Libanon krachtig aangesproken wordt op de verplichtingen voortvloeiend uit VN-Veiligheidsraadresolutie 1559 en dat Libanon om garanties gevraagd wordt dat in de toekomst dergelijke transfers tegengehouden worden?

Antwoord
Deze kwestie is noch door de EU, noch door Nederland langs bilaterale weg, ter sprake gebracht bij de Libanese regering. In de eerste plaats houdt dit verband met het gebrek aan betrouwbare informatie. Ten tweede wordt het op dit moment niet opportuun geacht met betrekking tot deze specifieke kwestie internationale druk uit te oefenen, omdat dit de tot op heden positieve ontwikkelingen in het kader van de nationale Libanese dialoog zal kunnen schaden en de positie van de hervormingsgezinde regering onder leiding van premier Siniora kan verzwakken.


1) 'Lebanon admits it approved weapons transfer to Hezbollah', Haaretz, 26 februari 2006.
2) Aanhangsel-Handelingen nr. 1030, vergaderjaar 2005-2006.


---- --