Nieuws
KBOH: Onderzoek hulpmiddelenbeleving
Kinderen zijn zoals ze zijn, in eerste instantie gewoon kind. Voor
kinderen met een lichamelijke beperking is het van groot belang dat
zij ook gewoon naar school gaan, vriendjes hebben en sporten.
Mobiliteitshulpmiddelen, zoals een looprek, loopwagen, loopfiets,
rollator, rolstoel of een aangepaste fiets, zijn hiervoor belangrijk,
want die geven een kind meer bewegingsvrijheid. KBOH heeft onderzoek
gedaan naar de beleving die kinderen met een lichamelijke beperking
(en hun ouders) hebben bij mobiliteitshulpmiddelen. Hiermee wil KBOH
meer inzicht verkrijgen in de invloed die hulpmiddelen hebben op het
gezin en de gezinsleden. Bij de uitvoering van dit onderzoek werd
gebruik gemaakt van een vragenlijst voor de kinderen met een
lichamelijke beperking en een vragenlijst voor de ouders. Deze
vragenlijsten zijn uitgezet bij diverse Mytylscholen. In totaal hebben
72 kinderen, in de leeftijd van 7 tot en met 15 jaar, en 44 ouders de
vragenlijst ingevuld. Ook zijn er verschillende telefonische
interviews afgenomen.
Omdat een kind met een lichamelijke beperking afhankelijk is van zijn
hulpmiddel, is het van groot belang om te weten hoe de kinderen en de
ouders de hulpmiddelen beleven. Bij het verkrijgen van meer
bewegingsvrijheid wordt de aandacht voornamelijk op het kind zelf
gelegd. De hulpmiddelen worden daar vaak niet bij betrokken. Indien
een kind met een lichamelijke handicap zijn beperkingen op wil heffen
en zijn mogelijkheden wil uitbreiden, dan dient er een goed samenspel
te zijn van het kind en het hulpmiddel.
Er zijn verschillende factoren die de beleving van de ouders en
kinderen bij hulpmiddelen beïnvloeden. Het onderzoek is gericht op
drie van deze factoren:
* de mate van tevredenheid over het hulpmiddel
* de mate van verwerking van de handicap
* de manier waarop met de handicap wordt omgegaan
De Beleving
De beleving van de kinderen van hun hulpmiddel is voornamelijk
positief. Het gebruik van een hulpmiddel in het bijzijn van kinderen
zonder beperkingen vinden de meeste kinderen minder prettig dan het
gebruik van het hulpmiddel op de mytylschool en in het bijzijn van
klasgenoten.
De beleving van de ouders van het hulpmiddel van hun kind wordt door
het merendeel als positief ervaren. De ouders zijn minder te spreken
over het uiterlijk en de grootte van het hulpmiddel, het vormt in huis
en in winkels regelmatig een obstakel. De ouders voelen in het
algemeen geen weerstand en schaamte om hun kind het hulpmiddel te
laten gebruiken. Zij zien goed in wat het nut en de meerwaarde van de
hulpmiddelen is.
Er is nagegaan wat de invloed is van bovengenoemde factoren op de
hulpmiddelenbeleving van de kinderen en ouders. De mate van
tevredenheid over het hulpmiddel heeft invloed op de beleving van de
kinderen en ouders. Indien de kinderen en ouders meer tevreden zijn,
dan is hun beleving over het hulpmiddel positiever. Ook de mate van
verwerking van de handicap heeft invloed op de beleving van het kind:
des te beter de handicap is verwerkt, des te positiever is de
beleving. Bij de ouders is geen samenhang tussen de verwerking van de
handicap van hun kind en de beleving. Ook de manier waarop met de
handicap wordt omgegaan heeft invloed op de beleving van het kind. Een
betere manier van omgaan met de handicap leidt tot een positievere
beleving. Bij de ouders heeft dat geen invloed op de beleving.
Uit de resultaten van het onderzoek is opmerkelijk dat de ouders een
positievere beleving hebben dan de kinderen. Tevens kwam er uit het
onderzoek naar voren dat veel ouders niet tevreden zijn over de manier
van verstrekking van het hulpmiddel. Zij vinden met name dat er
onvoldoende rekening wordt gehouden met hun eigen inbreng en voorkeur.
Wilt u meer informatie over het onderzoek of heeft u vragen? Neem dan
contact op met KBOH.
Bron: KBOH
07 april 2006
VSN - Lt. gen. van Heutszlaan 6 - 3743 JN Baarn tel: 035-5480480
Spierziekten Infolijn: 0900-5480480 - E-mail: vsn@vsn.nl - Postbank
1422400
Vereniging Spierziekten Nederland