Nederlandse Vereniging van Luchtvaart Technici

Grondwerktuigkundige niet langer verdacht

SCHIPHOL, 20060406 -- Op 4 april 2006 heeft het eerste verhoor van de Grondwerktuigkundige (GWK) in de strafzaak van het ongeval met de Boeing-737-400 de PH-BTC door de rechter-commissaris te Haarlem plaatsgevonden.


Op 28 november 2004 vloog een toestel van de KLM, de PH-BTC, van Amsterdam naar Barcelona. Bij de landing blokkeerde de neuswielen in linkerstand met als gevolg dat het toestel van de baan schoof.

Oorzaak van het ongeval is waarschijnlijk dat tijdens het opstijgen op de luchthaven van Amsterdam, door combinatie van een botsing met een vogel en het sterk versleten zijn van de kabels, n.l. één van de kabels van het besturingssysteem van de neuswielen was gebroken en de andere werd geblokkeerd. De slijtage zou veroorzaakt kunnen zijn door de aanwezigheid van vet, terwijl deze kabels conform de voorschriften van de fabrikant niet ingevet behoorden te zijn.

Dit heeft er toe geleid dat Justitie een strafrechtelijk onderzoek is gestart. Het Justitieel onderzoek richt zich nu op het verrichtte onderhoud. Grondwerktuigkundige J.H. is als eerste in deze zaak als verdachte aangewezen en verhoord, hij werd bijgestaan door advocaat J.Smits van de N.V.L.T.. Hij had de "Pre-flight inspectie" (de inspectie voorafgaande de vlucht) uitgevoerd. Er zullen waarschijnlijk meerdere GWK's volgen voor een verhoor.

De verdenking van het Openbaar Ministerie tegen o.a. de GWK is:
Verdachte heeft zich op 28 november 2004 tezamen en in vereniging met een ander of anderen schuldig te hebben gemaakt aan:
"Schuld hebbende aan het verongelukken van een luchtvaartuig (art.169 Wetboek van Strafrecht*) dan wel op zodanige wijze deelnemen aan het luchtverkeer dat daardoor gevaar is ontstaan (art. 5.3 Wet Luchtvaart)." Aangezien er geen doden zijn gevallen is de strafmaat beperkt tot ten hoogste 6 maanden gevangenisstraf.

De conclusie is: dat het voor een GWK van groot belang is dat hij de werkzaamheden, juist en conform de instructies en voorschriften uitvoert. Doet hij dit niet, dan bestaat de kans dat hij bij een ongeval voor bovenstaand veroordeeld wordt.

In de zaak J.H. heeft J.H. de Pre-Flight inspectie volgens de voorgeschreven procedure en instructie uitgevoerd. Hier kan aan hem geen verwijt gemaakt worden. Dan is de vraag of hij niet iets over het hoofd heeft gezien, wat hij uit oogpunt van zijn functie als GWK wel had moeten zien en actie op had moeten nemen. Ook hier valt hem geen verwijt te maken.

Andere GWK's zullen nog als verdachte aangemerkt kunnen worden. De vraag zal dan zijn:
Heeft de GWK de procedures correct gevolgd? Zijn de onderhoudswerkzaamheden conform de voorgeschreven taakkaarten uitgevoerd? Heeft de GWK eventueel bij twijfel over de uitleg van de taakkaart navraag bij de Quality Afdeling van de 145 vliegtuigonderhoudorganisatie gedaan? Als de GWK zich hier aan gehouden heeft, zal ook deze geen problemen hoeven te verwachten.

De Nederlandse Vereniging van Luchtvaart Technici (N.V.L.T.) was niet verbaasd dat er een GWK aangeklaagd werd in deze zaak, dit is geheel in lijn met de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de GWK volgens de Europese en Nationale regelgeving. De NVLT is wel blij dat na 1½ jaar in onzekerheid, J.H. niet verder vervolgd gaat worden.

*Artikel 169 wetboek van strafrecht.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig vaartuig, voertuig of luchtvaartuig zinkt, strandt of verongelukt, vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd wordt, wordt gestraft
1:met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
2: met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.

www.nvlt.org info@nvlt.org
Adres: Thermiekstraat 161 Gebouw 70-5, 1117BB, Schiphol Oost
Tel: 020-3483492 GSM: 06-18110877
Postbus 75668, NL 1118 ZS Schiphol