Ministerie van Buitenlandse Zaken

Vraag en aanbod van goed bestuur en mensenrechten

Speech door Agnes van Ardenne-van der Hoeven,
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

Opening symposium beweging voor mensenrechten in Suriname, 8 april 2006, Amsterdam.

(Gesproken woord geldt)

Vraag en aanbod van goed bestuur en mensenrechten

Dames en heren, goedemorgen,

"De zorg voor het menselijk leven en geluk, en niet de vernietiging daarvan - dat is het eerste en enige doel van goed bestuur." Aldus sprak één van de stichters van de Verenigde Staten, Thomas Jefferson. Zelf leverde hij aan dit doel een belangrijke bijdrage door in 1808 de slavenhandel af te schaffen. Door de eeuwen heen kent de geschiedenis natuurlijk vele momenten waarop de zorg voor het menselijk leven volledig uit het zicht raakte en waarop vernietiging de boventoon voerde. Eén van die zwarte bladzijden, één van die momenten was de massamoord in Moiwana, nu bijna twee decennia geleden. Negenendertig Surinaamse burgers, waaronder vrouwen, kinderen en bejaarden, werden in koelen bloede vermoord.

Er zijn altijd mensen die zo snel mogelijk de zwarte bladzijde willen omslaan, bijna alsof er niets gebeurd is. Ofwel omdat zij zelf bloed aan hun handen hebben, ofwel omdat zij bang zijn dat de samenleving anders niet tot rust komt. Een onverwerkt verleden is echter een slechte basis voor de toekomst. Goed bestuur betekent dan ook actief zoeken naar verzoening en berechting. Want wonden die niet helen gaan zweren. Met de wond van Moiwana hoeft dat niet te gebeuren. Op 28 november jongstleden maakte de Surinaamse regering bekend, het vonnis van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens in deze zaak onvoorwaardelijk te accepteren. Dat is een goede beslissing en tevens een goede aanleiding om vandaag bij elkaar te komen en te spreken over de Surinaamse mensenrechtenbeweging en over gerechtigheid als basis voor democratie.

Dames en heren,

Drie dagen daarvóór, op 25 november jongstleden, vierde Suriname in aanwezigheid van premier Balkenende 30 jaar onafhankelijkheid. In die dertig jaar heeft het land veel tegenslag te verduren gehad. Naast de binnenlandse oorlog, toen de Moiwana-tragedie plaatsvond, waren er ook de braindrain, de coup door de militairen en de Decembermoorden. Daarna volgden gelukkig wel het herstel van de democratie, het bestrijden van criminaliteit en de opbouw van de economie. De regering en vooral het volk van Suriname verdienen respect voor de wijze waarop zij hebben voortgebouwd aan de Republiek Suriname.

Nederland staat hierbij ook in de toekomst zij aan zij met Suriname. Eind deze maand bespreek ik met de minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking, Rick van Ravenswaay, het nieuwe Meerjaren Ontwikkelings Plan. Goed bestuur, een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling, zal zeker aan de orde komen - effectief, integer, legitiem en transparant, dat zijn de sleutelwoorden. In de eerste plaats gaat het om de modernisering van de publieke sector door bijvoorbeeld gezonde openbare financiën, meer automatisering, een betere werving en selectie van ambtenaren en actieve corruptiebestrijding. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP werken momenteel op verzoek van de Surinaamse regering aan een routekaart voor de hervorming van de publieke sector. De Nederlandse regering is bereid om uit de verdragsmiddelen substantieel bij te dragen aan het uitvoeren van deze hervormingsagenda.

In de tweede plaats gaat het bij goed bestuur om rechtsbescherming en veiligheid. Ik ben blij, dat de regering-Venetiaan op dit punt ambitieus is - minister Santokhi wil de komende periode onder meer de dienstverlening door politie en justitie verbeteren. In het nieuwe beleid wordt gestreefd naar meer veiligheid voor de burger. Dit geschiedt door effectievere misdaadbestrijding, maar ook door specifieke aandacht voor huiselijk geweld, geweld tegen vrouwen en kinderen, een betere aanpak van jeugdcriminaliteit en verbetering van slachtofferhulp. Eveneens stelt Suriname zich voor om actief de naleving van de mensenrechten te waarborgen door verbetering van wetgeving, opsporing en vervolging, maar ook door versterking van rechtsbijstand en verbetering van de situatie van gedetineerden. Ik ben blij vandaag aan te kunnen kondigen, dat Nederland voornemens is deze ambities met ongeveer 15 miljoen euro uit de verdragsmiddelen te ondersteunen.

Dames en heren,

De samenwerking tussen overheden is van groot belang bij het bevorderen van goed bestuur en ook mensenrechten. Maar het is niet genoeg. Volgens de wetenschapper Francis Fukuyama is een tekortschietende binnenlandse vraag naar goed bestuur het grootste obstakel voor institutionele ontwikkeling in arme landen. Ook bij goed bestuur en mensenrechten gaat het dus niet alleen om het aanbod, maar eveneens om de vraag. De samenleving zelf moet haar politici voortdurend bij de les houden, eisen stellen. De zorg voor het menselijk leven en geluk, waarover Thomas Jefferson sprak, is veel te belangrijk om enkel en alleen aan de overheid over te laten. Wat we dan ook nodig hebben is een sterk en vitaal maatschappelijk middenveld in Suriname. Een middenveld dat nog nadrukkelijker dan voorheen het voortouw neemt in het maatschappelijke debat over veiligheid, democratie, ontwikkeling en natuurlijk mensenrechten. De Moiwana-zaak heeft aangetoond, dat slachtoffers en maatschappelijke organisaties niet machteloos zijn, maar daadwerkelijk een verschil kunnen maken. De grote kracht achter deze zaak was de Stichting Moiwana, waarvan de directeur vandaag in ons midden is - Mariska Muskiet. Een prestatie van formaat, die zeker zal inspireren tijdens dit symposium. Ook de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, hier vertegenwoordigd door Betty Goede, wil ik niet onvermeld laten. Het is mij een eer en een genoegen om vandaag op dit symposium de eerste woorden te spreken. De bedoeling is dat het symposium 9000 kilometer verderop een vervolg krijgt - het laatste woord ligt dus in Suriname zelf, en zo hoort het ook.

Dank u.



===