Ministerie van Buitenlandse Zaken

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 10 en 11 april 2006

Algemene Zaken

Financiële Perspectieven / Inter-Institutioneel Akkoord Mogelijk zal de Raad spreken over de onderhandelingen tussen Raad en Europees Parlement over het Inter-institutioneel Akkoord (IIA). De onderhandelingen spitsen zich toe op de hoogte van het uitgavenplafond, de mate van flexibiliteit en een aantal institutionele kwesties. Op 21 maart jl. vond hierover tussen het voorzitterschap, de Commissie en het Europees Parlement een derde triloog plaats waarin wel voortgang werd geboekt, maar nog geen overeenstemming werd bereikt. De eerstvolgende triloog is op 4 april aanstaande. Volgens de planning van het voorzitterschap zou deze triloog tot een akkoord moeten leiden, waarna dit akkoord in deze RAZEB zou moeten worden bevestigd. Aangezien de standpunten nog ver uiteen liggen is het de vraag of dit zal lukken. Wat Nederland betreft geldt het principe 'nothing is agreed until everything is agreed'. Nederland is van oordeel dat het IIA een uitwerking moet zijn van het in december door de Raad overeengekomen akkoord over de Financiële Perspectieven 2007-2013. Dit betekent in de eerste plaats dat wat Nederland betreft niet getornd mag worden aan het uitgavenplafond van 1.045% van het bruto nationaal inkomen van de EU. Wat Nederland betreft voldoen de huidige regelingen voor begrotingsflexibiliteit. Ook ziet Nederland de huidige institutionele verhoudingen graag gehandhaafd. Een mogelijk compromisvoorstel zal door Nederland op de drie hierboven genoemde elementen in samenhang beoordeeld worden.

Externe Betrekkingen

WTO/DDA (Wereldhandelsorganisatie/Doha Ontwikkelingsronde) De Raad zal spreken over de stand van zaken ten aanzien van de Doharonde aan de hand van een presentatie van Commissaris Mandelson. Directeur-Generaal Pascal Lamy van de WTO heeft aangegeven meer snelheid in de onderhandelingen te willen zien en dringt erop aan dat de deadline van eind april voor zogenoemde modaliteiten op gebied van landbouw en industrieproducten niet wordt verschoven. Hij zal daartoe in de laatste twee weken overleg organiseren tussen de belangrijkste WTO-leden, mogelijk met ministeriële betrokkenheid. Nederland blijft streven naar een spoedige, ambitieuze en evenwichtige afronding van de onderhandelingen die recht doet aan de ontwikkelingsdimensie en steunt de Commissie in haar constructieve en offensieve inzet.

Westelijke Balkan
Naar verwachting zal de Raad spreken over de stand van zaken in de besprekingen over de toekomstige status van Kosovo. Nederland steunt de inspanningen van de Speciale Gezant van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ahtisaari, en zijn team om een oplossing te bereiken voor de Kosovo-statuskwestie. Een dergelijke regeling zal in elk geval moeten voorzien in een adequate bescherming van de minderheden in Kosovo. De toenadering tot de EU van Servië en Montenegro en van Bosnië en Herzegovina zal mogelijk ook aan de orde komen. De Raad heeft de regering in Belgrado herhaaldelijk laten weten dat voortdurende onvolledige samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY) de voortgang van de onderhandelingen over een Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO) in gevaar brengt. Indien deze samenwerking onvoldoende blijft zal Nederland een besluit van de Commissie tot opschorten van de SAO-besprekingen steunen. Bijzondere aandachtspunten in de onderhandelingen over een SAO met Bosnië en Herzegovina zijn politiehervorming, hervorming van de publieke omroep en samenwerking met het ICTY. Nederland steunt de EU-perspectieven van de landen van de Westelijke Balkan maar hecht hierbij wel aan strikte toetsing van de gestelde voorwaarden, met name de eis van volledige samenwerking met het ICTY.

Oekraïne
De Raad spreekt over Oekraïne in het licht van de parlementsverkiezingen van 26 maart jl. die door de internationale gemeenschap als vrij en eerlijk werden beoordeeld. President Joesjtsjenko is verkennende coalitiebesprekingen begonnen. Van belang is dat, ondanks de aandacht voor de winst van de partij van Janoekovitsj, de hervormingsgezinde partijen tesamen meer zetels hebben behaald dan de meer op Rusland gerichte partijen. Het democratische verloop van de verkiezingen is tevens positief voor de verdere ontwikkeling van de relaties van Oekraïne met de EU. Nederland zal blijven inzetten op het verwezenlijken van politieke en economische hervormingen, met name binnen het kader van het bestaande EU-Oekraïne Actieplan.

Wit-Rusland
De Raad zal zich buigen over de mogelijke stappen op kortere en langere termijn van de EU in reactie op de presidentsverkiezingen in Wit-Rusland op 19 maart jl. De Raad zal visumrestricties bespreken voor personen die verantwoordelijk waren voor het verloop van de verkiezingen en voor de repressie van de oppositie, in aanvulling op reeds bestaande visumrestricties voor functionarissen die betrokken waren bij de verdwijningen van leden van de Wit-Russische oppositie in 1999/2000. Andere stappen die zullen worden overwogen zijn gerichte bevriezing van tegoeden en geïntensiveerde monitoring van de mensenrechtensituatie in het algemeen en de positie van gearresteerden na de demonstraties in het bijzonder. Nederland zal zich uitspreken voor geïntensiveerde contacten met democratische krachten in Wit-Rusland en verdere steun aan het maatschappelijk middenveld. Nederland zal zich ook inzetten voor een meer flexibele inzet van EU-fondsen, zoals de gedeeltelijke overheveling van financiële middelen uit TACIS ("Technical Assistance to the Commonwealth of Independent States") naar andere, meer flexibele fondsen. Ook zal Nederland zich blijven inzetten voor dialoog met de Russische Federatie over de ontwikkelingen in Wit-Rusland.

MOVP (Midden-Oosten Vredesproces)
De Raad zal de Israëlische verkiezingsuitslag en de beëdiging van de Hamas regering in de Palestijnse Gebieden bespreken. De Israëlische verkiezingen zijn gewonnen door de partij van Ehud Olmert, Kadima. Aankomend premier Olmert heeft aangegeven te willen onderhandelen over de toekomstige grenzen, maar deze unilateraal vast te willen stellen als er in Israëlische ogen geen betrouwbare Palestijnse onderhandelingspartner is. Deze grenzen zullen naar verwachting grotendeels de route van de afscheidingsbarrière volgen. De EU hanteert als uitgangspunt dat grenzen die afwijken van de bestandslijnen van 1967 alleen aanvaardbaar zijn als ze in overleg tussen de partijen tot stand zijn gekomen. Naar aanleiding van de beëdiging van de nieuwe Palestijnse regering zal de Raad zich buigen over de vraag of, en zo ja hoe relaties onderhouden zouden moeten worden met deze nieuwe regering en de Palestijnse Autoriteit. De mogelijkheden die de EU zou hebben ten aanzien van hulpverlening, hangen nauw samen met de mate waarin de nieuwe regering tegemoet komt aan de positie van de EU en het Kwartet inzake erkenning van Israël, afzweren van geweld en aanvaarding van bestaande overeenkomsten en verplichtingen.

Iran
De Raad spreekt over Iran met het oog op de beraadslagingen in de VN Veiligheidsraad over het Iraanse nucleaire dossier. In zijn op 27 februari jl. verschenen rapport, dat na de IAEA Bestuursraad van 6-8 maart jl. werd doorgestuurd aan de Veiligheidsraad, stelde DG IAEA El Baradei het te betreuren dat de in het rapport genoemde onzekerheden over de omvang en de aard van het nucleaire programma van Iran na drie jaar intensieve IAEA verificatie niet waren weggenomen. De VN Veiligheidsraad (VR) aanvaardde op 29 maart jl. unaniem een VR-voorzittersverklaring waarin herstel door Iran van volledige opschorting van alle verrijkingsgerelateerde en opwerkingsactiviteiten van bijzonder belang werd genoemd. DG IAEA wordt verzocht over 30 dagen aan IAEA Bestuursraad en VN Veiligheidsraad te rapporteren over de mate waarin Iran aan de door de Bestuursraad geformuleerde vereisten heeft voldaan. Een diplomatieke oplossing van de kwestie wordt onverminderd nagestreefd. Gelet op de onverminderde aandacht van de Europese Unie voor de bekende overige punten van zorg ten aanzien van Iran, komen deze mogelijk eveneens aan de orde. In dat verband kan worden vermeld dat de Iraanse Ambassadeur onlangs andermaal werd ontboden om de zorg van de Nederlandse regering over te brengen over de mensenrechtensituatie in Iran.

Irak
Indien de vorming van de nieuwe Iraakse regering nog vóór de RAZEB wordt afgerond, zal de Raad mogelijk spreken over de politieke situatie in Irak. Vooralsnog lopen de onderhandelingen over de regeringsvorming traag en moeizaam en zal deze mogelijk eerst in mei haar beslag krijgen. Nederland en de EU blijven inzetten op een zo breed mogelijke regering.

Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (SDS)
De nu lopende herziening van de in 2001 aangenomen EU Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (SDS) zal tijdens de Europese Raad van half juni zijn beslag krijgen. Gezien de alomvattendheid van duurzame ontwikkeling zullen de Europese regeringsleiders dan conclusies trekken op basis van beleidsdebatten die dit voorjaar in een tiental Raadsformaties worden gevoerd. Het voorzitterschap structureert deze debatten aan de hand van drie vragen die aan de betrokken Raden worden voorgelegd en die uitnodigen tot bespreking van ambitieniveau, reikwijdte, synergie en organisatie van de duurzaamheidsstrategie. De Nederlandse inzet met betrekking tot de SDS-herziening is neergelegd in het BNC- fiche dat 3 maart j.l. aan de Kamer is toegegaan. Nederland vindt de actiegerichtheid een positief punt, maar vindt dat dwarsverbanden onvoldoende aan bod komen. Zo is de economische pijler van duurzame ontwikkeling, met name de relatie met de Lissabon-strategie, onvoldoende uitgewerkt. Tijdens de RAZEB zal naar verwachting het accent liggen op de duurzaamheidscomponent in het externe optreden van de EU, alsmede op de effecten van Europees beleid op duurzame ontwikkeling in de rest van de wereld.

Ontwikkelingsaangelegenheden

EU-strategie Caraïben
De Raad zal kort spreken over de EU-Caraïben strategie zoals voorgesteld door de Commissie. De strategie behelst een mutual beneficial partnership met als doel het ondersteunen van de Caraïben bij het op duurzame wijze realiseren van hun ontwikkelingsdoelen op politiek, economisch en sociaal gebied. Nederland verwelkomt deze strategie en de aandacht voor democratisering, goed bestuur en mensenrechten. De strategie speelt hiermee in op een aantal wezenlijke knelpunten die een belangrijke rol spelen bij de problemen van de Caraïbische eilandstaten. Nederland zal in de uitwerking van de strategie er op toezien dat de thema's in gelijke mate worden belicht.

10e EOF: financieel protocol en intern akkoord
Op de Europese Raad van december 2005 is een akkoord bereikt over de hoogte van het 10e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor de periode van 2008-2013 (22,682 miljard euro). De Commissie zal een eerste toelichting geven op de nadere uitwerking van dit besluit. Zij zal naar verwachting ingaan op de programmering van het 10e EOF en de toekenning van middelen per land, regio en instrument. Op 22 maart jl. presenteerde zij voorstellen voor een Financieel Protocol en een Interne Overeenkomst. In het Financieel Protocol wordt uiteengezet hoe het totaalbedrag wordt verdeeld over de verschillende landen, regio's en instrumenten. In de Interne Overeenkomst worden onder andere de bijdragen van de verschillende lidstaten uiteengezet. De Raad zal naar verwachting vooral spreken over de interpretatie van het besluit van de Europese Raad. De Commissie is van mening dat bovenop het overeengekomen totaalbedrag nog financiering voor de Landen en Gebieden Overzee en een reservering voor beheerskosten moeten komen. Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, is van mening dat deze kosten reeds onder het afgesproken plafond van 22,682 miljard euro vallen. Dit was ook de regeling onder het 9e EOF. Omdat het Protocol en de Overeenkomst pas op 7 april in alle taalversies beschikbaar zijn, zal de Raad nog geen besluit kunnen nemen.

Geactualiseerd "Common Framework for Country Strategy Papers" De Commissie heeft op basis van in 2004 en 2005 genomen besluiten een voorzet gedaan voor een geactualiseerde versie van het sinds 2000 geldende Common Framework for Country Strategy Papers (CFCSP). Doel van de actualisatie is het meerjarige programmeringsinstrument CFCSP geëigend te maken voor harmonisatie van de EU-hulp, en zodoende een belangrijke bijdrage te leveren aan het verbeteren van de effectiviteit van de hulp. Verhoging van de effectiviteit is van belang voor het bereiken van de Millennium Development Goals en de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. De Commissie en de lidstaten hebben in overleg een operationele tekst voor het geactualiseerde CFCSP uitgewerkt, die betrekking heeft op de samenwerking tussen EU en de lidstaten; de afstemming (alignment) met de programmering, de budgettering en de monitoring door het partnerland; en de leidende rol van het partnerland bij de meerjarige programmering van de EG-hulp en de bilaterale hulp van de lidstaten. Het is de bedoeling dat de Raad het geactualiseerde CFCSP aanvaardt. Nederland steunt de voorliggende tekst van harte, aangezien deze een uitwerking vormt van eerder genomen besluiten en geheel past binnen de Nederlandse doelstellingen ten aanzien van verbetering van de effectiviteit van de hulp.

EU hulp: kwantiteit en effectiviteit van de hulp
De Raad zal conclusies aannemen die enerzijds betrekking hebben op de jaarlijkse Monterrey-rapportage - waarin de Commissie een overzicht geeft van de EU-inspanningen ten aanzien van de financiering van de hulp - en anderzijds op verbetering van de effectiviteit van de hulp.

Uit de Monterrey-rapportage blijkt dat de EU de collectieve doelstelling van 0,39% officiële ontwikkelingshulp (ODA) van het BNP in 2006 zal realiseren. Tevens worden in het rapport de in 2005 gemaakte afspraken voor de ODA-doelstellingen voor 2010 gememoreerd. In de Raadsconclusies worden de lidstaten opgeroepen deze afspraken ten uitvoer te brengen. Daarnaast wordt het belang onderstreept van grotere voorspelbaarheid in de hulpstromen, van stabiele hulpmodaliteiten en van volledige ontbinding van de hulp om maximale effectiviteit te behalen. Innovatieve financieringsmechanismen worden genoemd als additionele (en vrijwillige) mogelijkheid om fondsen te genereren. Het deel van de Raadsconclusies dat betrekking heeft op de verbetering van de effectiviteit van de hulp, vormt een vervolg op besluiten van de afgelopen twee jaar. Er worden aanzetten gedaan voor de daadwerkelijke implementatie van de aanbevelingen van de Ad Hoc Working Party on Harmonisation uit 2004, de zogenaamde Paris Declaration on Aid Effectiveness en de additionele committeringen die de EU gedaan heeft bij de Paris Declaration. Speciale aandacht wordt gegeven aan de lokale actieplannen (roadmaps) die recent zijn opgestart; de voortgang die bereikt is bij gezamenlijke programmering; aanzetten om te komen tot een andere taakverdeling (complementariteit); aangepaste regelgeving die gezamenlijke financiering mogelijk zou moeten maken; en het versterken van de delegatie van lidstaten en de Commissie naar veldniveau. Nederland zal de Raadsconclusies onderschrijven en pleiten voor een daadkrachtige implementatie van alle aanbevelingen, alsmede een systematische monitoring. Nederland hecht hierbij aan een goede betrokkenheid van Commissie én lidstaten, zowel op hoofdsteden- als veldniveau. Een verhoging van de effectiviteit van de hulp wordt immers pas gerealiseerd bij gezamenlijke inspanningen van alle betrokkenen op de verschillende niveau's.

Beleidscoherentie voor ontwikkeling
De Raad zal conclusies aannemen op het gebied van beleidscoherentie voor ontwikkeling, naar aanleiding van het Werkprogramma OS-Beleidscoherentie 2006-2007. De Commissie presenteerde dit werkprogramma in maart, als uitvoering van een afspraak in de Beleidsverklaring Ontwikkelingssamenwerking van december 2005. Doel was de Raadsconclusies over de twaalf PCD Commitments (Policy Coherence for Development) van mei 2005 te operationaliseren door in het werkprogramma duidelijkheid te scheppen over prioriteiten in de aanpak van de twaalf toezeggingen, de onderscheiden rollen en verantwoordelijkheden van de Raad, de lidstaten en de Commissie hierbij, en een planning voor verdere actie. Het Commissie-document vormt naar Nederlands oordeel een goede aanzet, maar is nog onvoldoende operationeel: duidelijke prioriteiten ontbreken, evenals een kalender met de EU besluitvormingsagenda voor de belangrijkste kwesties op het gebied van OS-beleidscoherentie. In de onderhandelingen over de Raadconclusies (die nog gaande zijn) tracht Nederland deze beperkingen aan de orde te stellen, de Commissie nadere opdracht te geven en de Raad in juni het complete werkprogramma te laten onderschrijven.

Humanitaire hulp
De Raad zal spreken over verbetering van de samenwerking tussen ECHO (European Commission Humanitarian Office) en de VN (OCHA, Office for the Coordination of Humanitarian Afairs). Nederland zal aandringen op verbetering van de financieringsmechanismen van de Europese Gemeenschap ten tijde van rampen. Aanleiding is de trage overmaking van fondsen van ECHO naar de VN na de aardbeving in Pakistan, waarover tussen Commissaris Michel en de VN noodhulpcoördinator Egeland fricties zijn ontstaan. ECHO en OCHA hebben het meningsverschil inmiddels bijgelegd. Nederland blijft van mening dat ECHO de procedures zodanig zou moeten herzien dat de VN niet meer wordt verplicht separate gedetailleerde projectvoorstellen in te dienen om van ECHO financiering te verkrijgen, als andere donoren genoegen nemen met een algemeen verzoek om noodhulp.

Diversen / hervormingen van de Verenigde Naties
Op initiatief van Nederland zal de Raad de vorderingen in de noodzakelijke hervorming van het operationele systeem van de Verenigde Naties (VN) bespreken. Nederland wil actief de discussie stimuleren over onderwerpen die de komende tijd zullen worden behandeld in het door de Secretaris-Generaal van de VN ingestelde 'High Level Panel on Systemwide Coherence on Development, Humanitarian Assistance and Environment' . Nederland zal tijdens de Raad pleiten voor radicale hervormingen van de VN-organisaties, te beginnen met het 'four ones'-principe in ontwikkelingslanden: één VN-kantoor, één VN-vertegenwoordiger, één VN-programma en begroting en één VN-financieringsmechanisme.

Energie in de context van ontwikkelingssamenwerking Tijdens een informeel diner op maandagavond 10 april zullen de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking spreken over energie en ontwikkeling, naar aanleiding van Raadsconclusies die hierover voorliggen, met in de bijlage tien principes voor het integreren van energie in ontwikkelingssamenwerking. Nederland zal het Nederlandse beleid terzake uitdragen, dat de Millennium Development Goals ondersteunt en gericht is op het behalen van resultaten en het versterken van toegang tot energie voor de armen. Daarnaast zal Nederland ervoor pleiten te voorkomen dat de energie agenda van de armen (vooral in Afrika) tussen wal en schip valt als gevolg van druk om ontwikkelingssamenwerking in te zetten voor het veiligstellen van de eigen energievoorzieningszekerheid en voor low carbon development. Beide terreinen zijn voor de armste landen nauwelijks relevant. Tot slot zal Nederland steun mobiliseren voor de Nederlandse agenda ten aanzien van de Commission on Sustainable Development.

Migratie en Ontwikkeling
De Raad zal voorts op initiatief van de Benelux-ministers tijdens genoemd diner spreken over het onderwerp migratie en ontwikkeling. De Belgische minister voor Ontwikkelingssamenwerking De Decker zal een korte uiteenzetting geven van de Conferentie over Migratie en Ontwikkeling, die plaatvond op 15-16 maart jl. in Brussel. De interventie heeft tot doel het belang van migratie als onderwerp voor ontwikkelingssamenwerking te onderstrepen en domeinen aan te duiden waar samenwerking met derde landen mogelijk is. Daartoe zal hij erop aandringen dat het onderwerp migratie en ontwikkeling meer structureel op de agenda geplaatst wordt van de werkgroepen over OS gerelateerde onderwerpen. Nederland zal enkele eigen accenten toevoegen over dit thema. Nederland zal aandacht vragen voor deelonderwerpen als capaciteitsopbouw, tijdelijke arbeidsmigratie, het tegengaan van brain drain en het faciliteren van tijdelijke uitzending van hooggekwalificeerde migranten.


---- --