Ministerie van Buitenlandse Zaken

Air France-KLM: een Europees kampioen met stevige nationale wortels

Toespraak door dr. Bernard Bot,

Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden,

uitgesproken ter gelegenheid van de bijeenkomst van de Frans-Nederlandse Samenwerkingsraad en het Frans-Nederlandse luchtvaartseminar.

Air France-KLM: een Europees kampioen met stevige nationale wortels


-Het gesproken woord geldt -

Amsterdam, 10 april 2006

Geachte gastvrouwe, beste Melanie,

Voorzitter, beste Hans,

Monsieur le Ministre, Cher Philippe,

Madame et Monsieur Membres de la Commission Européenne, Mevrouw Kroes, Monsieur Barrot,

Geachte heer Spinetta, geachte heer Van Wijk,

Geachte heer Graff, geachte heer Vollebregt,

Excellenties,

Mesdames et Messieurs,

(Inleiding)

"Ik was al een zware melkdrinker voordat ik naar Nederland kwam."

Aldus de heer Gagey, financieel directeur bij KLM in een recent interview.-

Persoonlijk drink ik liever wijn, maar dat neemt niet weg dat ik het prijzenswaardig vind dat de heer Gagey zich al melkdrinkend in de Nederlandse cultuur heeft gestort. Een cultuur die minder toegankelijk is dan vele Nederlanders plegen te denken. Charles de Gaulle noemde de Nederlanders niet voor niets een koppig volk. Desalniettemin: bienvenu!

Er is vandaag al veel gezegd over KLM en Air France, en over luchtvaart in het algemeen. Dat wil ik niet overdoen. Dus zal ik de samenwerking tussen Air France en KLM plaatsen in de bredere context van de relatie tussen onze beide landen. Economie valt bovendien niet los te zien van politiek, identiteit en psychologie.

(Haagse Verklaring / Samenwerkingsraad)

Sinds het bezoek van President Chirac aan Nederland in 2000 hebben onze beide landen zich ingespannen om de betrekkingen te verbeteren en te verdiepen. Laten we eerlijk zijn; dat was ook nodig, want onze relatie was er in het verleden een van vele verrassingen,

Met de "Haagse verklaring inzake gemeenschappelijke perspectieven", die vorig jaar op 19 april werd getekend, hebben wij de betrekkingen tussen Nederland en Frankrijk van een nieuw élan voorzien. Naast regelmatig contact op ministerieel en diplomatiek niveau organiseren wij zogeheten "Evenements Phares", zoals vandaag, over actuele onderwerpen en thema's van gezamenlijk belang.

In het kader van de verdieping en verbreding van onze bilaterale betrekkingen is een bijzondere rol toebedeeld aan de Nederlandse-Franse Samenwerkingsraad: inzet is de kennis van onze burgers over elkaar te vergroten, de vooroordelen te minimaliseren en zodoende het Europese saamhorigheidsgevoel te versterken. De circa 30 leden van de Samenwerkingsraad, prominente Nederlandse en Franse vertegenwoordigers uit verschillende sectoren van de samenleving, spannen zich zeer in om de Nederlandse en Franse burgers te betrekken bij onze bilaterale relatie. Als voorzitters van de Samenwerkingsraad kunnen collega Douste-Blazy en ik als ministers best tevreden zijn over de tot nu toe geleverde resultaten.

Wij hebben in Parijs jeunes talents bijeengebracht, en in Amsterdam experts op het gebied van integratie en laïcité. Topmensen uit het bedrijfsleven hebben elkaar op de residenties in Parijs en Den Haag gesproken over innovatie en economische hervormingen. En morgen spreken Franse en Nederlandse experts elkaar in het Gemeentemuseum in Den Haag over de toekomst van de Grote Stad in Europa. Gezien de ontwikkelingen in onze beide landen een zeer actueel thema. Daarnaast stimuleren wij - zeer succesvolle - journalistenuitwisselingen en versterkte samenwerking tussen bijvoorbeeld musea. En het thema van vandaag wordt morgen verder uitgewerkt in een conferentie van Franse en Nederlandse luchtvaartexperts.

Door uitwisseling van ideeën helpen wij elkaar antwoorden te formuleren op gemeenschappelijke uitdagingen.

(Air France/KLM: een Europees kampioen)

In feite is ook de samenwerking van KLM en Air France één grote uitwisseling van ideeën. Air France/KLM is een Europees kampioen van het soort waarvan Europa er meer nodig zal hebben om de mondiale concurrentie te kunnen weerstaan.

De fusie tussen Air France en KLM heeft tijdig en op de juiste manier ingespeeld op de liberalisering van de Europese luchtvaartmarkt. En daar mogen we trots op zijn. De perceptie hierbij was en is de onvermijdelijkheid van verdere mondiale liberalisering en dus van een verdere afname van de rol van nationale overheden.

Maar betekent dit ook dat er geen rol meer is voor de nationale overheden? Integendeel. Neem de bilaterale luchtvaartovereenkomsten. In de Nederlandse luchtvaartovereenkomsten is KLM voor bijna alle internationale routes als nationale carrier aangewezen. Mede daarom is Air France/KLM er mee gediend dat Den Haag zich wil blijven inzetten voor de belangen van deze Europese kampioen. Daarvoor is het zaak dat de identiteit van KLM gehandhaafd blijft. De beste garantie daarvoor is natuurlijk dat KLM een sterk merk blijft, met zoveel marktwaarde dat geen directeur het in zijn hoofd haalt de drie befaamde letters van staart of romp te verwijderen. En daarvoor is het ook nodig dat, net als de Franse regering, ook de Nederlandse regering nauw bij Air France / KLM betrokken blijft.

Gezien de stormachtige ontwikkelingen in de luchtvaart, in bijvoorbeeld de Golfregio, zullen de Europese overheden, maar zeker ook de Europese Commissie, naast de interne markt, ook de ontwikkelingen buiten Europa goed in de gaten moeten houden. Ik ben diverse malen in China geweest - ik heb de hijskranen bij de luchthavens gezien en weet welke ambities men daar heeft, ook op het terrein van de luchtvaart. De concurrentie zal in hevigheid toenemen en in sectoren waarin soortelijk gewicht een voorwaarde is voor overleven zullen alleen Europese kampioenen een rol van betekenis kunnen blijven spelen.

Ik ben het eens met Polybius, een Grieks staatsman en historicus uit de tweede eeuw voor Christus, die zei: "de waarheid ligt besloten, niet in een lokale blik op de gebeurtenissen, maar in een panoramisch perspectief." En dan te bedenken dat deze man de sensatie van het vliegen nooit heeft mogen beleven.

Voor de burgers in onze beide landen en elders in Europa zou een bedrijf als Air France/KLM dan ook een illustratie moeten vormen dat het beste antwoord op grensoverschrijdende uitdagingen niet ligt in angst en boosheid, maar in eendrachtige Europese samenwerking. Wie een multipolaire wereld wil, waarin Europa een belangrijke rol speelt, zal moeten beginnen bij de basis - en dat is een sterke Europese economie.

(Globalisering en Identiteit)

In dit licht zijn enkele woorden over het begrip 'identiteit' op zijn plaats. Want hoe goed de fusie tussen Air France en KLM rationeel te benaderen is, emotioneel ligt die fusie hier en daar nog gevoelig.

Symbolen spelen in de nationale identiteit een belangrijke rol en de overheid moet ervoor waken dat die symbolen zo lang mogelijk in stand worden gehouden. Dat geldt niet alleen voor de staatsinrichting, maar ook voor bedrijven. Economie is, zoals we op school al leerden, ook een zaak van psychologie.

Een van de redenen waarom burgers het Grondwettelijk Verdrag in Frankrijk en Nederland hebben afgewezen, was dat de Europese integratie in hun ogen de nationale identiteit, de eigen manier van leven, bedreigt. We moeten dat signaal serieus nemen, niet door de grenzen opnieuw te sluiten, maar door aan te tonen dat samenwerking voordelen biedt en ook helpt de identiteit te beschermen in plaats van te ondermijnen.

Wij moeten met zowel de motieven achter de twee nee's rekening houden als met de noodzaak van grensoverschrijdende samenwerking. Dus moeten wij op zoek naar sluitende antwoorden op de vraag vanuit onze samenleving hoe behoud van de nationale identiteit te verzoenen valt met de noodzaak op Europees niveau onze krachten te bundelen. En ondertussen kan er mischien langzaam, langzaam, zoiets als een Europese identiteit groeien die de nationale aanvult.

De sleutel ligt in het Europese motto: eenheid in verscheidenheid. Hou nationale symbolen, ook de economische, zoveel mogelijk in stand, maar plaats ze op een stevig Europees voetstuk. Dan kunnen we de turbulentie van de globalisering doorstaan en tegelijkertijd de steun van onze samenlevingen behouden voor de Europese samenwerking.

Misschien dat een bepaalde vorm van Europees patriottisme ons Europeanen bij de les kan houden. Wij moeten trots zijn op Europese uitvindingen en op het Europese genie. Zeker in een tijd waarin de universiteiten in India per jaar meer ingenieurs afleveren dan de hele Europese Unie in tien jaar! Maar Europees patriottisme moet niet leiden tot het sluiten van de luiken voor de onvermijdelijke globalisering. Juist omdat wij dan de verkeerde keuzes zullen maken.

De Frans-Nederlandse bedrijfseconomische samenwerkingsverbanden vormen deel van een bilaterale en Europese ontdekkingsreis. Zij kunnen bijdragen aan het nuanceren van wederzijdse karikaturen. Voltaire schreef ooit eens het volgende gedichtje over de Nederlanders:

Un peuple libre et mercenaire,

Végétant dans ce coin de terre,

Et vivant toujours en bateau,

Vend aux voyageurs l'air et l'eau,

Quoique tous deux n'y valent guère.

Het is ruim 260 jaar geleden dat Voltaire dit schreef, maar in feite is er aan het Franse beeld van de Nederlanders als een handelsbelust, materialistisch, ultraliberaal volk niet veel veranderd. Maar misschien dat de Franse medewerkers van Air France/KLM inmiddels ook andere kwaliteiten bij de Nederlanders hebben ontdekt. Anderzijds hebben veel Nederlanders bij Fransen nog altijd het beeld van een wat naar binnen gericht volk met een Colbertiaanse economie. Maar alleen al de succesvolle aanpassing van het Franse bedrijfsleven aan de globalisering logenstraft dit eenzijdige beeld.

(Conclusie)

Het wegnemen of bijstellen van vooroordelen, het versterken van elkaars zwakke punten, wederzijdse kruisbestuiving - dat kan alleen door grensoverschrijdende samenwerking. Sinds vorig jaar weten we echter dat de noodzaak van samenwerking gepaard gaat met de noodzaak te voorzien in de behoefte aan geborgenheid bij onze bevolkingen.

Geborgenheid kunnen Europeanen heel goed bij elkaar vinden, mits we elkaar niet een bepaald nationaal model willen opleggen. Het motto eenheid in verscheidenheid is precies het juiste, maar laten we ons daar dan ook aan houden. Laten we zoeken naar Europese synergie, zonder elkaar de vrijheid of het gevoel van eigenwaarde te willen ontnemen. Respecteer elkaars symbolen.

Nederland kent zijn verantwoordelijkheid als een van de pays fondateurs. Samen met Frankrijk willen wij graag blijven meedenken over de vraag hoe wij Europa kunnen omtoveren in een land van melk en . . . wijn. Waar het ook voor de generaties na ons goed toeven zal zijn.

Dank u voor uw aandacht.


- Het Financieele Dagblad, 13-03-2006

Mocht het document in de email u niet in goede orde bereiken, ga dan voor het brondocument naar: http://www.minbuza.nl/20060410-161126-A

===