Gemeente Bedum


11 april 2006
Peter de Graaf Op vrijdag 7 april is in het Trefcentrum Bedum afscheid genomen van PvdA-wethouder Peter de Graaf. Hij besloot op die dag een bestuurlijke loopbaan van bijna 28 jaar, waarvan 24 jaar als wethouder. Om 3 uur begon een bijeenkomst voor het gemeentepersoneel. De oud-wethouder sprak de gemeenteambtenaren toe en bedankte ze voor de steun in de afgelopen jaren. Zonder jullie had ik niks kunnen bereiken, stelde De Graaf.
De algemene receptie begon om 4 uur. Ongeveer 200 tot 250 belangstellenden kwamen afscheid nemen van Peter de Graaf . Onder die bezoekers waren opvallend veel noordelijke (oud-)bestuurders. Ook oud-burgemeester Smallenbroek van Bedum was aanwezig. Burgemeester Wilte Everts roemde in zijn toespraak de verdiensten van de sociaal-democraat. De Graaf kreeg uit handen van de burgemeester een vergulde Erepenning van de gemeente Bedum. Verder ontvingen hij en zijn vrouw Kea van het gemeentebestuur een op maat gemaakt schilderij van de bekende Noord-Groninger schilder Geurt Busser. Het werk biedt een blik op Bedum vanaf de oostkant van het dorp. De Graaf was tijdens zijn wethouderschap parttime universitair docent handelsrecht aan de RUG; deze functie houdt hij aan. Met zijn 24 jaar was de Graaf de langst zittende PvdA-wethouder in de provincie Groningen. Voor zijn wethouderschap was hij vier jaar lang raadslid in Bedum.

Toespraak burgemeester Wilte Everts:

Tja. Hoe pers je een bestuurlijke carrière van ongeveer 28 jaar in een toespraak van zeg eens een minuut of 20. Ja, zo lang dreig ik u ongeveer te vermoeien. Hoofdbrekens, dat kan ik u verzekeren. Maar ik zal het toch eens proberen. Namens het college, namens de raad en namens het personeel. Een handvat vormt misschien de toespraak die ik ongeveer 4 jaar geleden hield bij het afscheid van de toenmalige gemeenteraad. Toen dreigde Peter de Graaf dualisme immers via een achterdeur te vertrekken. Bij die gelegenheid noemde ik die optie een aderlating van een enorme omvang. En dat meende ik. Dat Peter de Graaf
- als eerste wethouder van buiten de raad even later weer zijn intrede in het dagelijks bestuur deed, was een opluchting. Wat heet: een pak van het hart. Weer vier jaar besturen met de steun van het Orakel van Bedum in de rug. Weer vier jaar beproefde collegialiteit. Weer vier jaar een beroep doen op zijn schat aan ervaring, kennis, inzicht en doorzicht. Weer vier jaar Peter de Graaf, kortom. Maar ja: aan alles komt een einde. Tijd vliegt. In een razend tempo. En na weer vier jaar is dus nu het moment aangebroken waarop ik hem definitief als collega moet uitzwaaien. Met, eerlijk is eerlijk, pijn in het hart. En daarin zal ik bepaald niet de enige zijn. Ik weet het zeker: vriend en vijand zijn het erover eens dat Peter de Graafs verdiensten voor Bedum van onschatbare waarde zijn. Dat hij een onmiskenbaar stempel op de Bedumer politiek heeft gedrukt. Ja: dat Bedum er zonder Peter de Graaf waarschijnlijk anders uit had gezien. Minder, vooral. Armlastiger: zeker.

Hoe zag dat Bedum eruit toen Peter Sikko de Graaf zich hier eind 1973, samen met echtgenote Kea, vestigde? In wat voor een decor streken die stadjers neer? Een wat bezadigd, in zichzelf gekeerd plattelandsdorp dat net geconfronteerd werd met flinke groeistuipen. Een verzuilde bevolking. Een verzuild verenigingsleven. Kerken midden in het dorp, maar keurig afgeschot. Een tikkeltje pretentieloos ook. De blik vooral naar binnen gekeerd. Naar binnen gekeerd in de eigen zuil. Maar er zijn begin jaren 70 veranderingen op til. Drastische veranderingen. Veranderingen die het beeld van Bedum voorgoed zullen wijzigen. Forensisme is het toverwoord in die dagen. Plek bieden aan Stadjers die de benauwde na-oorlogse flatwijken willen ontvluchten. En met de komst van die import verandert het karakter van dat wat stijvige, rechtlijnige, calvinistische dorp. Bedum groeit. Bedum breekt langzaam uit zijn schulp. Bedum richt de blik wat meer naar buiten. De jeugdige Peter de Graaf een exponent van de roerige jaren 60 - begeeft zich een aantal jaren nadat hij en Kea hier neerstreken op het glibberige pad van de dorpspolitiek. Een politiek die beheerst wordt door een oude, vertrouwde garde. En dat bed, dat moest maar eens even duchtig worden opgeschud. Zo vond hij. Zo vond zijn fractiechef Klaas Schermer.

Ai. Nieuw Links in de raad brandde de vingers flink. Die gevestigde orde bleek nog minder buigzaam dan de beide, vlot van de tongriem gesneden heren academici hadden verwacht. Nee, de linkse heilstaat zou niet in Bedum beginnen. Dat leerden ze snel. En ze pasten zich wonderbaarlijk snel aan. Nadat PvdA-wethouder Frans Bulthuis in 1982 de actieve politiek voor gezien hield, trad Peter de Graaf, 35 toen, in zijn voetsporen. Samen met collega-wethouder Jelte Willem Bakker. En natuurlijk het toenmalige boegbeeld, burgemeester Albert Smallenbroek. Gedrieën werd er vorm gegeven aan Bedums toekomst. Nieuwbouwwijken. Een sociaal-cultureel centrum. Vernieuwing van het winkelbestand. Verbetering van sportvoorzieningen. De bouw van een overdekt zwembad. Het begin van grootschalige
dorpsvernieuwingsprojecten. Het trio Bakker, Smallenbroek en De Graaf gaf er met de no nonsense-mentaliteit die toen heerste invulling aan. Kundig, gedreven en vooral: collegiaal. Aan dat tijdperk komt een einde als burgemeester Albert Smallenbroek in 1991 vertrekt. En sindsdien zit hij met mij opgescheept

Het spreekt voor zich dat die periode met name op mijn netvlies staat geëtst. Als jonge, onervaren burgemeester begon ik in de buurgemeente van mijn woon- én geboorteplaats Winsum. Een gemeente met zo zijn eigen problemen; zijn eigen sores. Peter de Graaf en collega Jelte Bakker waren inmiddels door de wol geverfd en door Smallenbroek geknipt, geschoren en gekneed. Ik heb er mijn voordeel mee gedaan.

Vanaf het begin sprong Peter de Graafs fabelachtige dossierkennis in het oog. En zijn vermogen om de consensus te zoeken én te vinden. Zijn breedsprakigheid ook. Hecht doortimmerde betogen in de gemeenteraad, bijvoorbeeld. Geen speld, wat heet: geen haar tussen te krijgen. Debater vooral. Fel. Flitsend. Fair. Altijd to the point. Niet voor één gat te vangen. Een bestuurder, kortom, in hart en nieren. Een bestuurder met een heel eigen stijl. Een stijl die, en daarmee vertel ik óók Peter niks nieuws, niet altijd bij iedereen in goede aarde viel. Direct. Goudeerlijk. Dat karakteriseert die stijl aardig. Toch merkwaardig: Groningers staan toch vooral bekend om hun tamelijk primaire wijze van reageren. Aan de, wat ik maar even noem, incasseringskant van een deel van die Groningers valt kennelijk nog wel wat te sleutelen. Peter de Graaf zijn directheid; Peter de Graaf zijn vermogen onomwonden koeien bij de horens te vatten en vervolgens niet om de hete brij heen te draaien; dat viel niet altijd in even goede aarde. Terwijl uitgerekend zon werkwijze, zon benadering op en top Gronings is. Of misschien wel: zou op en top Gronings moeten zijn. Zal het die directe wijze van reageren, dat onmiddellijk tot de kern kunnen komen, de grondslag zijn geweest van die enorme conduitestaat die die soms wat nurkse PvdA-man hier achterlaat? Die staat is schier oneindig. Imposant, is het eerste woord wat mij te binnen schiet. Natuurlijk: op alles wat hier de achterliggende kwart eeuw is gerealiseerd, prijkt mede een stempel van Peter de Graaf. Er blijven ondanks dat talloze zaken over waaraan de wethouder zijn naam bijna exclusief kan verbinden. Aan het overdekte zwembad De Beemden, bijvoorbeeld. Aan de totstandkoming daarvan hangt de naam De Graaf nadrukkelijk. Hij was het die met name de financiële kant van de zaak en het betrof een miljoenenonderneming kundig, gedreven en met verstand van zaken door de raad loodste. Als voorzitter van Stichting De Beemden gaf hij het bad een start die het verdiende: flitsend van de startblokken! Dat Peter en het bad erg innig met elkaar verbonden waren, dat bleek bijvoorbeeld uit het feit dat hij tot diep in de avonduren op het gemeentehuis folders voor het bad in elkaar flanste. Gewoon in WordPerfect, dat inmiddels bijna vergeten tekstverwerkingsprogramma. Peter kon er als geen ander mee uit de voeten en gold al snel als vraagbaak. WP? Dat stond in het gemeentehuis gewoon voor: Weet Peter !

Zwembad De Beemden. Wie dat zegt, zegt sportvoorzieningen. Hockeyveld, tennisbanen. Het voetbalcomplex En wie dat koppelt aan Bedum komt als vanzelf bij kwaliteit terecht. Het klopt: we zitten er als relatief kleine gemeente ruim in. In locaties waar je het zweet de vrije loop kunt laten. Dat het er allemaal ligt, en dat het er allemaal pico bello bij ligt, ook dat kon wel eens voor een groot deel op het conto van Peter de Graaf worden bijgeschreven. Dankzij zijn behoedzame financiële beleid, dankzij zijn visie en dankzij zijn rotsvaste overtuiging dat de Bedumer belastingbetaler niet hoeft te bloeden voor kapriolen van de plaatselijke politiek. Die plaats van Bedum in de onderste regionen van de provinciale belastingdrukmeter, die gold in Peters carrière als een rode draad. Ja: zelfs hij had zo zijn Zalm-norm! Een norm die met hand en tand verdedigd werd. Ook aan het eind van zijn bestuurlijke loopbaan. Toen minister Zalm onder meer de gemeente Bedum aan de schandpaal nagelde over vermeend te hoge ozb-tarieven. Peter sloeg terug. Gedecideerd. Zelfverzekerd. En vooral verbolgen; tot op het bot gekrenkt. Hij zou zijn Bedumers ook maar een cent teveel uit de zak kloppen? Hoe durf je dat te beweren! Het raakte Peter in de ziel. En dat tekent hem: integer tot in de laatste vezel. Wars van achterkamertjesgewauwel. Een broertje dood aan politiek gekonkel. Een hekel aan gemarchandeer. Een lijn die hij 24 jaar lang meer dan consequent heef volgehouden. Een lijn, die ik heb het eerder gemeld weliswaar niet iedereen beviel; het was in elk geval een lijn, een werkwijze die helder als kristal was; die aan duidelijkheid niks te wensen overliet. Een lijn die kaarsrecht van a naar b liep.

Ik was bezig met de zegeningen van Peter de Grote. Die vinden we dus op het gebied van de sport en de gemeentelijke financiën. Maar waar vinden we ze niet? In de volkshuisvesting. In het milieubeleid. In de ruimtelijke ordening. In de recreatieve voorzieningen. In de cultuur ook. Eén van Peters stokpaardjes. Altijd pal achter zaken als de bibliotheekvoorziening, de muziekschool. Vernieuwende culturele uitingen. Het stofferen van de kernen met eigentijdse, grensverleggende kunst. Behoud van datgene wat onze voorouders uit steen, mortel en hout hebben gewrocht. Een liefhebber; een cultuurminnaar. Eén die in de achterliggende periode tal van stempels op het aangezicht van de gemeente heeft gedrukt.

De belangrijkste daarvan vormt natuurlijk de Walfriduskerk; ónze Walfriduskerk. Onbetwist middelpunt van datgene wat we hier binnen de gemeentegrenzen aan cultuurhistorie te bieden hebben. Een stenen geschiedenisboek, zo is dat monumentale bouwwerk wel eens omschreven. Dat dat boek ook na bijna 1000 jaar weer en wind te hebben getrotseerd in 2006 nog leest als een spannende thriller, dat hebben we goeddeels aan de scheidend wethouder te danken. Het is Peter de Graaf die de dramatische teloorgang van dat monument op allerlei agendas weet te krijgen. Tot in Den Haag toe. Hoogtepunt van Peters onvolprezen lobbywerk vormt de komst van toenmalig staatssecretaris van cultuur, Aad Nuis, naar Bedum. En vanaf dat moment komen de restauratieplannen in een stroomversnelling. De toezegging van het rijk om in de omvangrijke restauratiekosten bij te dragen, komt halverwege de jaren 90 eindelijk af. Peters missie is geslaagd. Zijn tomeloze inzet, zijn cultuurhistorisch besef, zijn volhardendheid en vooral zijn diepgewortelde besef dat dat unieke tufstenen kerkgebouw voor het nageslacht behouden móet worden, hebben uiteindelijk gezegevierd boven bureaucratisch geneuzel en getalm. Het is ontegenzeglijk één van de allergrootste verdiensten die hij mag bijschrijven. Bedum is hem alleen daarom veel, erg veel verschuldigd. Ik wil daar even een persoonlijke verzuchting aan toevoegen:

Ik betreur het namelijk zeer dat het juist hem niet gegund is geweest om zijn afscheid plaats te laten hebben in die entourage waaraan hij indertijd zijn hart en ziel verpandde. Een verzoek aan de kerkenraad van de Nederlands Hervormde kerk om de afscheidsreceptie daar te laten plaatshebben is dat weet ook Peter afgewezen. Die afwijzing doet geen recht aan de verdiensten die hij voor het behoud en voor de toekomst van dat unieke bouwwerk heeft gehad. Daar is als het aan het college ligt het laatste woord nog niet over gesproken.

28 jaar betrokken bij het gemeentebestuur. Maar ook: 28 jaar van huis. Met een noodgang naar de collegezaal. Op een draf naar een bespreking met bestuurders in ik noem maar wat Heiligerlee. Snel een hap van een broodje tussendoor. Raadsvergadering voorbereiden. In het begin tot diep in de nacht. Spoorslags naar een uitvoering van de plaatselijke muziekvereniging. Overleg met voorzitters van sportverenigingen. Vergadering van zijn plaatselijke PvdA. De regioraad roept. Weer wat te laat in dat overleg met ambtenaren. Is ook zo: portefeuillehoudersoverleg van de ARCG! Peter de Graaf kwam zijn dagen wel door. En zijn avonden en nachten ook wel Ik heb mij laten vertellen dat hij, ergens aan het begin van zijn carrière als wethouder, de weg naar zijn huis niet meer wist te vinden en pardoes in een verder aardedonker gemeentehuis in slaap is gesukkeld. Kea heeft het er de afgelopen jaren niet gemakkelijk mee gehad. Met die echtgenoot die soms bijna letterlijk van hot naar her vloog. Zoef de Graaf, luidde op een bepaald moment zijn bijnaam binnen de muren van het gemeentehuis. U begrijpt waarschijnlijk wel waarom

Maar er was natuurlijk ook tijd voor ontspanning. Samen met de collega-bestuurders naar congressen. Dan ontdooide die zakelijke wethouder wat. Dan leerde je een kant van hem kennen die hij voor de buitenwacht zorgvuldig afschermde. Dan stak die toch wat rebelse rechtenstudent Peter de Graaf uit die roerige jaren 60 weer even de kop om de hoek. Dan was het lachen. Dan was het ook kameraadschap. Dan was die wat technocratische kant van hem ver, heel ver te zoeken. Het zijn juist die momenten die mij vooral zullen bijblijven. Zoals die keer dat we met de slaaptrein terugkeerden van ons eerste bezoek aan partnergemeente-in-spé, Zbaszynek in Polen. Bij het ontwaken na een nacht waarin de fles in de coupé nogal duchtig van mond tot mond was gegaan bleek we bevonden ons ergens in de buurt van Hengelo Peters broek spoorloos verdwenen. Niet dat hij daar echt om maalde, maar vervelend was het natuurlijk wel. Omdat Sinterklaas diezelfde dag door het voltallige college zou worden verwelkomd. En die beroemde balkonscène in de onderbroek? Nee, dat maar niet. De balkonscène én Peter de Graaf werden net op tijd gered. Maar het hing aan een zijden, pardon: katoenen draadje Khakikleurig, meen ik mij te herinneren.

Ik noemde Kea net al even. Peters echtgenote die ondanks zijn buitengewoon hectische bestaan pal naast hem bleef staan. Hoewel ze zich ongetwijfeld wel eens zal hebben afgevraagd waarom hij in de vrede vrijwel alle energie daar in dat politieke circus aan de Schoolstraat spendeerde. Twee huwelijken hield hij er ongeveer een kwart eeuw op na. Het is in Nederland niet bepaald gebruikelijk polygamie te belonen. Ik zou haast zeggen: integendeel. Maar op die regel past een uitzondering. Een eenmalige. In 2002 toen het even leek dat Peter de Graafs kwaliteiten definitief voor de gemeente verloren zouden zijn werd Peter Sikko de Graaf door Hare Majesteit Koninklijk onderscheiden. Ridder Peter, zo mocht hij zich vanaf dat moment noemen. Welverdiend, natuurlijk. Tijdens diezelfde gelegenheid viel hem de erepenning van de gemeente Bedum ten deel. Niet minder welverdiend, dat spreekt voor zich. Tja, en dan heb je je kruit verschoten, zou je zo zeggen. Vier jaar lang nog meer eelt op het zitvlak creëren; dat telt niet voor Koningin Beatrix. En die erepenning. Dat is doorgaans ook een eenmalige geschiedenis. Toch wil het college, wil Bedum, op een speciale wijze op een blijvende manier bedankt zeggen voor die schier eindeloze rij aan verdiensten. Een welgemeend bedankt voor en ik doe nu even een volstrekt willekeurige greep:

* het oefenveld voor de voetbalclubs

* de toiletruimte bij de recreatiehaven in Onderdendam
* sluitende begrotingen

* af en toe riante rekeningoverschotten

* de nieuwe nYe Klap

* de vernieuwde Nije Draai

* de gerestaureerde Gele Klap

* de verkeersjanboel die met die drie projecten samenhing
* het behoud van spitsbuslijnen

* het bevorderen van het toerisme

* de aanleg van fiets en wandelpaden

* die schitterende, informatieve gemeentelijke website
* de restauratie van de Walfriduskerk

* de waterende Walfridus aan de Walfriduslaan
* die bronzen picknicktafel achter de Walfriduskerk
* die door jouw Kea zo vermaledijde borst bij de brug bij het gemeentehuis

* die gereconstrueerde Noordwolderweg en Boterdiep Oz
* dat overdekte zwembad op het sportcomplex
* die alertheid en spitsheid in de raadzaal
* de collegialiteit in de college-beraadslagingen
* de boekhoudkundige én rechtskennis

* de collegialiteit, de solidariteit en de kameraadschap
* dat geschiedenisboek dat een draagtijd vergelijkbaar met die van een blauwe vinvis kende

En zo kan ik nog wel even een uurtje doortrekken. Ik doe dat maar niet. Ik neem aan dat jullie kleindochter je tussen de poepluiers en de volgende prak Olvarit af en toe best wel even tijd gunt om alle zegeningen eens écht te tellen. Het meisje zwaait de basisschool waarschijnlijk gedag als Peter met dat werk klaar is. Al die zegeningen, al die inspanningen ten bate van de gemeenschap, die hebben we laten bundelen. En laten verpakken in goud. Het is nog maar één keer eerder in de geschiedenis van Bedum voorgevallen dat er een erepenning-plus werd uitgereikt. Een verguld exemplaar. Een exemplaar dat we laten aanmaken als er iemand afzwaait die zeer uitzonderlijke verdiensten voor de gemeenschap heeft gehad. En dat gebeurt zelden. Peter de Graaf is ontegenzeglijk zon exoot. Een man die hem dubbel en dwars verdiend heeft. Een man die veel, heel veel van dat wat Bedum nu is op zijn conto mag schrijven. Ik wil hem én Kea graag even naar voren hebben. (uitreiking erepenning)

Kea. Peter. Jullie staan aan het begin van een nieuwe start. Dat zal vooral de eerste tijd even wennen worden. Tijd te over. Maar jullie kennende: daar wordt wel invulling aan gegeven. Vast en zeker. Aandacht voor de kinderen en natuurlijk de kleinzoon. In de Citroën naar Frankrijk. Even uitwaaien op Schier. Op de fiets de Groninger vlaktes af pedaleren. Concerten bezoeken. In musea kunst en cultuur snuiven. Dat laatste heeft jullie wederzijdse belangstelling. Hoewel de meningen daarover nog wel eens mijlenver uiteen willen lopen. Een staat van dienst van 24 jaar. 24 jaar betrokkenheid, vorm geven, creëren. Besturen laat zich een beetje vergelijken met het scheppen van kunst. Nadenken over een thema. Het kader vast stellen. De compositie bepalen. De grote lijnen uitzetten. Kleuren aanbrengen. De vlakverdeling in de gaten houden. En als dat alles staat zoals het moet staan: de definitieve vernislaag er over: duurzaamheid waarborgen. Het kwam het gemeentebestuur meer dan passend voor om jullie als afscheidscadeau, als dank voor al datgene wat Peter in de achterliggende periode heeft nagelaten én als dank voor de steun die Kea hem in die hectische periode heeft verleend, een werk te schenken van waddenschilder Geurt Busser. Een kunstenaar, net zo Gronings als het decor waar Peter als wethouder van Bedum, op weg naar de Regioraad bijvoorbeeld, op de fiets doorheen kliefde. Een blijvend geschenk dat jullie binding met Groningen, met Bedum benadrukt. Een geschenk waarvoor aan Velduil 23 ongetwijfeld een plekje is te vinden, want Geurt Busser heeft in onze opdracht vanuit het Oosten (van waaruit ook de wijzen kwamen) een prachtig en uniek aquarel gemaakt van het zicht op Bedum en haar prachtige torens.

Peter en Kea, uit naam van alle Bedumers: hartelijk dank, het ga jullie goed en tot ziens!


-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-