Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 10 en 11 april 2006.

De Minister De Minister

van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

De Staatssecretaris
voor Europese Zaken,

Mr. Drs. A. Nicolaï
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 10 en 11 april 2006

Noot vooraf: kort voor de Raad werden de agendapunten Financiële Perspectieven, Westelijke Balkan en Irak van de agenda verwijderd.

Externe Betrekkingen

WTO/DDA (Wereldhandelsorganisatie/Doha Ontwikkelingsronde) Handelscommissaris Mandelson informeerde de Raad over de laatste ontwikkelingen in de WTO-onderhandelingen, en gaf een korte terugkoppeling van de bijeenkomst op 31 maart en 1 april in Rio de Janeiro, waar onderhandelaars van de EU, VS, Brazilië en DG WTO Lamy aanwezig waren. Hierbij zijn geen besluiten genomen, maar werden wel flexibiliteit en uiterste onderhandelingsposities van partijen afgetast. Ondanks beperkte inhoudelijke voortgang in de afgelopen weken laat de Commissie, daarbij gesteund door de lidstaten, de deadline van 30 april voor onderhandelingsmodaliteiten op het gebied van landbouw en NAMA nog niet los. Indien nodig zal het voorzitterschap eind april/begin mei ambtelijke bijeenkomsten en/of een bijzondere zitting van de Raad in Genève convoceren.

Oekraïne
Ministers benadrukten het belang van continuïteit van politieke en economische hervormingen in Oekraïne. Voordat de Raad de toekomstige relatie tussen de EU en Oekraïne bespreekt dient eerst de nieuwe Oekraïense regering tot stand te komen. Het Oostenrijks EU-voorzitterschap voorziet dat de RAZEB van 15 mei a.s. hierover zal spreken. De bespreking zal plaatsvinden voorafgaand aan de Samenwerkingsraad met Oekraïne over de implementatie van het Actieplan in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid. Alvorens Oekraïne tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) kan toetreden, zal het nieuwe parlement nog verscheidene wetsvoorstellen moeten goedkeuren. Dit is een duidelijke voorwaarde voor een mogelijk diepgaand vrijhandelsakkoord als onderdeel van het zogenaamde 'enhanced agreement' als opvolger van de tot eind 2007 geldende Partnerschap- en Samenwerkingsovereenkomst.

Wit-Rusland
De Raad heeft besloten 31 personen (met inbegrip van president Loekasjenko), die verantwoordelijk waren voor het verloop van de presidentsverkiezingen op 19 maart jl. en voor de repressie van de oppositie, te treffen door het instellen van visumrestricties. Deze lijst kan mogelijk nog worden uitgebreid met andere personen. De Raad heeft ook besloten om de mogelijkheden te onderzoeken van het bevriezen van financiële tegoeden van bepaalde functionarissen. Nederland en enkele andere lidstaten gaven aan voorstander te zijn van een spoedige goedkeuring van een besluit terzake. Intrekking van deze maatregelen zal pas mogelijk zijn na de vrijlating en rehabilitatie van alle politieke gevangenen, significante democratisering en respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden. Ministers benadrukten het belang van ondersteuning van studenten die van onderwijsinstellingen zijn uitgesloten als gevolg van hun deelname aan demonstraties. Daarnaast benadrukten ministers het belang van intensivering van steun aan het maatschappelijk middenveld en van toegang tot onafhankelijke media. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken pleitte voor een zo flexibel mogelijke inzet van EU-fondsen ter ondersteuning van het Wit-Russisch maatschappelijk middenveld en voor een zo open mogelijke dialoog met de Russische Federatie over de ontwikkelingen in Wit-Rusland.

MOVP (Midden-Oosten Vredesproces)
De Raad besprak de relaties van de EU met de door Hamas geleide Palestijnse Autoriteit (PA). Op initiatief van de Benelux besloot de Raad voorlopig af te zien van politieke contacten met de nieuwe PA-regering. Op ambtelijk niveau zullen contacten worden voortgezet, voorzover strikt noodzakelijk voor praktische aangelegenheden. Tegelijkertijd sprak de Raad steun uit voor de Palestijnse president Abbas. De Raad besloot tevens de hulp aan de PA te evalueren in het licht van de drie eisen van het Kwartet (erkennen van Israël, afzweren van geweld, aanvaarden van door de PLO aangegane overeenkomsten en verplichtingen, waaronder de Routekaart). Tot dusverre heeft Hamas niet aan deze eisen voldaan. De Europese Commissie deelde mee dat in afwachting van de uitkomst van deze evaluatie de directe hulp van de Commissie aan de PA is stopgezet. De Raad besloot dat de lidstaten deze lijn zullen volgen, maar tevens dat de EU het Palestijnse volk blijft steunen. Ondersteuning van de basisbehoeften van de Palestijnen wordt daarom voortgezet. Met het oog op verbetering van de humanitaire en economische situatie van de Palestijnen riep de Raad Israël op de overmaking van Palestijnse belasting- en douanegelden te hervatten. De EU - met een half miljard euro de grootste donor van de Palestijnen - zal politieke druk blijven uitoefenen op Hamas om de drie eisen in te willigen. In de komende tijd zal de EU de precieze reikwijdte van hulp voor basisbehoeften van de Palestijnse bevolking dienen te bepalen. Ook zal de EU tot een gemeenschappelijke visie dienen te komen wat betreft de vraag of EU-ministers zullen participeren in multilaterale bijeenkomsten op ministerieel niveau waar Hamas-ministers aan deelnemen. Van belang daarbij is dat belangrijke internationale fora als bijvoorbeeld Euromed niet worden gegijzeld door de Hamas-kwestie.

Bij alle aandacht voor de relaties van de EU met een door Hamas geregeerde PA is het tegelijkertijd van belang aandacht te blijven schenken aan Israëlische activiteiten die een bedreiging voor het vredesproces vormen. Op aandringen van Nederland heeft de Raad Israël dan ook opgeroepen af te zien van elke actie die in strijd is met het internationale recht en die een levensvatbare twee-statenoplossing in gevaar brengt. Hierbij worden met name de nederzettingactiviteit en de bouw van de afscheidingsbarrière op Palestijns land genoemd.

Iran
De ministers wisselden van gedachten over een door Hoge Vertegenwoordiger Solana opgesteld reflectie-papier over de betrekkingen met Iran over de gehele breedte. Het papier bevat een inventarisatie van de middelen die de EU ter beschikking staan om de betrekkingen met Iran te bevorderen. Het papier schetst zowel mogelijke 'carrots' als 'sticks'. De ministers benadrukten het belang van een sterke EU-positie.

De Raad verwelkomde de Voorzittersverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 29 maart jongstleden en de uitkomst van het overleg tussen de ministers van Buitenlandse Zaken van de P5 (China, Frankrijk, Rusland, VK en VS) en Duitsland van 30 maart jongstleden over de nucleaire kwestie. De Raad onderstreepte de eensgezindheid van de internationale gemeenschap om proliferatie van massavernietigingswapens te voorkomen. De Raad riep Iran hernieuwd op alle verrijkingsgerelateerde- en opwerkingsactiviteiten, inclusief onderzoek en ontwikkeling, volledig op te schorten om hervatting van de onderhandelingen mogelijk te maken. De Raad bleef streven naar een diplomatieke oplossing. Daarnaast sprak de Raad zijn zorgen uit over de mensenrechtensituatie in Iran, in het bijzonder met betrekking tot religieuze minderheden en mensenrechtenvoorvechters. Tot slot werd de Europese Commissie verzocht met voorstellen te komen hoe de Iraanse bevolking kan worden bereikt, alsmede voorstellen ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld.

Strategie voor Duurzame Ontwikkeling (SDS)
Er was een debat voorzien op basis van drie vragen die aan alle betrokken Raden worden voorgelegd en die uitnodigen tot bespreking van ambitieniveau, reikwijdte, synergie en organisatie van de duurzaamheidsstrategie. De bespreking was echter hoofdzakelijk procedureel van aard. Het voorzitterschap zette uiteen dat de Europese Raad van juni een herziene duurzaamheidsstrategie zal aannemen, inclusief conclusies hierover. De inbreng daarvoor komt uit de beleidsdebatten in de verschillende Raadsformaties over het herzieningsvoorstel van de Commissie. Tevens nodigde het voorzitterschap de lidstaten uit schriftelijk commentaar te leveren. Slechts enkele lidstaten namen het woord, waarbij zij steun uitspraken voor het geleverde werk en het belang van de strategie benadrukken. EU-Japan Top
Aangezien er nog geen overeenstemming was bereikt over de formulering van een verwijzing naar de hervorming van de VN-Veiligheidsraad in de gemeenschappelijke persverklaring voor de jaarlijkse EU-Japan Top op 24 april in Tokio, legde het voorzitterschap deze kwestie aan de Raad voor. De Raad aanvaardde een compromisformulering waarin wordt verwezen naar het slotdocument van de VN-Top 2005.

Diversen / Turkije
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken stelde de recente ontwikkelingen in Zuid-Oost Turkije aan de orde en maakte melding van tegenstrijdige informatie met betrekking tot de vraag of de reactie van de Turkse autoriteiten op de civiele onrust terughoudend dan wel disproportioneel was. Hij vroeg partners naar hun visie terzake alsmede naar de wenselijkheid van een onafhankelijk internationaal onderzoek. Daarnaast vestigde de Nederlandse minister aandacht op het feit dat ondanks druk van de Europese Commissie er nog steeds geen Zuid-Oost Actieplan tot stand was gekomen dat ook voldoende aandacht besteedt aan de verbetering van de positie van de Koerden. De recente ontwikkelingen in Zuid Oost Turkije zijn reden temeer voor een spoedige totstandkoming van een dergelijk plan. Het voorzitterschap beaamde dat het te betreuren valt dat het plan nog niet is voltooid en zegde toe in contacten met Turkije druk te zullen blijven uitoefenen.

Diversen / hervormingen van de Verenigde Naties (Ministers van BZ) De waarnemend minister van Buitenlandse Zaken van Zweden benadrukte het belang van blijvende aandacht te behouden voor de 'follow-up' van de VN-top van medio september 2005, in het bijzonder managementhervorming, de nieuwe Mensenrechtenraad en de strategie inzake terrorismebestrijding.

Diversen: overstromingen in centraal-Europa
Hongarije informeerde de Raad over de recente overstromingen als gevolg van de hoge rivierwaterstanden en de stappen die zijn genomen om dit probleem regionaal te bespreken. Een aantal van de getroffen lidstaten overwoog een beroep te doen op de Unie voor steun. Een lidstaat opperde dat de criteria voor het Solidariteitsfonds flexibeler en praktischer worden toegepast. De Commissie gaf aan dat er verschillende mogelijkheden en instrumenten zijn en dat per geval bezien zou moeten worden welke middelen op welke gronden worden ingezet.

Diversen: uitbreiding van de CEFTA
Roemenië maakte melding van de uitbreiding van de CEFTA (Central European Free Trade Agreement) met de landen uit de Westelijke Balkan plus Moldavië.

Ontwikkelingsaangelegenheden

EU-strategie Caraïben
De conclusies over de EU-Caraïben strategie werden als hamerstuk door de Raad vastgesteld.

10e EOF(Europees Ontwikkelings Fonds): financiële protocol en intern akkoord De discussie in de Raad over het 10e EOF spitste zich toe op de door de Commissie voorgestelde ophoging met beheerskosten en de envelop voor de Landen en Gebieden Overzee (LGO). Een groot aantal lidstaten wees ophoging van het 10de EOF af en gaf aan vast te willen houden aan het plafond van E22,682 miljard zoals afgesproken op de Europese Raad in december. Niettemin stelden enkele lidstaten de financiering van de LGO uit het EOF ter discussie. De Commissie gaf aan vast te willen houden aan de ophoging van het EOF omdat anders de toezeggingen aan de ACS landen (landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan) niet zouden worden nagekomen. Volgens de Commissie was deze benadering de juiste interpretatie van de ER conclusies. Nederland benadrukte dat het 10de EOF significant hoger is dan het 9e EOF (meer dan E1 miljard per jaar extra). De door de CIE voorgestelde ophoging met beheerskosten was, gezien de praktijk van de vorige fondsen, zeer ongebruikelijk. De LGO werden al sinds Lomé uit het EOF gefinancierd en tijdens de ER was niet besloten de LGO op andere wijze te financieren. Ook hadden de beheerskosten altijd integraal deel uitgemaakt van het overeengekomen EOF. Het voorzitterschap verwees het onderwerp voor verdere discussie naar het Comité van Permanent Vertegenwoordigers te Brussel (Coreper) De Commissie kondigde aan met compromisvoorstellen te zullen komen, zodat in de Razeb van 15 mei een akkoord kon worden bereikt en tijdens de ACS-EG Raad op 1 en 2 juni een gezamenlijk besluit met de ACS landen kon worden genomen. Commissaris Michel kreeg onder dit agendapunt tevens de gelegenheid kort in te gaan op de implementatie van de Afrika strategie en verslag te doen van de regionale seminars over de programmering van het 10e EOF. De Commissie gaf aan te streven naar nauwere samenwerking tussen de EU lidstaten en de Gemeenschap voor wat betreft de uitvoering van de EU Afrika Strategie en de programmering van de hulp. In het licht van de discussie over ODA (Official Development Assistance) middelen en de recente uitkomst van het overleg tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie (triloog), vroeg Nederland om meer aandacht voor de armoedefocus bij de uitwerking van de modaliteiten in categorie 4 en met name in het Development Cooperation and Economic Cooperation instrument. Het Verenigd Koninkrijk ondersteunde dit pleidooi.

EU hulp: kwantiteit en effectiviteit van de hulp en het Geactualiseerd Common Framework for Country Strategy Papers De Raad bereikte overeenstemming over het EU Aid Effectiveness Package, dat zowel ingaat op de ODA doelstellingen van de EU alsook op afspraken over het verbeteren van de effectiviteit van de hulp. Hiertoe nam de Raad een geactualiseerde versie aan van het sinds 2000 geldende Common Framework for Country Strategy Papers (CFCSP). Nederland pleitte voor een daadkrachtige implementatie en systematische monitoring van alle afspraken die de afgelopen jaren gemaakt werden tussen de lidstaten en de Commissie. Nederland riep in dit verband de lidstaten op zich, conform de raadsconclusies van mei 2005, in te zetten de interim ODA doelstellingen voor 2010 na te komen. Tevens deed Nederland een beroep op alle partijen om de aanbevelingen van de Ad-Hoc Working Party on Harmonisation and Alignment van november 2004, de Paris Declaration on Aid Effectiveness, alsmede de vier additionele EU toezeggingen tijdens het High Level Forum uit te voeren. Dit pleidooi werd door Finland, Zweden en Denemarken ondersteund. Daarnaast is in de Nederlandse interventie aandacht gevraagd voor een aantal operationele zaken zoals de lokale actieplannen, de gezamenlijke programmering, de complementariteit van de Commissie ten opzichte van de EU lidstaten en vice-versa, de verdere voortgang in de decentralisatie van bevoegdheden naar veldniveau en de aanpassing van regelgeving die gezamenlijke financiering tussen lidstaten en de Commissie mogelijk moet maken. De Commissie werd opgeroepen extra aandacht te besteden aan communicatie over ontwikkelingssamenwerking. Parlementen, maatschappelijk middenveld en de NGO-gemeenschap dienden hierover langs diverse kanalen geïnformeerd te worden. Ten slotte verwelkomde Nederland de European Development Days in 2006, die tot doel hebben het draagvlak voor Europees OS beleid te vergroten. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk wezen onder dit agendapunt op het belang van innovatieve financiering teneinde de Millenniumdoelen te behalen.

Beleidscoherentie voor ontwikkeling
De Raad heeft conclusies aangenomen op het gebied van beleidscoherentie voor ontwikkeling, naar aanleiding van het Werkprogramma OS-Beleidscoherentie 2006-2007. Nederland sprak waardering uit voor de vooruitgang die de laatste jaren in EU-kader is gemaakt op het gebied van beleidscoherentie voor ontwikkeling. Lidstaten zelf gaven ook steeds meer aandacht aan het onderwerp. De conclusies weerspiegelden deze vooruitgang. Het kwam nu echter vooral aan op vertaling van het beleid naar concrete acties. In dit kader werd in de Nederlandse interventie de nadruk gelegd op de zogenaamde drie "C's". Vereist waren 'commitment', capaciteitsversterking en concretisering. Ministers voor Ontwikkelingssamenwerking dienden hun eigen collegae in hun respectieve kabinetten te engageren; wat betreft capaciteit diende geïnvesteerd te worden in het vrijmaken van gekwalificeerd personeel; ten aanzien van concretisering diende de aandacht vooral uit te gaan naar een praktische coherentieagenda voor de komende twee jaren. Op die agenda hoorden in ieder geval thuis: WTO/DDA (Wereldhandelsronde/, Doha Development Agenda') herziening preferentiële oorsprongsregels (EBA, "Everything But Arms"), hervorming van de groente- en fruitsector, en visserijakkoorden (o.a. met Mauretanië). De Nederlandse opstelling kreeg steun van Zweden, Denemarken, Duitsland en van Commissaris Michel. Het Deense voorstel voor aanstelling van een adviseur voor beleidscoherentie binnen de Raad werd bijgevallen door Commissaris Michel. Duitsland ging met name in op de ervaringen die opgedaan waren ten aanzien van coherentie bij de opstelling van een nationaal duurzaamheidsbeleid. Het is de bedoeling dat er in de RAZEB van juli een besluit zal worden genomen over een "rolling" werkprogramma.

Humanitaire hulp
De Raad besprak de jongste stand van zaken met betrekking tot de samenwerking tussen de VN en de EU op het gebied van humanitaire hulp. Directe aanleiding voor deze discussie was de niet vlekkeloos verlopen samenwerking tussen ECHO enerzijds (European Commision Humanitarian Office) en OCHA anderzijds (VN-office for the Coordination of Humanitarian Affairs) in Pakistan, mede als gevolg van de omslachtige procedures van ECHO. De Commissie gaf aan dat de samenwerking tussen ECHO en OCHA inmiddels weer redelijk goed verloopt. Tevens werd beaamd dat de VN hervormingen op humanitair gebied een belangrijke stap voorwaarts zijn gebleken, en dat deze nu al concrete resultaten opleveren. Echter, het pleidooi van onder andere Nederland om de ECHO procedures te vereenvoudigen teneinde toekomstige samenwerking met de VN nog beter te laten verlopen werd door Commissaris Michel van de hand gewezen. De ECHO procedures waren reeds zeer flexibel en behoefden geen aanpassing. Het was veeleer aan OCHA om maatregelen te nemen.

Verschillende lidstaten riepen op om humanitaire hulp en wederopbouw nauwer op elkaar te laten aansluiten en om beter gebruik te maken van militaire capaciteit in crises en de eerste fase van wederopbouw. Tenslotte vroegen de Commissie en Frankrijk aandacht voor het zogenaamde Barnier rapport over de capaciteiten van de EU op het gebied van crisispreventie. Dit rapport zal op de Europese Raad van juni 2006 voorliggen.

Diversen / hervormingen van de Verenigde Naties (Ministers van OS) Op verzoek van Nederland werd gesproken over de stand van zaken ten aanzien van het VN hervormingsproces. Nederland pleitte voor hervorming van het VN-stelsel op basis van het beginsel van four ones op landenniveau: één VN-kantoor, één VN vertegenwoordiger, één programma en begroting en één financieringsmechanisme. Ook benadrukte Nederland het belang van meer voorspelbare financiering van de VN. Een drie pijler structuur (Humanitaire hulp-OS-Milieu) zou het VN (OS) optreden beter vorm kunnen geven en effectiever kunnen maken. Het VK sloot zich aan bij de Nederlandse interventie. De Commissie, als lid het Panel dat verantwoordelijk is voor deze hervormingen, nodigde de lidstaten uit concrete suggesties te doen.

Energie in de context van ontwikkelingssamenwerking Tijdens het diner op maandagavond 10 april is gesproken over energie en ontwikkeling en meer in het bijzonder over het Investment Framework for Clean Energy and Development, zoals opgesteld door de G8 en nader uitgewerkt door de Wereldbank. Nederland vindt dat het Investment Framework te weinig rekening houdt met de armste ontwikkelingslanden en heeft de EU lidstaten opgeroepen te pleiten voor een Energy for Development Window.

Migratie en Ontwikkeling
Tijdens het diner gingen de Benelux-ministers in op de uitkomsten van de op 15 - 16 maart in Brussel gehouden conferentie over migratie en ontwikkeling. Nederland onderstreepte het belang van migratie als onderwerp voor ontwikkelingssamenwerking en vroeg aandacht voor capaciteitsopbouw in landen van herkomst, tijdelijke arbeidsmigratie, het tegengaan van brain drain en het accommoderen van tijdelijke uitzending van hooggekwalificeerde migranten. Er bestond brede overeenstemming over het belang van een actieve rol van OS ministers in de horizontale discussie in aanloop naar de VN Top. Het Oostenrijks voorzitterschap gaf aan dat in overleg met het inkomende Fins voorzitterschap bekeken zal worden hoe de OS inbreng kan worden meegenomen in de voorbereiding van de EU positie in VN kader. Het onderwerp remittances (overmakingen van migranten) kwam tevens uitgebreid aan bod.


---- --