Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake reisverslag Latijns-Amerika

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Westelijk Halfrond
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum  |21 april 2006                      |Behandel|M.S. Kappeyne      |
|       |                                   |d       |vanCoppoppeCoppello|
|Kenmerk|DWH/ZM-078/06                      |Telefoon|0031-70-3484241    |
|Blad   |1/5                                |Fax     |0031-70-3485472    |
|Bijlage|                                   |dwh@minbuza.nl               |
|(n)    |Reisverslag Latijns-Amerika        |                             |
|Betreft|                                   |                             |
|       |                                   |                             |
|       |                                   |                             |
|       |                                   |                             |
|       |                                   |                             |
|       |                                   |                             |
|       |                                   |                             |
Hierbij doe ik u verslag toekomen van mijn bezoek aan Peru, Bolivia en Chili van 27 - 29 maart 2006, evenals van het gesprek met mijn Argentijnse ambtgenoot op 31 maart 2006 te Buenos Aires.

Inleiding
De belangrijkste doelstellingen van mijn bezoek aan bovengenoemde drie landen, voorafgaand aan mijn aanwezigheid tijdens het Staatsbezoek van Hare Majesteit de Koningin aan Argentinië, waren versterking van de goede, bilaterale betrekkingen tussen de betrokken landen en Nederland, alsmede een nadere oriëntatie op de politieke en economische situatie van de Andes-regio. Het politieke landschap in Latijns-Amerika is de afgelopen jaren fors veranderd. De recente presidentsverkiezingen in Bolivia en Chili zijn daarvan een voorbeeld. Dit jaar zullen in nog zeven landen presidentsverkiezingen worden gehouden, die naar het zich thans laat aanzien in een aantal landen opnieuw politieke veranderingen met zich mee zullen brengen. De gestage economische groei in de meeste landen van het continent heeft nog onvoldoende verbetering in de situatie van de grote groepen allerarmsten gebracht. Integendeel, de kloof tussen arm en rijk groeit nog steeds, ook in de Andes-regio, en bergt het risico in zich van ondermijning van de sociale cohesie en daarmee van politieke stabiliteit. Daarom acht ik het van groot belang dat Nederland, maar ook de Europese Unie als geheel, meer aandacht geven aan Latijns-Amerika dan in de afgelopen jaren het geval was.

In Lima sprak ik met de Peruaanse president, Alejandro Toledo, premier Pablo Pedro Kuczynski en mijn ambtgenoot, Oscar Maurtua de Romana. In La Paz had ik ontmoetingen met president Evo Morales, vice-president Alvaro Garcia Linera en met mijn ambtgenoot David Choquehuancua. Tevens voerde ik een gesprek met minister Andres Soliz van Koolwaterstoffen en de president van het staatsbedrijf voor olie en gas, Jorge Alvarado. In Santiago ontmoette ik mijn ambtgenoot, Alejandro Foxley, en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Alberto van Klaveren. En marge van het Staatsbezoek aan Argentinië voerde ik besprekingen met mijn ambtgenoot Taiana.

Peru
Tijdens mijn bezoek stond Peru aan de vooravond van de presidentsverkiezingen, waarbij de nationalistische kandidaat, Humala, steeds hogere ogen leek te gooien. Een factor van betekenis lijkt daarbij te zijn dat het merendeel van de bevolking tot nu toe nog onvoldoende heeft kunnen profiteren van de rooskleurige economische ontwikkelingen met een groei van gemiddeld 4% in de afgelopen jaren bij beperkte inflatie. Mijn bezoek was het eerste bezoek van een Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken aan dit land. Mijn collega van Ontwikkelingssamenwerking, minister Van Ardenne, bezocht Peru in februari 2005. De betrekkingen tussen Nederland en Peru zijn sinds 2003 geëvolueerd van een relatie die vooral in het licht stond van ontwikkelingssamenwerking naar een relatie met een meer economisch en politiek karakter. Toch levert Nederland via MFO's en velerlei programma's uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking nog altijd een substantiële bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van Peru. In dit verband heb ik bij alle gesprekspartners de wens van de Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden opgebracht om de status van ontwikkelingsbank te verkrijgen. Hierop is positief gereageerd. Met mijn ambtgenoot Maurtua wisselde ik van gedachten over onder meer multilaterale kwesties en de komende EU-LAC top in Wenen. Ik onderstreepte dat de EU de onderlinge samenwerking tussen de Andes-landen in de aanloop tot een eventueel associatieakkoord wil bevorderen. Ook president Toledo gaf aan nauwere samenwerking met de EU te willen, niet alleen op het gebied van handel maar ook bijvoorbeeld inzake alternatieve energie, water, en het verdedigen van democratische waarden. Door het strengere beleid tegen de cocateelt in buurland Colombia is sprake van groei van die teelt in Peru. De Peruaanse autoriteiten hadden dan ook bij Nederland om een missie van experts gevraagd die zou kunnen adviseren over controle op illegale drugstransporten in de haven van Lima. Ik heb de komst van deze missie, die ook de haven van Guayaquil in Ecuador zal bezoeken, toegezegd.

Bolivia
Mijn bezoek aan Bolivia vond plaats in het kader van de follow-up van president-elect Evo Morales' bezoek aan Den Haag op 5 januari jl. Ook hier was mijn bezoek het eerste van een Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken aan dit land. Minister Van Ardenne bezocht Bolivia in juni 2004 . Ik heb in La Paz aangegeven groot belang te hechten aan voortzetting van de politieke dialoog met Bolivia en gepleit voor een verdere versterking van de samenwerking met de Europese Unie. De energiesamenwerking en de steun bij de opzet van een sociaal-economische raad, waarover ik in januari jl. met president Morales afspraken heb gemaakt, kwamen uitgebreid aan de orde. Eind april zal een SER-missie plaatsvinden. President Morales is voornemens een voorstel voor de opzet van een Boliviaanse sociaal-economische raad, gebaseerd op de Nederlandse ervaringen met de SER, voor te leggen aan de Constituerende Vergadering, die in de tweede helft van 2006 van start zal gaan. Bij de minister voor Energie benadrukte ik dat een goede samenwerking tussen de Staat en het bedrijfsleven, zoals in Nederland met betrekking tot het Nederlandse aardgas, van groot belang is wil Bolivia ten volle kunnen profiteren van zijn gasrijkdom. Een eerste missie vanuit Nederland vond al plaats en de eerste medewerkers van het Boliviaanse staatsoliebedrijf zijn inmiddels op cursus in Nederland. Doel (op termijn) is de oprichting van een kennisinstituut dat Bolivia in staat zal stellen zelf onderzoek te doen en opleidingen te verzorgen voor de ontwikkeling van deze voor de Boliviaanse economie vitale sector. Nederland wil graag de helpende hand bieden bij de ontwikkeling van de gassector, en een ORET projectvoorstel voor de realisering van 45.000 aansluitingen op het gasnet zal binnenkort worden ingediend bij de Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden. Ik heb bij de verschillende gesprekspartners het belang van een dialoog en de noodzaak voor verdere regionale samenwerking opgebracht. Het Nederlandse Ontwikkelingssamenwerkingsprogramma, vooral gericht op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling, zal onverkort worden voortgezet.

Chili
Mijn verblijf in Santiago startte ik met een bezoek aan de "Villa Grimaldi", het beruchte detentie- en martelcentrum voor politieke gevangenen ten tijde van het regime van Pinochet. De plek is thans een indrukwekkend centrum voor herdenking van verdwenen gevangenen en vormt tevens permanente aanklacht tegen martelpraktijken. Na dit bezoek voerde ik besprekingen met mijn ambtgenoot Foxley. Hij stelde onder meer dat in een globaliserende wereld alleen een open economie in combinatie met een democratische samenleving duurzame vooruitgang kan brengen, en dat vooral daaraan derhalve op het Zuid-Amerikaanse continent hard moet worden gewerkt. Beïnvloeding van buiten af kon het beste geschieden op een vriendschappelijke en constructieve wijze. Hij hoopte op meer Europese betrokkenheid en steun voor democratische bewegingen. De politieke veranderingen in de verschillende landen hadden ieder hun eigen dynamiek. Zij waren niet goed met elkaar te vergelijken of te omvatten met een algemeen oordeel als "zwaai naar links". Ook in dit gesprek kwamen onze gelijkgezindheid wat betreft een aantal multilaterale kwesties duidelijk naar voren. Ratificatie van het door Chili al wel ondertekende verdrag tot oprichting van het Internationaal Strafhof zal echter vermoedelijk nog geruime tijd op zich laten wachten door binnenlands politieke onenigheid, begreep ik. Aangaande de komende EU-LAC Top in Wenen waren wij het erover eens dat de agenda beperkt moest blijven om een goede echte discussie mogelijk te maken. Aan Chileense zijde bestond grote belangstelling (en bewondering) voor de voortgang van het Europese integratieproces. Ik heb mijn gesprekspartners uitgelegd dat het Nederlandse nee tegen de Europese Grondwet geen nee vormde tegen verdere integratie. Tenslotte bespraken wij de uitstekende samenwerking tussen onze ministeries van Defensie, waarbij Defensie de training verzorgt voor Chileense toekomstige opvarenden van de door Chili van Nederland aangekochte vier fregatten. Ik heb mijn Chileense gesprekspartners verzekerd dat in Nederland thans gestreefd wordt naar meer differentiatie in de MVV-regelgeving, die het voor de Chileense marinemensen minder moeilijk en tijdrovend zou moeten maken in Nederland gedurende bepaalde tijd training en opleiding te volgen.

Gesprek met mijn Argentijnse ambtgenoot Taiana
En marge van het Staatsbezoek aan Argentinië had ik de gelegenheid politieke consultaties te voeren met minister Taiana. Ik prees het voorspoedige economische herstel in Argentinië en de inspanningen met het verleden af te rekenen. Mijn gesprekspartner memoreerde hoe Argentinië zich evenals Nederland inzet voor de internationale rechtsorde, getuige de actieve rol van Argentinië in de Veiligheidsraad en de Argentijnse deelname aan vredesoperaties in Haïti. Het Staatsbezoek bewees de bijzondere wending in de betrekkingen tussen beide landen sinds het kroonprinselijk huwelijk. Ik gaf aan dat in Nederland, maar ook Europa, de belangstelling voor Latijns-Amerika toeneemt, getuige ook mijn bezoeken nu aan een aantal Zuid-Amerikaanse landen. Ik vroeg naar zijn inschatting van het krachtenveld in Zuid-Amerika nu de laatste jaren wat anders georiënteerde regeringen aan het bewind komen. Minister Taiana wees er op dat de overgang van regeringen van de ene naar de andere signatuur overal rustig verliep en dat er eigenlijk overal sprake is van redelijke stabiliteit. Dat is een belangrijk winstpunt. De onderlinge verhoudingen bevinden zich in een zeker evenwicht. Het is vooral van belang landen niet te isoleren, maar landen met een nieuwe regering zoals Bolivia juist te helpen. Alle regeringen van het continent zijn op democratische wijze aan de macht gekomen. Er is sprake van heel verschillende persoonlijkheden, doch ook President Kirchner spant zich in om iedereen aan boord te houden, en de verschillende leiders zijn pragmatischer dan wellicht op het eerste gezicht lijkt. Ik onderstreepte het belang van regionale samenwerking in Latijns-Amerika, ook om in economisch opzicht voldoende tegenwicht te kunnen bieden tegen snel opkomende markten als China en India. Revitalisatie van Mercosur is in dit kader van groot belang, evenals versterking van de politieke en economische betrekkingen en samenwerking tussen Europa en Latijns-Amerika.

Tijdens de komende EU-LAC Top in Wenen op 11 en 12 mei as. hoop ik vele van mijn Latijns-Amerikaanse collega's (opnieuw) te treffen en te spreken.

Dr. B.R. Bot
Minister van Buitenlandse Zaken


---- --