MINBZ: Van Ardenne verhoogt noodhulp voor droogte Afrika
Ministerie buza
http://www.minbuza.nl
Om de 15 miljoen slachtoffers van de droogte in de Hoorn van Afrika te helpen, heeft
minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) de noodhulp voor deze regio verhoogd tot
in totaal 21,8 miljoen euro. Eerder dit jaar is al een bedrag van 7 miljoen euro
beschikbaar gesteld voor internationale hulporganisaties om de noden te lenigen. In een
aantal regio's is de veestapel als gevolg van de droogte met meer dan 1/3 geslonken. De
aanhoudende droogte leidt tot opgedroogde waterbronnen en uitgedroogd land. De
graanproductie in Somalië is met 80% gedaald. De prijzen van voedsel en zaden rijzen
de pan uit. Van de kinderen jonger dan vijf jaar heeft 30% te lijden van ondervoeding.
Volgens de VN is in totaal ruim 876 miljoen dollar nodig om de slachtoffers in Eritrea,
Ethiopië, Somalië, Kenia en Tanzania te voorzien van voedsel, water en
levensreddende zorg.
De 14,8 miljoen euro die Nederland extra beschikbaar stelt voor noodhulp in de Hoorn van
Afrika zal worden besteed via Unicef (4,8 miljoen euro), de FAO (2 miljoen euro) en het
VN-Voedselprogramma (8 miljoen euro). Unicef geeft bij de hulpverlening specifieke
aandacht aan moeders en kinderen en speelt een belangrijke rol in de regio als het gaat
om het beschikbaar stellen van water en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en
(bij)voeding.
Via het VN-voedselprogramma draagt Nederland bij aan de massale voedselhulp, die nu nodig
is in de Hoorn van Afrika. Naast het lenigen van de directe nood, blijft Nederland echter
ook inzetten op een meer structurele oplossing. Met de bijdrage aan FAO helpt Nederland
ondermeer het veemanagement en de voedselveiligheid te verbeteren.
Met een totale bijdrage van 21,8 miljoen euro behoort Nederland tot de grootste donoren
aan de Hoorn van Afrika. De Verenigde Staten zijn goed voor 113 miljoen euro, de Europese
Unie draagt 49 miljoen euro bij. Andere Europese landen die bijdragen zijn o.a. Verenigd
Koninkrijk (16 miljoen euro), Noorwegen (16 miljoen euro), Zweden (7,8 miljoen euro) en
Denemarken (3,5 miljoen euro).