Ingezonden persbericht


Kennisniveau werknemers belangrijkste concurrentievoordeel

Eén op de vijftien werknemers heeft grote moeite met lezen en schrijven

Weinig werkgevers zijn zich bewust dat laaggeletterdheid ook binnen hun bedrijf kan voorkomen. De grote nadruk in onze maatschappij op kennis en de verwerving ervan maakt het noodzakelijk om in voldoende mate lees-en schrijfvaardigheden te beheersen. Niet alleen omdat laaggeletterdheid het functioneren van mensen in het dagelijks leven en in het werk belemmert, maar ook omdat de kenniseconomie vraagt om steeds beter opgeleide werknemers.

Dit blijkt uit een onderzoek in opdracht van Stichting Lezen & Schrijven. Het rapport 'Laaggeletterd in het werk' is vandaag in Den Haag door H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden, voorzitter van de stichting, aangeboden aan het Dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad. Het onderzoek is uitgevoerd door TNO. Het is de eerste keer dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe groot het probleem is van laaggeletterdheid op de werkvloer.

De onderzoekers hebben aan de hand van zeven beroepen onderzocht welke lees-, schrijf- en rekentaken lager opgeleide werknemers moeten uitvoeren. En met welke taken of veranderingen daarin de laaggeletterden de meeste problemen hebben. Het onderzoek laat zien welke niveaus van geletterdheid worden gevraagd van bijvoorbeeld schoonmakers, beveiligingsbeambten of verkoopmedewerkers.

Rond de 6% van de werknemers in ons land kan niet of met zeer veel moeite lezen en schrijven. Technologische ontwikkelingen in de komende vijf à tien jaar maar ook hogere eisen die klanten stellen, zullen grote gevolgen hebben voor de onderzochte beroepen. Kennisniveau en vaardigheden moeten daarom op een hoger peil worden gebracht. Gebeurt dat niet dan stijgt het aantal werknemers dat ernstig wordt belemmerd in hun functioneren, tot 30% van de beroepsbevolking.

Door de ontwikkeling naar een kennissamenleving moeten bedrijven meer aandacht geven aan hun concurrentiekracht en meer innoveren. Het kennisniveau van hun werknemers is hierbij een belangrijk voordeel. Ook laagopgeleide werknemers moeten zich daarom scholen en zorgen dat ze ontwikkelingen bijhouden om breed inzetbaar te zijn. "Onze gezamenlijke ambitie is om te bouwen aan een sterke, sociale en duurzame economie. Met 1,5 miljoen mensen die door het gebrek aan lees- en schrijfvaardigheden niet mee kunnen komen, komt deze ambitie serieus in gevaar," aldus Prinses Laurentien bij de aanbieding van het rapport.

Den Haag, 21 april 2006



Ingezonden persbericht