Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
39 Vragen van de heer V. Oldenborg
(vragen binnengekomen op 25 april 2006)

In de gemeente Utrecht staan duizenden verkeersborden. Op sommige plekken (zoals bijvoorbeeld de Twijnstraat) staan er veel te veel, andere borden zijn zodanig verweerd dat ze onleesbaar zijn geworden en weer anderen ontnemen het zicht op een stoplicht (zoals bijvoorbeeld de P-zoneborden aan het begin van de Jutphaseweg).

En op weer andere plekken valt het juist op dat ze ontbreken. Zoals bijvoorbeeld op de gevel van het adres Draaiweg 3, waar maar liefst 3 straatnaamborden zijn verdwenen als gevolg van de slopershamer, evenals 3 bordjes van de brandweer met verwijzingen naar bluswaterputten.
Straatnaamborden zijn hét voorbeeld van verkeersborden waar iedereen het nut wel van inziet.

Straatnaamborden zijn eigendom van de gemeente, en in de APV (art 28) wordt het verwijderen van alle verkeersborden voorbehouden aan de gemeente. Omdat er in de toekomst ongetwijfeld nog meer panden gesloopt en herbouwd zullen worden, de productie van straatnaamborden vanzelfsprekend geld kost en de bezoekers van de stad recht hebben op een goede bewegwijzering, heeft Leefbaar Utrecht de volgende vragen aan het College van B&W:

1. Wat zijn de geldende voorschriften inzake verkeers- en straatnaamborden welke bevestigd zijn aan een te slopen pand?
2. Wie is er verantwoordelijk voor het veiligstellen van de betrokken borden?
3. Welke beleidslijnen zijn er inzake het terughangen van de verwijderde verkeers- en straatnaamborden? Welke termijnen worden hierbij in acht genomen?
4. Is het College het met Leefbaar Utrecht eens dat deze procedures nog eens nauwkeurig tegen het licht gehouden moeten worden?
5. Wanneer keren de straatnaamborden van het pand Draaiweg 3 terug op hun plek?


---- --