Nieuwe RPB-studie Wegen naar economische groei

Ruimtelijk planbureau

http://www.ruimtelijkplanbureau.nl

Investeren in wegen naar Amsterdam leidt tot meer economische groei

Voor de economische ontwikkeling van Nederland is het van belang dat de wegen in en om de grote steden worden verbeterd ten behoeve van het woon-werkverkeer. Dit geldt met name voor de regio rond Amsterdam. Op de langeafstandsverbindingen zijn het de wegen vanuit het oosten en zuidoosten naar Amsterdam, en Utrecht, die van belang zijn voor de economie. Met name de verbetering van de A2 levert daarbij de meeste baten op.

Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit de studie 'Wegen naar economische groei' die het Ruimtelijk Planbureau op 27 april heeft gepresenteerd. De auteurs hebben in de studie onderzocht welke extra investeringen - dus bovenop de al voorgenomen plannen tot 2020 - in het hoofdwegennet en onderliggend wegennet het meest bijdragen aan een verdere economische groei van Nederland.

Een goed functionerend wegennet is van groot belang voor de economische ontwikkeling van Nederland. De kosten van investeringen in infrastructuur zijn echter hoog en het rendement is verschillend. De overheid moet dan ook zorgvuldig afwegen op welke plaatsen door middel van infrastructuurverbetering in de bereikbaarheid van een regio wordt geïnvesteerd. De studie biedt handvatten voor deze beslissingen door aan te geven wat de effecten zijn voor de Nederlandse economie van investeringen in de fysieke infrastructuur.

Verbindingen binnen de regio meest belangrijk voor woon-werkverkeer Voor de economische groei is met name het wegnemen van belemmeringen in het woon-werkverkeer over korte afstanden van belang. Vooral de betere bereikbaarheid binnen de regio Groot Amsterdam leidt tot een hogere economische groei voor Nederland als geheel. In en rond de grote steden is ook het onderliggende wegennet van groot belang voor de Nederlandse economische ontwikkeling.
Over wat langere afstanden kunnen investeringen in de verbindingen voor woon-werkverkeer naar Amsterdam en Utrecht eveneens een forse bijdrage aan de economische groei opleveren. Het gaat hier met name om de A6, de A27 vanuit de Flevopolder naar Amsterdam en Utrecht, de A2 tussen Amsterdam en Utrecht, de A4 tussen Amsterdam en Leiden en de A12 van Ede tot Utrecht .

A2 meest geschikte langeafstandsverbinding voor extra investeringen Worden ook de reistijdverbeteringen voor het goederenvervoer in de afwegingen meegenomen, dan worden lange afstanden en het hoofdwegennet steeds belangrijker. Het gaat hierbij met name om verbindingen vanuit Oost- en Zuid-Nederland naar de Randstad. De A1 Deventer-Amersfoort, de A2 Den Bosch-Utrecht en de A27 Breda-Utrecht zijn de verbindingen waar extra investeringen het meeste rendement opleveren. Zowel voor het woon-werkverkeer als voor het goederenvervoer geldt dat investeringen in de verbetering van deze verbindingen een belangrijke bijdrage leveren aan de groei van de Nederlandse economie. Van deze drie verbindingen is de A2 de meest geschikte kandidaat voor extra investeringen in infrastructuur.
Het belang van de A1 voor de Nederlandse economie is een opvallende uitkomst, aangezien deze verbinding in de discussie over infrastructuurinvesteringen vaak ontbreekt. Het belang van deze verbinding wordt hiermee onderschat. Daarentegen is de Triple-A met de A2, A4 en A12, die in de Nota Mobiliteit als hoofdverbindingsassen worden aangeduid en hierdoor extra aandacht krijgen, slechts gedeeltelijk van belang. Van deze drie wegen zijn alleen extra investeringen in de A2 en een relatief kort stuk van de A12 van groot belang voor de Nederlandse economie. Voor de A4 geldt dit slechts in beperkte mate voor het stuk tussen Amsterdam en Leiden.

De analyses in de studie geven aan wat de effecten van extra infrastructuurinvesteringen zijn voor de economische groei in Nederland. De studie biedt hiermee handvatten voor beleidsafwegingen bij deze investeringen. Andere effecten zoals op het milieu en de open ruimte zijn in deze studie niet meegenomen maar spelen bij beleidsafwegingen wel een rol.