Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bijlage 7. Vergelijking WMO en WWB

Net als bij de WWB krijgen gemeenten met de WMO een budget via een verdeelsystematiek. Voor de taak huishoudelijke verzorging binnen de WMO is door bureau Cebeon een verdeelmodel ontwikkeld. Beide verdeelmodellen beogen hetzelfde, namelijk het honoreren van onvermijdelijke kosten. Resterende verschillen moeten redelijkerwijs toegeschreven kunnen worden aan beleid en uitvoering.
Een mogelijk verschil tussen de WMO en de WWB is dat bij de WMO wellicht meer in de persoon gelegen factoren bepalend zijn voor de uitgaven. Daarnaast is ook de mate waarin mantelzorg wordt gemobiliseerd van invloed, maar deze variabele is aangemerkt als uitvoeringskenmerk en daarom niet gehonoreerd (zie schema). Bij de bijstand bepaalt ook de arbeidsmarkt de kans dat iemand in de bijstand zit.
Bij de WMO is de invloed van indicatieorganen, zorgkantoren en aanbieders aangegeven via de indicatoren aantal cliënten, aantal uren zorg, en het percentage goedkope uren alphahulp. Bij de bijstand ontbreekt een harde (kwantitatieve) norm voor beleid en uitvoering. Wel is er een plausibiliteitsonderzoek uitgevoerd dat een aantal indicatoren heeft opgeleverd. Bij zowel WWB als WMO is sprake van relaties met aanpalende, flankerende gemeentelijke beleidsterreinen.

Schematisch zijn de overeenkomsten en verschillen als volgt te beschrijven: WMO WWB (I-deel) Doel financiering Gelden op objectieve, transparante en Zoveel mogelijk aansluiten bij de eerlijke wijze verdelen over gemeenten onvermijdelijke uitkeringslasten voor zodat deze hetzelfde gemeenten. Dit wordt bereikt door te voorzieningenniveau tot stand kunnen verdelen aan de hand van een set brengen. objectieve, niet direct door de gemeente te beïnvloeden, variabelen. Criteria · plausibele relatie met te verdelen · plausibiliteit verdeelkenmerken verdeelsleutel middelen · transparantie van het model
· niet direct beïnvloedbaar · stabiliteit over de tijd
· objectiviteit · omvang herverdeeleffecten
· eenduidigheid · herindelingsbestendigheid
· betrouwbaarheid · plausibiliteit herverdeeleffecten
· periodieke beschikbaarheid · actualiteit verdeelkenmerken Uitgavenanalyse Onderzoek naar factoren die van Sinds 1996 wordt gezocht naar invloed zijn op uitgaven (mede verklarende factoren via regressie- gebaseerd op literatuuronderzoek), analyse. Op inhoudelijke punten tevens analyse van gebruik en geselecteerde factoren worden vervolgens kenmerken van gebruikers. Hiervoor is getoetst op econometrische wijze. Geen een integraal bestand van cliënten met onderzoek naar relatie tussen kenmerken hun achtergrondkenmerken (leeftijd, van individuen, structuurkenmerken en samenstelling huishouden, inkomen, mate van bijstandsafhankelijkheid. postcode) gebruikt.
Verschillen- Iteratief proces waarbij a) In het plausibiliteitsonderzoek is relatie analyse gemeentegroepen met uiteenlopende gelegd met uitvoeringskenmerken: structuurkenmerken worden resterende herverdeeleffecten zijn

vergeleken en b) verschillen binnen grotendeels te verklaren door verschillen homogene groepen worden in gemeentelijke uitvoeringspraktijk geanalyseerd om (zowel op macro- als micro-niveau). uitvoeringskenmerken (regionale
indicatieorganen) uit te sluiten. Net
zolang totdat geen gemeenten meer
zijn aan te wijzen met onbegrijpelijke
herverdeeleffecten
Gehonoreerde · leeftijd (4 categorieën) · sociale en demografische structuur factoren · huishoudensamenstelling (lage inkomens, eenouder- (WWB: model · inkomensgebonden factoren huishoudens 15-44 j., arbeids- 2006) · arbeidsgerelateerde zorgbehoefte ongeschiktheidsuitkeringen, (WAO e.d.) allochtonen, laagopgeleiden)
· geografische factoren · centrumfunctie en stedelijkheid (huurwoningen, regionaal klantenpotentieel, inwoners stedelijk gebied)
· conjunctuur en economische structuur (werkzame beroeps- bevolking, banen handel en horeca, banengroei, aantal banen in % van de beroepsbevolking, arbeids- participatie vrouwen) Niet- Uitvoeringspraktijk indicatiestellers, Via het plausibiliteitsonderzoek is in kaart gehonoreerde zorgkantoren, zorgaanbieders en mate gebracht hoe de gemeentelijke factoren waarin informele zorg is gemobiliseerd uitvoeringspraktijk op vijf dimensies (mantelzorg). verschillen tussen feitelijke uitgaven en objectieve budgetten verklaart. Inventarisatie Het WMO is nieuw ontwikkeld door Bij de WWB is inmiddels een ontbrekende Cebeon. KPMG deed nu een onderhoudstraject in gang gezet. Dit staat structuur- plausibiliteitstoets. Hierbij zijn 20 geheel in het teken van het zoeken naar kenmerken gemeenten en een aantal zorgkantoren ontbrekende kenmerken. In de loop der geïnterviewd. Bovendien is voor de jaren zijn hiertoe veel suggesties gedaan. resterende 6 `verwondergemeenten' Ook in het afgelopen onderzoek zijn nader onderzoek gedaan naar de nieuwe suggesties getoetst op hun herverdeeleffecten. KPMG constateert bruikbaarheid en verdelende kwaliteit. dat de herverdeeleffecten worden
herkend door de gemeenten en
begrijpelijk zijn bij confrontatie van de
structuurkenmerken en de
uitvoeringspraktijk. Via de
gemeentefondsbenadering van jaarlijks
periodiek onderhoud (POR) wordt de
kwaliteit van de verdeling bewaakt