VVD


4-5-2006

Beslissing EC inzake roetfilter is terecht!

De teleurstelling bij de Staatssecretaris evenals de Tweede Kamerleden is groot. Toch lag de beslissing van de Europese Commissie (in het kader van de interne markt) voor de hand.

Ook de effectiviteit van de voorgestelde maatregel mag mijns inziens in twijfel worden getrokken; dit komt echter nauwelijks of niet naar voren in de discussies rondom het besluit van de EC.

Begin maart stelde ik de EC de volgende vragen:

"Op 18 januari 2006 is kennisgeving 2006/C 12/04 gepubliceerd. Nederland wenst een besluit vast te stellen dat voor de deeltjesemissies van dieselvoertuigen een strengere emissiegrenswaarde van 5 milligram per kilometer oplegt. De voorgestelde emissie-eis komt de facto neer op een roetfilter verplichting. Deze nieuwe nationale bepaling zou vanaf 1 januari 2007 van toepassing zijn op personenauto´s en bepaalde lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor. Langer wachten met de invoering van deze norm acht de Nederlandse regering niet verantwoord. Nederland stelt dat de ontwerpmaatregel de minst belemmerende maatregel is voor het vrije goederenverkeer. Argument van Nederland hiervoor is dat alle modellen die een noemenswaardig aandeel hebben in de verkoop van dieselpersonenauto´s inmiddels, of op zeer korte termijn, leverbaar zijn met roetfilter.

Uit de door het RIVM (Rijksinstituut Volksgezond en Milieu, NL) gepubliceerde cijfers blijkt dat zeker 45% van de fijnstofconcentratie in Nederland door de mens wordt veroorzaakt. De overige 55% bestaat voor een groot deel uit bijdragen van zeezout, bodemstof en niet bekende of onjuist ingeschatte bronnen. Van de 45% van menselijk oorsprong is tweederde afkomstig uit het buitenland en eenderde (ofwel 15%) uit Nederland zelf. Van die laatstgenoemde 15% is eenderde (ofwel 5%) afkomstig van het wegvervoer en daarvan wordt 70% veroorzaakt door passagiersvoertuigen. Kortom: 3,5% van de landelijk gemiddelde fijnstofconcentratie is met de voorgestelde maatregel te beïnvloeden.


1. Is de Commissie met mij van mening dat met het invoeren van de voorgestelde maatregel door alleen Nederland slechts een zeer beperkt resultaat kan worden geboekt, ofwel dat de milieueffectiviteit van de voorgestelde maatregel op deze manier minimaal is. Zo nee, kan de Commissie dit toelichten? Zo ja, wat stelt de Commissie voor om die milieueffectiviteit te vergroten?


2. Is de Commissie in dit kader voornemens om de maatregel zoals voorgesteld door Nederland voor alle lidstaten van toepassing te verklaren of in ieder geval daarop aan te dringen bij de Raad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk tijdpad heeft de Commissie hiervoor in gedachten?


3. Is de Commissie van mening dat een maatregel als deze zowel milieueffectief als economisch efficiënt behoort te zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de Commissie van mening dat de voorgestelde maatregel hieraan voldoet bij invoering in alleen Nederland?


4. Is de Commissie bekend met het feit dat niet alle voertuigfabrikanten aan de voorgestelde maatregel op 1 januari 2007 kunnen voldoen, en een maatregel als deze aldus wel degelijk handelsbelemmerend werkt?


5. Is de Commissie met mij van mening dat, bij invoering van de voorgestelde maatregel voor de gehele Europese markt, het voor voertuigfabrikanten veel interessanter wordt om de interne processen versneld aan te passen?

Ik ben nog in afwachting van een volledig antwoord.

Jeanine Hennis-Plasschaert, Lid van het Europees Parlement VVD