CJE/06/35
27 april 2006
Pers en Voorlichting
PERSCOMMUNIQUE nr. 35/06
27 april 2006
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-423/04
Sarah Margaret Richards / Secretary of State for Work and Pensions
De weigering om aan een man-naar-vrouw transseksueel pensioen toe te
kennen op dezelfde leeftijd als een vrouw is in strijd met het
gemeenschapsrecht
Een dergelijke weigering vormt een discriminatie die in strijd is met
een gemeenschapsrichtlijn inzake gelijke behandeling op het gebied van
sociale zekerheid
Volgens het vóór april 2005 geldende recht van het Verenigd Koninkrijk
is het geslacht van een persoon voor de wetgeving op het gebied van de
sociale zekerheid het op de geboorteakte vermelde geslacht. Een
wijziging van de geboorteakte is enkel mogelijk om verschrijvingen of
feitelijke onjuistheden te corrigeren. Derhalve kunnen transseksuelen
die een operatieve geslachtsverandering hebben ondergaan, het geslacht
op hun geboorteakte niet wijzigen.
Op grond van de Gender Recognition Act 2004 (wet op de
geslachtserkenning van 2004), die op 4 april 2005 in werking is
getreden, kunnen aan transseksuelen onder bepaalde voorwaarden
geslachtserkenningscertificaten worden afgegeven. De afgifte van een
geslachtserkenningscertificaat wijzigt de seksuele identiteit van de
betrokken persoon voor de meeste officiële doeleinden, maar heeft geen
terugwerkende kracht.
In het Verenigd Koninkrijk kunnen mannen vanaf 65 jaar en vrouwen
vanaf 60 jaar aanspraak maken op een ouderdomspensioen.
Sarah Margaret Richards is bij haar geboorte in 1942 in het
geboorteregister ingeschreven als van het mannelijke geslacht. Nadat
bij haar genderdysforie was vastgesteld, onderging zij in mei 2001 een
operatieve geslachtsverandering. In februari 2002 diende zij een
aanvraag in voor een ouderdomspensioen dat op haar 60e verjaardag zou
ingaan.
Die aanvraag werd door de Secretary for Work and Pensions afgewezen op
grond dat de aanvraag was ingediend meer dan vier maanden voordat de
aanvrager de leeftijd van 65 jaar zou bereiken. Mevrouw Richards ging
van die beslissing in beroep en de Social Security Commissioner, die
van het hoger beroep tegen de beslissing van het Social Security
Appeal Tribunal kennis neemt, heeft het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen gevraagd of die weigering in strijd is met een
gemeenschapsrichtlijn inzake gelijke behandeling op het gebied van de
sociale zekerheid.
Het Hof wijst er in de eerste plaats op dat het recht om niet op grond
van geslacht te worden gediscrimineerd, een van de fundamentele
rechten van de mens is, waarvan het Hof de eerbiediging dient te
verzekeren. De werkingssfeer van genoemde richtlijn kan dan ook niet
worden beperkt tot discriminaties verband houdend met het behoren tot
het ene dan wel het andere geslacht. Deze richtlijn dient immers ook
toepassing te vinden bij discriminaties die berusten op
geslachtsverandering van de betrokkene.
Vervolgens stelt het Hof vast dat de in deze zaak aan de orde zijnde
ongelijke behandeling berust op de omstandigheid dat betrokkenes
nieuwe, via operatieve weg verkregen, geslacht niet wordt erkend.
Anders dan vrouwen wier geslacht niet het resultaat is van een
operatieve geslachtsverandering en die op de leeftijd van 60 jaar in
aanmerking komen voor een ouderdomspensioen, kan mevrouw Richards één
van de voorwaarden voor toekenning van dit pensioen niet vervullen, in
casu die betreffende de pensioengerechtigde leeftijd . Daar de
ongelijke behandeling het gevolg is van mevrouw Richards'
geslachtsverandering, moet zij worden beschouwd als een ingevolge de
richtlijn verboden discriminatie.
Het Hof verwerpt het argument van het Verenigd Koninkrijk dat deze
situatie wordt gedekt door een afwijking van de richtlijn op grond
waarvan de lidstaten een verschillende pensioengerechtigde leeftijd
mogen vaststellen voor mannen en vrouwen. Het Hof stelt vast dat deze
afwijking, die strikt moet worden uitgelegd, de thans aan de orde
zijnde kwestie niet dekt.
In deze omstandigheden concludeert het Hof dat de richtlijn zich
verzet tegen een wetgeving die aan een persoon die overeenkomstig de
in het nationale recht gestelde voorwaarden van het mannelijk naar het
vrouwelijk geslacht is overgegaan de toekenning van een
ouderdomspensioen weigert op grond dat zij de leeftijd van 65 jaar
niet heeft bereikt, terwijl dezelfde persoon op de leeftijd van 60
jaar voor een dergelijk pensioen in aanmerking zou zijn gekomen indien
zij naar nationaal recht als vrouw was beschouwd.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: CS, DE, EN, ES, EL, FR, HU, IT, NL, PL, SK
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.eu.int/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=rechercher&n
umaff=C-423/04
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught.
Tel: 00 352 4303 2170 Fax: 00 352 4303 3656
---
Richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de
geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke
behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale
zekerheid (PB 1979, L 6, blz. 24).
European Union