Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie

Minister Vanvelthoven voert pleidooi voor een vrijwaring van het succesverhaal van de dienstencheques

Eind 2005 waren er 29.000 mensen tewerkgesteld in het stelsel van de dienstencheques; dat is een verdubbeling ten opzichte van 2004. Het overgrote deel daarvan bestaat uit nieuwe tewerkstelling én het gaat meestal om duurzame jobs, zegt Minister van Werk Peter Vanvelthoven. De minister beklemtoont verder dat het vooral mensen uit kansengroepen zijn die via dit systeem aan de slag gaan: langdurig werklozen, laaggeschoolden en allochtonen. Bovendien zet het stelsel van de dienstencheques in belangrijke mate zwartwerk om in reguliere arbeid. Minister Vanvelthoven pleit daarom meer dan ooit voor het behoud van het systeem.

De regering stelde destijds, bij de start van het stelsel van de dienstencheques, drie doelstellingen voorop: de creatie van nieuwe jobs; de strijd tegen zwartwerk en het vergemakkelijken voor de gebruikers én werknemers van de combinatie arbeid/gezin.

Uit het evaluatierapport pdf blijkt nu dat het stelsel van de dienstencheques op vlak van deze drie doelstellingen een succesverhaal is:


1. Creatie van werkgelegenheid:
Eind 2005 waren er 28.933 personen tewerkgesteld in het stelsel van de dienstencheques. Omgerekend naar voltijds equivalenten bedraagt dit 17.360. Amper een klein deel (3,4%) van de gebruikers deed een beroep op reguliere arbeid voor ze in het stelsel van de dienstencheques traden. Kortom, het overgrote deel (96,6%) bestaat uit nieuwe tewerkstelling. Dit komt neer op een netto jobcreatie van 27.949 nieuwe jobs. De regering stelde destijds als doelstelling voorop om via het stelsel van de dienstencheques tegen eind 2007 25.000 nieuwe jobs te creëren. Die doelstelling is dus nu al ruimschoots gehaald! Belangrijk hierbij is dat 12.400 - vooral langdurig - werklozen op die manier een job hebben gevonden. Daarenboven waren 2.200 werknemers personen die voordien niet werkten en geen recht hadden op een werkloosheidsuitkering.
Niet minder belangrijk is dat via het dienstencheque-systeem vooral duurzame jobs worden gecreëerd: 60% van de werknemers heeft een contract van onbepaalde duur; meestal gaat het om meer dan halftijdse banen; het verloop uit het stelsel is beperkt en meer dan 9 op 10 werknemers van de bevraagde dienstencheque-werknemers is nog nooit veranderd van werkgever.


2. Strijd tegen zwartwerk:
Een andere belangrijke doelstelling van het stelsel van de dienstencheques is het omzetten van zwartwerk in reguliere arbeid. Ook die doelstelling is gehaald. Volgens de enquête deed ongeveer 10% van alle gebruikers voor het bestaan van de dienstencheques beroep op zwartwerk. Aangezien eind 2005 190.734 gebruikers actief waren in het dienstencheque-stelsel, kunnen we ervan uitgaan dat minstens 19.000 gebruikers voorheen iemand uit het zwarte circuit aan de slag hadden voor het verrichten van huishoudelijke taken waarvoor ze nu een beroep doen op dienstencheques.
Daarenboven geeft een kwart van de gebruikers toe dat men de huishoudelijke taken in het zwart zou laten verrichten indien het stelsel van de dienstencheques niet zou bestaan. Voor twee derde van de werknemers is het feit dat de dienstencheque-tewerkstelling een uitweg is uit zwartwerk een belangrijk motief om in het stelsel te werken.


3. Betere combinatie arbeid/gezin:
Het stelsel van de dienstencheques speelt tenslotte in op de behoeftes van verschillende gebruikers. Voor veel jonge gezinnen met kinderen vergemakkelijkt het de combinatie arbeid/gezin. Maar het biedt ook vaak een oplossing voor ouderen. Voor 52% van de gebruikers is het fysiek niet aankunnen van huishoudelijke taken een (zeer) belangrijk motief om beroep te doen op de dienstencheques. Voor de werknemer is de mogelijkheid om flexibel te kunnen werken wanneer hij zelf wil dan weer een pluspunt omdat men de job kan aanpassen aan de taken binnen het gezin. Andere voordelen zijn: het dicht bij huis werken, de arbeidsinhoud en -voorwaarden.

Zowel gebruikers, werknemers als ondernemingen zijn zeer tevreden over het stelsel van de dienstencheques. Minister Vanvelthoven wil dan ook het succesverhaal van de dienstencheques vrijwaren. Hij vraagt nu aan de RSZ en de RVA om op basis van deze cijfers een nieuwe raming te maken van de verwachte terugverdieneffecten voor 2006. Op basis hiervan zal Minister Vanvelthoven aan de regering een voorstel overmaken om de toekomst van het stelsel ook financieel te verzekeren.

back