Raad voor Werk en Inkomen


De arbeidsmarkt in het eerste kwartaal van 2006

Werkloosheid daalt
In de Arbeidsmarktanalyse 2006 is geconcludeerd dat Nederland op de drempel staat van een andere arbeidsmarkt. In de vierde kwartaalcijfers van 2005 is dit goed te zien. Nadat in de eerste helft van 2005 sprake van een dip, trok de arbeidsmarkt in het derde kwartaal voorzichtig aan, waarna het herstel in de kwartalen erna stevig doorzette. De werkloosheid, die in het derde kwartaal van 2005 nog min of meer gelijk bleef, laat sinds het vierde kwartaal een duidelijke daling zien. Vooral de jeugdwerkloosheid daalde fors naar 12,3% en vervolgens naar 11,8% in het eerste kwartaal van 2006. Er lijkt wat de jeugd betreft sprake van een trendbreuk. Ook bij andere leeftijdsgroepen daalt de werkloosheid, zij het minder snel.

Participatie neemt toe
Met het oog op de vergrijzing is de arbeidsparticipatie eveneens een belangrijke indicator. De netto arbeidsparticipatie is in 2005 het hele jaar door toegenomen, maar vanaf het vierde kwartaal was er sprake van een versnelling. In het eerste kwartaal van 2006 was 64% van de bevolking tussen 15 en 65 jaar aan het werk. Deze toename wordt niet alleen veroorzaakt door een afname van de werkloosheid; ook de bruto participatie is toegenomen. Dit betekent dat meer mensen zich op de arbeidsmarkt melden. In het licht van de in de Arbeidsmarktanalyse 2006 uitgesproken verwachting van tekorten in de komende jaren is dit een gunstige ontwikkeling. Overigens is op de Lissabon-top van 2000 het streven uitgesproken om in 2010 een netto participatie van 70% te bereiken. Dat doel ligt dus nog veraf.

Uitkeringsvolumes dalen verder
Het aantal uitkeringen daalde in het vierde kwartaal van 2005 verder. De WAO en WW- volumes daalden gedurende 2005 gestaag. De WWB-uitkeringen daalden in het begin van 2005 slechts aarzelend, maar in het vierde kwartaal lijkt ook daar de daling door te zetten. Anders dan in de eerste drie kwartalen neemt in het vierde kwartaal ook het aantal uitkeringen dat langer dan een jaar loopt af, zij het slechts licht. Dit suggereert dat gemeenten succesvoller worden in hun uitstroombeleid.

Stabilisatie aan de vraagkant?
Het aantal vacatures, dat in het derde kwartaal van 2005 nog stevig groeide naar 174.000, is in het vierde kwartaal licht afgenomen. Deze pas op de plaats is niet verwonderlijk, wanneer men zich realiseert dat het aantal vacatures het topniveau van de jaren 1999-2001 inmiddels dicht is genaderd. Het aantal faillissementen, dat de eerste drie kwartalen van 2005 daalde, is in het vierde kwartaal weer licht toegenomen.
Tezamen roepen deze cijfers het beeld op van een zekere stabilisatie aan de vraagkant. De meest recente conjunctuurgegevens van het CBS maken aannemelijk dat er in het vierde kwartaal aan de vraagzijde sprake was van een tijdelijke pas op de plaats waarna het herstel weer onverkort doorzet. Dit kan ook worden afgeleid aan de hand van de Manpower-indicator: in het eerste kwartaal van 2006 steeg deze naar +7, het hoogste cijfers sinds de invoering van de indicator in 2003. Ondernemers zijn dus optimistischer geworden over de werkgelegenheidsontwikkeling.

2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2004 2004 2004 2005 2005 2005 2005 2006
1. Beroepsbevolking (x1000)1 7393 7410 7409 7384 7383 7406 7 428 7453
2. Werkzame beroepsbevolking 6913 6945 6913 6891 6898 6920 6961 7014 (x1000)

3. Werkloze beroepsbevolking 480 465 496 493 484 487 467 438 (x1000)

4. werkloze jongeren (15 - 25 115 114 126 115 111 118 105 99 jaar, x1000)


5. Loonkosten2 115 115 115 116 116 117 117 *
6. Vacatures (x1000)3 122 126 128 141 137 174 168 *
7. Faillissementen4 2,331 2,330 2,286 2,625 2,554 2,440 2463 *


8.WW (x1000) 313 311 316 339 334 322 311 *
9.WWB (x1000) 339 336 336 337 336 334 329 *
10.AO (x1000) 969 966 961 955 944 922 9 06 *


11. werkloosheid (%) 6,5% 6,3% 6,7% 6,7% 6,6% 6,6% 6,3% 5,9%
12. jeugdwerkloosheid (%) 13,1% 13,1% 14,5% 13,4% 13,1% 13,8% 12,3% 11,8%


13. Netto participatiegraad (%)5 63,0% 63,4% 63,0% 63,0% 63,1% 63,2% 63,6% 64,0%
14. Manpowerindicator6 6 6 3 -2 3 6 3 7


1 Beroepsbevolkings- en werkloosheidscijfers zijn seizoensgecorrigeerd.
2 De loonkosten zijn de contractuele loonkosten per uur, geïndiceerd (2000=100).
3 Vacatures zijn het seizoensgecorrigeerde aantal openstaande vacatures.
4 Faillissementen zijn het aantal faillissementen van bedrijven in het kwartaal.
5 De netto participatiegraad geeft seizoensgecorrigeerd weer hoeveel procent van de bevolking tussen 15 en 65 jaar een baan heeft voor 12 uur of meer.
6 De Manpowerindicator is het resultaat van een enquête in opdracht van de gelijknamige uitzendorganisatie onder een representatief aantal werkgevers. De indicator geeft het saldo aan van de verwachtingen ten aanzien van toename of krimp van het aantal personeelsleden. Meer erover is te vinden op www.manpower.com.