European Union



IP/06/592

Brussel, 10 mei 2006

Europese Commissie: Europa moet universiteiten moderniseren

De Europese Commissie heeft vandaag een standpunt ingenomen over hoe de universiteiten in Europa het best gemoderniseerd kunnen worden. Modernisering is essentieel zodat universiteiten een bijdrage kunnen leveren aan het doel van de EU om als kenniseconomie een leidersrol in de wereld te spelen. De Europese universiteiten hebben een enorm potentieel, maar een groot deel daarvan wordt helaas niet benut door verschillende starheden en belemmeringen. Om deze belangrijke reserve aan kennis, talent en energie vrij te maken, zijn op korte termijn drastische en gecoördineerde veranderingen nodig: van de manier waarop de stelsels worden gereguleerd en beheerd tot de wijze waarop universiteiten worden bestuurd. De Commissie presenteert haar ideeën hierover in een vandaag goedgekeurde mededeling over alle activiteiten van de universiteiten in Europa: het verstrekken van onderwijs, onderzoeksactiviteiten en het potentieel van universiteiten als drijvende kracht achter innovatie. Deze mededeling komt voort uit een verzoek dat de Europese Raad in oktober 2005 tijdens een informele bijeenkomst in Hampton Court heeft geformuleerd, namelijk om actiegebieden aan te geven voor universiteiten die de agenda voor groei en werkgelegenheid een impuls kunnen geven.

Commissaris voor onderwijs en opleiding, Ján Figel', zei hierover het volgende: "Hoewel de hogeronderwijsstelsels ìn Europa elk jaar miljoenen mensen opleiden en onderwijzen, worden zij nog steeds gehinderd door een aantal obstakels, waarvan vele al decennialang bestaan. De mededeling van vandaag is een bijdrage aan het debat over de hoognodige modernisering van de universiteiten van de EU".

"Universiteiten zijn de motor van kennisontwikkeling", aldus commissaris voor wetenschap en onderzoek, Janez Potocnik. "Zij moeten, net zo goed als andere sectoren van de maatschappij en de economie, inspelen op de behoeften van een wereldwijde kenniseconomie. De ideeën die wij vandaag aandragen moeten een debat aanzwengelen tussen de lidstaten, maar ook binnen de universiteiten zelf."

De Europese Commissie geeft negen gebieden aan waarop verandering nodig is zodat Europese universiteiten kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een daadwerkelijke kenniseconomie. Elke instelling moet het evenwicht tussen onderwijs, onderzoek en innovatie vinden dat het best past bij haar rol in de regio of het land. Dit betekent per definitie dat er een gedifferentieerde aanpak nodig is. Het doel is een kader te scheppen waarbinnen universiteiten een grotere rol kunnen spelen in de wereldwijde kennismaatschappij en -economie. Daarbij moeten universiteiten in de eerste plaats streven naar expertise op het gebied van onderwijs en onderzoek.

De voorstellen van de Commissie houden onder andere het volgende in:
* Verhoging van het percentage afgestudeerden die ten minste één semester stage lopen in het buitenland of in het bedrijfsleven.
* Creëren van de mogelijkheid voor studenten om gebruik te maken van leningen en beurzen in elk EU-land waar zij willen studeren of onderzoek willen doen.

* Invoering van vergelijkbare procedures voor de erkenning van universitaire diploma's zoals voor beroepskwalificaties en de erkenning van Europese diploma's buiten Europa gemakkelijker maken.

* Introductie van opleiding in het beheer van intellectuele eigendom, communicatie, netwerken, ondernemerschap en teamwork als onderdeel van een loopbaan als onderzoeker.
* Accentverschuiving in cursussen om een grotere participatie van ouderen mogelijk te maken, waarbij tegemoet wordt gekomen aan de vaardigheidseisen van de beroepsbevolking van Europa en ervoor wordt gezorgd dat universiteiten in staat zijn zich aan de vergrijzing in Europa aan te passen.

* Herziening van de nationale regelingen voor collegegelden en steunregelingen voor studenten, zodat de beste studenten ongeacht hun achtergrond hoger onderwijs kunnen volgen en een loopbaan als onderzoeker kunnen ontwikkelen.

* Herziening van de financieringsregelingen voor universiteiten, zodat deze meer resultaatgericht zijn en universiteiten meer eigen verantwoordelijkheid krijgen wat betreft hun financiële duurzaamheid op de lange termijn, met name in onderzoek.
* Meer autonomie en aansprakelijkheid voor de universiteiten, zodat zij snel op veranderingen kunnen reageren. Dit kan onder andere betekenen dat curricula naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen worden aangepast en dat de banden tussen de verschillende vakgebieden worden aangehaald, waarbij de nadruk op algemene onderzoeksgebieden komt te liggen (bijvoorbeeld duurzame energie, nanotechnologie) in plaats van op vakgebieden. Dit zou ook kunnen inhouden dat de instellingen meer autonomie krijgen bij het selecteren van het onderwijzend en onderzoekend personeel.

De Commissie wil de modernisering van universiteiten in de EU ondersteunen door de vaststelling en uitwisseling van goede werkwijzen en via de financieringsprogramma's voor onderwijs, onderzoek en innovatie: het programma voor levenslang leren, het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en de structuur- en cohesiefondsen.

Meer informatie vindt u op:

http://www.europa.eu.int/comm/education/policies/2010/lisbon_en.html

http://europa.eu.int/eracareers/index_en.cfm

MEMO/06/190