European Union



IP/06/595

Brussel, 10 mei 2006

Het bereiken van resultaten voor Europa: Commissie doet oproep voor een agenda van de burgers

Vandaag heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een ambitieuze beleidsagenda voor de burgers van Europa. Deze beleidsagenda is de bijdrage van de Commissie aan de Europese Raad van juni en houdt rekening met de in het kader van Plan D ontvangen reacties alsook met de nationale debatten die zijn gehouden tijdens de periode van bezinning waartoe de Europese leiders vorig jaar hadden opgeroepen. Thans moet de dialoog in resultaten worden omgezet.

José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, verklaarde: "Vandaag is een mijlpaal voor mijn Commissie. De afgelopen achttien maanden hebben wij veel van de zaken die zich bij mijn aantreden in een impasse bevonden, met succes aangepakt. Vandaag hechten wij onze goedkeuring aan een ambitieuze, beleidsgestuurde agenda voor de burgers. Daartoe is een gezamenlijke inspanning van de lidstaten en de EU instellingen nodig. Het engagement voor Europa moet worden hernieuwd. Om het vertrouwen van het publiek in Europa te versterken, zullen wij resultaten moeten boeken. Op die manier moeten de voorwaarden worden geschapen om te komen tot een institutionele regeling."

Margot Wallström, vice-voorzitter van de Europese Commissie, verantwoordelijk voor Institutionele betrekkingen en communicatiestrategie, verklaarde: "Uit deze beleidsagenda blijkt dat wij naar de burgers hebben geluisterd. Burgers willen hun mening kunnen geven. Zij verwachten dat Europa leiderschap toont, ook al hebben zij gemengde gevoelens over het EU lidmaatschap of over de wijze waarop de Unie functioneert. Zij verwachten van de Europese Unie een resultaatgericht beleid."

De agenda van de Commissie is geïnspireerd door de strategische doelstellingen van welvaart, solidariteit en veiligheid, met blijvende nadruk op werkgelegenheid en groei. Uit het debat over Europa is echter naar voren gekomen dat er een kloof is tussen het optreden van Europa en de perceptie van Europa door het publiek. Om het vertrouwen van het publiek terug te winnen, zal de Commissie al haar interne en externe middelen inzetten om oplossingen te bieden voor de door de burgers aangekaarte problemen. Dit beleidsantwoord is gebaseerd op een agenda van de burgers.

De Commissie presenteert twaalf beleidsinitiatieven om te komen tot een Europa der resultaten. Enkele van de concrete voorstellen zijn:
* een toekomstgerichte evaluatie van de interne markt;
* een agenda voor toegankelijkheid en solidariteit, parallel aan de evaluatie van de interne markt;

* EU burgers een betere toegang tot hun bestaande rechten verschaffen alsook een betere voorlichting over die rechten, door alle EU burgers een "rechtenkaart" te verstrekken;
* een betere besluitvorming en een grotere verantwoordingsplicht op de beleidsterreinen justitie, vrijheid en veiligheid, door gebruik te maken van de bestaande verdragsrechtelijke mogelijkheden.

Wat de toekomstige uitbreidingen betreft, bevestigt de Commissie de bestaande verbintenissen en zal zij zich actiever mengen in het debat over het tempo en de omvang van de verdere uitbreidingen. De Commissie zal binnenkort een strategisch document over de buitenlandse betrekkingen van de Unie bekendmaken en zal later dit jaar een debat op gang brengen over de externe gevolgen die de voortschrijdende mondialisering voor de Unie heeft. De Commissie dringt er ook op aan om de mogelijkheden van de bestaande Verdragen beter te benutten, en presenteert een aantal concrete initiatieven om partnerschappen te bevorderen (waaronder nieuwe voorstellen ter vermindering van de bureaucratie) en om transparantie te verhogen (waaronder hechtere betrekkingen met de nationale parlementen).

Wat de institutionele kwesties betreft, stelt de Commissie voor dat de Europese Raad van juni instemt met een stapsgewijze aanpak, met als eerste stap een nieuwe politieke verklaring en verbintenis van de Europese leiders in 2007, d.w.z. 50 jaar na de ondertekening van het Verdrag van Rome. Deze verklaring moet dan als basis dienen voor besluiten van de Europese Raad die een proces op gang moeten brengen dat in een institutionele regeling zou moeten uitmonden. Een volgend `rendez vous' zal plaatsvinden in 2008/2009 wanneer de Commissie verslag zal uitbrengen over de toekomstige financiering van de Unie.

Achtergrond

Na het negatieve resultaat van de referenda in Frankrijk en Nederland zijn de Europese leiders in het kader van de Europese Raad van juni 2005 bijeengekomen om de toekomst van het Grondwettelijk Verdrag te bespreken. De staatshoofden en regeringsleiders hebben een verklaring aangenomen over "de ratificatie van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa". In die verklaring werd opgeroepen tot een "periode van bezinning" in aansluiting op de afwijzing van het Grondwettelijk Verdrag in Frankrijk en Nederland. In deze verklaring werd er ook op aangedrongen in elk land een breed debat te organiseren en werd erop gewezen dat de Europese instellingen daaraan moeten bijdragen en dat de Commissie in dit verband een speciale rol heeft te vervullen.

Op 13 oktober 2005 heeft de Commissie een "bijdrage voor de periode van bezinning en daarna" aangenomen (COM(2005) 494). Daarin worden dertien initiatieven gepresenteerd die op Gemeenschapsniveau moeten worden genomen, naast het verlenen van assistentie aan de lidstaten bij het organiseren van de nationale debatten. Dit document bevat tevens een terugkoppelingsmechanisme: er werd toegezegd een specifieke Eurobarometer enquête te wijden aan de toekomst van Europa en een algemene synthese op te stellen van de bezoeken aan de lidstaten en van de overal in de Unie gehouden debatten.

Bij het begin van het Oostenrijkse voorzitterschap heeft kanselier Schüssel de Commissie verzocht ideeën te presenteren om de reflectie door staats- en regeringsleiders te stimuleren. Met de heden aangenomen bijdrage geeft de Commissie gevolg aan deze toezeggingen en verzoeken.

Uit de meest recente, op 5 mei 2006 gepubliceerde Eurobarometer enquête blijkt duidelijk dat de Europese burgers verwachten dat de EU op talrijke beleidsterreinen actiever optreedt. Nog volgens deze enquête zijn de voornaamste punten van zorg van de burgers onder meer werkloosheid, veiligheid, verantwoordingsplicht van de instellingen en de verdere uitbreiding. Deze enquête en de nationale debatten vormen het uitgangspunt voor de reflectie van de Commissie.

In de hierbij behorende "mededeling over de periode van bezinning en Plan D" van 10 mei 2006 (COM(2006) 212) wordt nader ingegaan op de evaluatie van de Commissie van de nationale debatten en op haar activiteiten in het kader van Plan D.