9 mei 2006
Eindhovens leefwijzenonderzoek evalueert effecten nieuwe zorgwet
SMILE studie: nieuwe meting onder 55-plussers
Op 12 en 13 mei vinden ongeveer 7.000 Eindhovenaren van 55 jaar en
ouder een nieuwe vragenlijst van het grootschalige
SMILE-gezondheidsonderzoek in hun brievenbus. De SMILE-studie (Studie
naar Medische Informatie en Leefwijzen in Eindhoven) ging in november
2002 van start. Met deze meting hopen de onderzoekers verklaringen te
vinden voor de verschillen in risicos op hart- en vaatziekten tussen
hoge en lage inkomens. Ook worden de effecten gemeten van de nieuwe
zorgwet.
De nieuwe SMILE-vragenlijst wordt rondgestuurd naar mensen van 55 jaar
en ouder die aangesloten zijn bij één van de centra van de Stichting
Gezondheidscentra in Eindhoven. Het is de vierde keer dat deze
55+-lijst verstuurd wordt. Dat betekent dat de onderzoekers straks
gegevens hebben over een periode van vier jaar. Het SMILE-onderzoek
wordt uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Maastricht, in
samenwerking met de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE).
Eindhovenaren van twaalf jaar en ouder worden vijftien jaar lang
gevolgd, waarbij gekeken wordt naar hun gezondheidstoestand, maar ook
naar sociale en psychologische factoren als de leefomgeving en het
omgaan met problemen.
Met de SMILE-studie wordt onder andere gekeken naar het risico op
hart- en vaatziekten. Het is bekend dat mensen met lagere inkomens een
groter risico hebben op hart- en vaatziekten, maar het lijkt erop dat
het inkomen maar een klein deel van het verschil verklaart. In deze
nieuwe studie wordt uitgebreid gekeken naar de invloed van de
woonsituatie van de mensen in hun jeugd en van onder andere
depressieve klachten.
Daarnaast leent de SMILE-studie zich uitstekend voor de evaluatie van
de nieuwe zorgwet, omdat er zowel voor als na de invoering van deze
wet gegevens verzameld worden. In de nieuwe 55+-vragenlijst komt
daarom een aantal vragen die specifiek zijn bedoeld om de gevolgen van
de invoering van de nieuwe zorgwet te kunnen bekijken. Gaan
bijvoorbeeld mensen met een chronische aandoening nu minder vaak naar
de huisarts, worden zij minder vaak doorverwezen, etc.
Noot voor de pers:
Meer informatie over de inhoud van dit persbericht verstrekt Marjan
van den Akker, 043 388 2321/388 2225, e-mail
Marjan.vandenAkker@HAG.unimaas.nl
De afdeling Communicatie & Relatiebeheer van de Universiteit
Maastricht is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail: pers@bu.unimaas.nl.
Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992
Universiteit Maastricht