Op 12 mei uitspraak over de vraag of een profvoetbalclub voor de toepassing van fiscale wetgeving kan worden aangemerkt als een instelling die het algemeen nut beoogt.

De Hoge Raad doet op 12 mei 2006 uitspraak in een zaak over een aan een profvoetbalclub opgelegde aanslag in het recht van successie (zaak nr. 40.684).
In deze zaak staat de vraag centraal of de voetbalclub aangemerkt kan worden als een instelling die het algemeen nut beoogt in de zin van artikel 24, lid 4, van de Successiewet 1956 zoals deze bepaling in 2001 luidde.

Achtergrond
In deze zaak heeft een profvoetbalclub in 2001 een bedrag uit een erfenis ontvangen. Ter zake van deze erfrechtelijke verkrijging is aan de voetbalclub een aanslag in het successierecht opgelegd. Deze aanslag was berekend volgens het zogenoemde hoog tarief. De voetbalclub heeft tegen de aanslag bezwaar gemaakt en een beroep gedaan op artikel 24, lid 4, van de Successiewet (tekst 2001). Volgens deze bepaling wordt voor de berekening van het successierecht een aanzienlijk lager tarief gehanteerd indien de erfenis is verkregen door een âhet algemeen nut beogende instellingâ. Het hof in âs-Hertogenbosch heeft op 13 november 2003 (zie rechtspraak.nl LJ nummer AO2335) de voetbalclub in het gelijk gesteld. Dit hof oordeelde dat het algemeen belang van betaald voetbal wordt gevormd door het verschaffen van ontspanning en vrijetijdsbesteding aan een groot deel van de Nederlandse bevolking. Dat belang is volgens het hof veel groter dan de belangen van de beperkte groep mensen die actief werkzaam zijn in het betaalde voetbal. Om deze redenen heeft het hof de voetbalclub aangemerkt als een instelling die het algemeen nut beoogt, en de aanslag in het successierecht dienovereenkomstig vermindert.

Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof.
Voor de voetbalclub is de zaak in cassatie behandeld door mr. C.M. Dubbelman en drs. M.A.J. Klundert, beiden werkzaam bij KPMG. De advocaat-generaal mr. R.E.C.M. Niessen heeft op 19 mei 2005 in zijn conclusie de Hoge Raad geadviseerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.

De Hoge Raad doet op vrijdag 12 mei, 10.00 uur, uitspraak. Een samenvatting van die uitspraak wordt rond 10.45 uur gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten, terwijl de uitspraak zelf zo snel mogelijk daarna wordt gepubliceerd op de website rechtspraak.nl

Den Haag, 10 mei 2006
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236


Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 10 mei 2006 Naar boven