Groen!

Brussel, 18 april 2006

Persdienst Groen! Ron Hermans - woordvoerder Sergeant De Bruynestraat 78-82 | 1070 Anderlecht | tel 02 219 19 19 | fax 02 223 10 90 | gsm 0473 90 30 66

e-mail pers@groen.be | persteksten http://www.groen.be/pers/

Groen! wil concrete maatregelen in Vlaams Klimaatplan: Regering laat minister Peeters zijn huiswerk overdoen!

Morgen, vrijdag 12 mei, zal de Vlaamse regering het ontwerp Vlaams klimaatplan van minister Peeters bespreken. Dit plan is een belangrijk document, want het moet aangeven hoe Vlaanderen de Kyotodoelstellingen zal halen. Vlaanderen heeft op Luxemburg na het hoogste uitstootcijfer in Europa en staat nog nergens in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Die uitstoot is sinds 1990 met 3,7% toegenomen, terwijl ze tegen ten laatste 2012 5,2% onder het niveau van 1990 moet liggen. Hiervoor zijn ambitieuze milieumaatregelen nodig. Bovendien is deze vermindering slechts een eerste stap in de strijd tegen de klimaatverandering.

Samen met 275 mensen, vertegenwoordigers van economische sectoren, vakbonden, de transportsector, de elektriciteitssector, de Boerenbond en milieu- en natuurorganisaties bekeek minister Peeters in een klimaatconferentie hoe we de uitstoot kunnen verminderen. Er werden 365 maatregelen uitgedokterd, waarover de deelnemers aan de conferentie het eens waren. Maatregelen met maatschappelijk draagvlak.

Voor België stond het knipperlicht inzake klimaatbeleid al op rood. Het Institute for Public Policy Research (IPPR) heeft de huidige beleidsmaatregelen van de landen die het Kyotoprotocol hebben ondertekend, bestudeerd alsmede hun actieplannen teneinde de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het Instituut heeft de vermoedelijke uistoot van elk land tegen het jaar 2010 berekend en vergeleken met de doelstellingen van het protocol. Volgens deze studie zijn alleen het Verenigd Koninkrijk en Zweden in staat om, aan het huidige voortgangstempo, hun doelstellingen voor de vermindering van de emissie van broeikasgassen te verwezenlijken. België hinkt achterop. En dit plan zal de positie van België niet verbeteren, integendeel.

Groen! kon het ontwerp-klimaatplan inkijken. Met dit plan blijft er van de maatregelen die door klimaatconferentie werden naar voren geschoven, helaas niet veel over. Dit klimaatplan is geen plan, maar een opsomming van intenties. Niet alleen zijn de doelstellingen niet concreet en de maatregelen ruim onvoldoende. Daarnaast blijken de berekeningen van de CO2-reducties van de (povere) maatregelen puur nattevingerwerk. Het plan-Peeters is niet meer dan een opsomming van maatregelen die hij zou kunnen nemen, maar waarvoor nu onmiddellijk geen financiering voor blijkt te zijn. Enkel het aankopen van propere lucht in het buitenland kreeg een duidelijk budget mee.

Waar Tony Blair of zelfs Arnold Schwarzenegger duidelijke uitspraken doen over de economische voordelen van klimaatbeleid (jobcreatie en koopkrachtverhoging), kiest Peeters blijkbaar voor een vage strategie die weinig garanties inhoudt voor het voldoen van het Kyoto-engagement. Kiezen voor zon strategie kan natuurlijk optimaal zijn indien men niet gelooft in de klimaatbaten die een emissiereductie gaat meebrengen. Is het deze verborgen agenda die bij minister Peeters speelt? Gaat hij er vanuit de Kyoto akkoorden toch niet gaan werken en dat het dan beter is om er nu geen werk van te maken?

Groen! dringt aan op een grondige bijsturing van dit Vlaams Klimaatplan aan de hand van concrete maatregelen, vooral op vlak van energiebesparing in gebouwen en in het verkeer.


1.Mobiliteit

De transportsector is verantwoordelijk voor 17% van de CO2-uitstoot. Dit aandeel stijgt jaarlijks. Dit plan wil de uitstoot van broeikasgassen terugdringen met ongeveer 4,085 Mton CO2-eq (van 17,383 Mton in 2010: uitstoot zonder beleid) naar 13,298 Mton. Daarbij denkt de minister aan vier strategische maatregelenpakketten:
* beperken van het transportvolume (minder verkeer)
* milieuvriendelijker voertuigen

* betere doorstroming (vlotter verkeer)

* milieuvriendelijk rijgedrag

De minister verwijst daarbij naar het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Interessant om weten is wel dat in het milieueffectrapport opgemaakt voor dit Mobiliteitsplan, berekend werd dat de CO2-uitstoot niet onder controle zou raken: de CO2-uitstoot zou 10% lager liggen dan in 1998, maar nog altijd hoger dan in 1990, waardoor de Kyoto-doelstelling voor de transportsector niet gehaald wordt. De tijdshorizon voor alle maatregelen is 2006-2012. Met andere woorden: een concrete planning ontbreekt.

Uit de losse pols werden de milieueffecten van een aantal ingrepen berekend; dit is totaal niet onderbouwd. Voor een hele reeks essentiële ingrepen (vermindering van gereden kilometers; inzet van telematica; intelligente snelheidsbegrenzing; streven naar hogere bezettingsgraad wagens) wordt zelfs geen aanzet tot poging gedaan om dit concreet in te vullen. Ze worden samengebracht onder de noemer voorstellen die in een later stadium worden uitgewerkt. Dit geldt ook voor het goede idee om een benchmark te ontwikkelen voor de hele vervoerssector (zoals dit nu al gebeurt voor industriële sectoren).

Meer openbaar vervoer In het plan wil men mensen aanzetten om meer openbaar vervoer te gebruiken, meer te fietsen en meer te kiezen voor auto delen. En wil men meer goederen op water en spoor. Daarbij wordt verwezen naar het Pendelplan: maar dit plan is grotendeels een lege doos (zie bijlage
1). Daarnaast wordt verwezen naar het Pegasus- en Spartacusplan. Maar voor deze plannen is er momenteel veel te weinig geld voorzien (zie bijlage 2). Men neemt de aanbeveling van de klimaatconferentie over dat bedrijventerreinen via openbaar vervoer beter moeten worden ontsloten, maar dit wordt verder helemaal niet hard gemaakt. Er is ook geen extra geld voor begroot! Groen! dringt aan op een cofinanciering (de Lijn en privé-bedrijven) van projecten inzake duurzaam woon-werk-verkeer, zoals de conferentie vroeg.

Spoorwegen Verder rekent men op een reeks van spoorinvesteringen van Infrabel op federaal vlak. Maar of al deze investeringen tegen 2012 operationeel zullen zijn, is zeer de vraag. Voor strategische investeringen om goederentrafieken van de weg op de trein te krijgen, dreigen aanzienlijke vertragingen, zo bijvoorbeeld voor de Ijzeren Rijn, die volgens insiders zelfs zou uitgesteld worden tot 2022. Vooral voor de Liefkenshoekspoortunnel engageert de Vlaamse Regering zich via een PPS-constructie. Daardoor zou deze tunnel vlugger klaar zijn (tegen 2012). Maar een verdubbeling van het containervervoer per spoor van een naar de Antwerpse haven tegen 2012 is pure speculatie. En dan nog zouden de effecten pas na de planperiode voelbaar worden. De hoofdaanbeveling van de conferentie om werk te maken van een structurele aanpak van de alternatieve financiering van missing links in water- en spoorinfrastructuur, wordt in het plan echter voorlopig niet opgenomen. Ook het idee om tussen te komen in de meerkosten voor overslag bij multimodaal transport, wordt niet weerhouden.

Fietsen Het klimaatplan vraagt meer fietsinfrastructuur. Maar ook hier komt er geen boter bij de vis. De vorige regering verhoogde het budget voor de aanleg van fietspaden langs gewestwegen van 12,5 naar 75 miljoen euro op jaarbasis. Maar zelfs met die budgetverhoging - ondertussen weer afgebouwd tot 50 miljoen euro - hebben ten vroegste binnen 10 jaar alle gewestwegen vrijliggende, afgescheiden en dus veilige fietspaden. (Fietsersbond 28/11/2005). Bovendien bleek dat er op het terrein zelf veel minder vaart zat in het fietspadenplan: in de praktijk werden er veel minder nieuwe fietspaden gerealiseerd dan aangekondigd.

Groen! vraagt dat terug gekozen wordt voor het ambitieuze fietsbeleid van paarsgroen, maar dat het gewest zelf mee garant staat voor de effectieve realisaties van de fietspaden alle belangrijke doorgangswegen. Groen! vraagt aandacht voor het voorstel van de klimaatconferentie om een Fietsfonds in te stellen waarin de investeringen van verschillende beleidsniveaus (gemeenten provincies gewest) gebundeld worden.

Nieuwe wegen Voor het wegwerken van missing links in het autowegennet wordt wel veel geld voorzien. Maar nieuwe wegen zuigen extra verkeer aan (ijzeren wet van de congestie). Hoogstens kunnen ze tijdelijk leiden tot minder files (en minder CO2-uitstoot). Op termijn slibben nieuwe wegen of wegvakken terug dicht: ze trekken meer verkeer aan en zorgen voor meer CO-uitstoot. Het aanleggen van nieuwe wegen voorstellen als klimaatbeleid, is gewoonweg pervers, net als het voorstel om grotere vrachtwagens of vrachtwagentreinen (LZVs of langere en zwaardere vrachtautocombinaties) in te zetten op bepaalde trajecten.

Autodelen Tegen 2009 wil men projecten rond autodelen in alle regionaal stedelijke gebieden. Maar hier worden geen concrete maatregelen of middelen tegenovergesteld. De aanbevelingen i.v.m. een fiscale ondersteuning of een adequate wetgeving worden niet overgenomen. Het uitbouwen van autodelen in bedrijven wordt naar achteren geschoven.

Fiscaal ontmoedigen van te veel auto rijden Dit thema is voor de Vlaamse regering taboe. Hoewel het volgens alle deskundigen om een noodzakelijke maatregel gaat als men de CO2-ûitstoot van het verkeer substantieel wil verminderen. In het plan wordt pro memorie even verwezen naar het belang van push-maatregelen (variabilisering van de autokosten). De kilometerheffing voor vrachtwagens werd door de Vlaamse regering echter afgevoerd, ondanks het pleidooi van de MINA-raad voor een slimme kilometerheffing november ll. Het wegenvignet zal ecologisch weinig soelaas bieden.

Milieuvriendelijke voertuigen Dit gaat om een federale maatregel die op Vlaams niveau wordt overgenomen. De aankoop van minstens 50% milieuvriendelijke wagens bij de vernieuwing van het wagenpark van de openbare diensten, werd omgezet via omzendbrief 307 quater (Belgisch Staatsblad 3/5/2004).De normen die in deze omzendbrief gehanteerd worden voor milieuvriendelijke wagens, zijn echter bijzonder soepel:
* voor dieselwagens is de norm: max. 145 gram CO2-uitstoot /km
* voor bezinewagens is de norm: max. 160 gram CO2-uitstoot /km

Dit stemt quasi overeen met de gemiddelde CO2-uitstoot van wagens op dit ogenblik. Vergelijk met de fiscale stimuli van de federale overheid: die gelden voor wagens die minder dan 105 of 115 gram CO2/km uitstoten.

Een ecologische modulering van de verkeersbelasting had er al lang moeten zijn. Voorstellen van Groen! in die richting werden vroeger afgehouden. Als men echter niet durft te raken aan het aantal gereden kilometers, zal dit ook relatief weinig impact hebben. Ten slotte verwacht men veel van meer gebruik van biobrandstoffen. De federale én Vlaamse ministers pakken wat graag uit met hun straf beleid inzake biobrandstoffen. Maar de werkelijkheid is dat men ter plaatse blijft trappelen. Er kan nog altijd geen druppel biodiesel getankt worden in België. Zelfs de bescheiden Europese doelstelling inzake biobrandstoffen wordt niet gehaald . Bovendien maakt men totaal verkeerde keuzes. Straks vervuilen onze autos op biobrandstof meer dan autos op ordinaire brandstoffen. En worden we medeplichtig aan roofbouw in ontwikkelingslanden, om onze wagens op biodiesel te laten rijden (zie bijlage 3).

Betere doorstroming Te lage en te hoge snelheden leiden beide tot meer vervuiling. Files zorgen voor extra CO2-uitstoot. Dit probleem wil men aanpakken door extra wegen/rijstroken (zie hierboven) of door te investeren in groene telematica. Maar over de aanpak van hoge snelheden die ook tot meer CO2-uitstoot leiden, wordt niets gezegd. De plannen van de socialistische ministers (Van Brempt en Landuyt) voor snelheidsverminderingen voor vrachtwagens tot 80 km/u (o.m. omwille van de uitstoot) zijn niet opgenomen. Er wordt gedacht aan ISA (intelligente snelheidsaanpassing): de opmaak van een snelheidskaart voor Vlaanderen wordt zoetjesaan overwogen. De haalbaarheid daarvan zal bestudeerd worden. Het zal dus nog niet voor direct zijn.

Milieuvriendelijk rijgedrag Eén van de maatregelen waar men het meest van verwacht, is van het sensibiliseren van chauffeurs om minder assertief/sportief te rijden. Daarmee alleen denkt men 442 kton CO2 te gaan uitsparen. Milieuvriendelijk rijden wordt een eindterm voor de rij-opleiding. Daarmee worden de inspanningen van de groene ministers doorgetrokken (cf. de ROB-campagne (rustig op de baan) van Vera Dua). Dat hier nog veel mogelijk is, wordt bewezen in Nederland; de campagne het nieuwe rijden die daar al jaren loopt.


2. Gebouwen

Huizen en tertiaire gebouwen zijn verantwoordelijk voor 22% van de Vlaamse CO2-emissies, of 2,9 ton per Vlaming per jaar (verwarming)."We moeten evolueren naar klimaatvriendelijker wonen." Dat was één van de 365 aanbevelingen voor minder broeikasgassen die de Vlaamse Klimaatconferentie formuleerde. Beter (ver)bouwen is dus de boodschap. Beter bouwen drukt de energieprijs voor de consument én drukt de uitstoot van broeikasgassen.

De Vlaamse Klimaatconferentie gaf met deze beter-bouwen-boodschap een mooie voorzet en het was aan de Vlaamse regering om die voorzet binnen te koppen. Met dit klimaatplan gebeurt dit overduidelijk niet. Terwijl honderden experts zich maandenlang bogen over wat er in Vlaanderen dient te gebeuren om de Kyotodoelstelling te halen, om minder en efficiënter energie te gebruiken en ze anders op te wekken, maakt de Vlaamse regering er blijkbaar vooral werk van om eerder genomen maatregelen terug te schroeven.

Zo werd eerder al de investeringssubsidie voor PV-zonnepanelen vanaf 1 januari 2006 verlaagd van 50% naar 10% voor particulieren. Maar dit plan is wel bijzonder teleurstellend wat betreft energie-efficiëntie en energiebesparing in gebouwen. Er wordt geen enkele maatregel genomen die de sector van de particuliere woningbouw (isolatie én elektriciteitsverbruik) op een gerichte wijze benadert. Vlaamse woningen zijn slechter geïsoleerd dan Griekse en een Vlaams gezin spendeert dan ook meer aan verwarming dan een Scandinavisch gezin, hier is echt een trendbreuk nodig én mogelijk.

Om trendbreuk te realiseren moet er een actief beleid gevoerd worden. Er wordt voor de particuliere woningbouw een budget van slechts +/- 6 miljoen euro voorzien. Nochtans vragen de bouwsector, consumentenorganisaties en maatschappelijke organisaties letterlijk een ambitieus isolatieprogramma., met als doel dat de energie-intensiteit van gebouwen omlaag gaat in Vlaanderen, zowel van nieuwbouw, vernieuwbouw, de gebouwen die op de verhuur of koopmarkt worden aangeboden, als het slapend onroerend goed.

Bouwsector, vakbeweging, milieubeweging, industrie en gezinnen vroegen in de klimaatconferentie concreet gezamenlijk een planmatig, stap voor stap doorgedreven beleid met duidelijke doelen voor een beter binnenklimaat in gebouwen tegen 2012 en tegelijkertijd een aanzet tot een langetermijnbeleid 2020-2025. Peeters plan is echter een opsomming van bestaande maatregelen (energieprestatieregelgeving, erkenning energiedeskundigen, energieprestatiecertificaat). In niets is het plan ambitieus, en net over de te nemen maatregelen voor woningen en gebouwen bestond in de klimaatconferentie de grootst mogelijke consensus.

Eisen en normen Het plan vernoemt de Vlaamse energieprestatieregelgeving. Alweer een reeds genomen beslissing in uitvoering. En ondanks de invoering van energieprestatieregelgeving vanaf 2006 valt te verwachten dat de isolatiekwaliteit van gebouwen er weinig zal op vooruit gaan. Immers: er worden jaarlijks 34.000 woningen (ver)(nieuw)bouwd - dat betekent dat 90% van de huizen van 2030 er vandaag al staat. Aangezien ons woningpatrimonium niet energie-efficiënt is, moet het beleid zich op de bestaande woningen richten. Het plan vermeldt enkel dat er een haalbaarheidsonderzoek komt om de energieprestaties van bestaande woningen te verbeteren.

Groen! vraagt dat het beleid zich prioritair richt op bestaande woningen. Voor Groen! is de drie-liter-woning de norm van de toekomst. Tegen 2010 is voor nieuwbouwwoningen een norm van K-30 tegen 2010 zeker haalbaar. Verder is een goede opvolging en een verdergaande controle een absolute vereiste voor een daadwerkelijke verbetering van het Vlaamse woningenbestand. Het plan-Peeters voorziet in geen enkele van deze maatregelen.

Energiedeskundigen erkennen Ronduit beschamend is dat dit plan de erkenning van energiedeskundigen als maatregel opsomt. Al in de paarsgroene legislatuur werd een fiscale aftrek ingevoerd voor energieaudits uitgevoerd door erkende energiedeskundigen. Vlaanderen heeft tot vorig jaar getalmd met de erkenningen, zodat de Vlaming tot vorig jaar niet van de aftrek niet kon genieten.

Energieprestatiecertificaat Ook dit omvat een reeds genomen beslissing in uitvoering Het energieprestatiecertificaat is ook in Vlaanderen vanaf 2006 verplicht. Het moet worden opgemaakt door een gekwalificeerde of erkende energiedeskundige. Omdat de Vlaamse regering pas in juni 2005 de erkenning van energiedeskundigen heeft geregeld, zal Vlaanderen tegen 2006 niet over voldoende erkende energiedeskundigen beschikken. Daarom wil minister Peeters in Vlaanderen de invoering stapsgewijs over 3 jaar spreiden.

Groen! vraagt de versnelde invoering van het energiepresatiecertificaat voor sociale woningen en voor huurwoningen: al in 2006 en niet pas in 2009 Zo worden mensen ertoe aangezet om woningen of appartementen te kopen of te huren met een lagere energiekost. Ook de overheid moet sneller het goede voorbeeld geven. Zeker wat betreft overheidsgebouwen wil Groen! een versnelde invoering van het energieprestatiecertificaat voor overheidsgebouwen gezien de belangrijke voorbeeldfunctie

REG stimuleren bij kansarmen Ruim onvoldoende is wat Peeters plant onder REG stimuleren bij kansarmen. Een bestaand energiescanproject in Oost-Vlaanderen zal bij positieve evaluatie worden uitgebreid naar de andere provincies, maar wanneer dat zal gebeuren staat niet vermeld, ook niet over hoeveel gezinnen het gaat en wie wat zal doen. Evenmin is een budget gealloceerd.

Groen! vroeg eerder al dat de federale regering om over een periode van 10 jaar middelen vrij maken om gratis energieaudits te verrichten in liefst 400.000 woningen. Dat is 10% van het totale woningenbestand. De audits kunnen betaald worden via het Kyotofonds. Een systeem van derde betaler kan ervoor zorgen dat wie zijn of haar huis isoleert dat later kan betalen via de energiefactuur. Renovatie en isolatie van woningen kan zo leiden tot de creatie van tienduizenden jobs én tot een ware energierevolutie in ons woningenpatrimonium. Bovendien komt een besparing van 10% op de energiefactuur neer op maar liefst 1 miljard koopkrachtverhoging voor de gezinnen. Een systeem van voorfinanciering is ook een krachtig middel tegen de energiearmoede.

Gezien de federale regering van het energiereductiefonds een lege doos heeft gemaakt, en omdat de sleutels op Vlaams niveau liggen (ruimtelijke ordening en huisvesting zijn Vlaamse bevoegdheden), is het bedroevend dat Peeters niet de kaart trekt van jobcreatie en koopkrachtverhoging via een ambitieus isolatieproject in de particuliere woningbouw.

REG openbaredienstverlening Even beschamend is de doelstelling die aan de distributienetbeheerders wordt opgelegd (REG-openbaredienstverlening). De elektriciteitsbeheerders hebben vandaag de verplichting hun klanten te stimuleren om jaarlijks een hoeveelheid energie te besparen. De doelstellingen liggen op 2,2% voor 2006 en 2007 en 1% in 2008. Deze doelstellingen liggen op een belachelijk laag niveau, want ze werden op één been gehaald, ondermeer dankzij de verdeling van de spaarlampen. De distributienetbeheerders bespaarden zelfs gemakkelijk véél meer, maar droegen hun doelstellingen over naar het volgende jaar

Het plan voorziet niet in besparingsdoelen voor na 2008. Nochtans zijn veel ambitieuzer doelstellingen vandaag al mogelijk; bovendien komen ze concreet neer op dat de beheerders premies uitbetalen voor isolatie of hoogrendementsglas. Premies die ten goede zouden kunnen komen van de hardwerkende Vlaming.

Schoolinfrastructuur; VIPA-subsidies Het plan vermeldt de reeds genomen beslissing om via een private investeringvennootschap op te richten die 1 miljard zal pompen in de versnelde modernisering van schoolgebouwen. Verder vermeldt het plan een reeds bestaande richtlijn binnen het VIPA dat alle bouwwerken waarvoor een aanvraag voor investeringssubsidies wordt ingediend, aan bepaalde ecologische vereisten moeten voldoen.

Niet alleen gaat het om eerdere beslissing, het plan vermeldt verder niets over de eigen gebouwen van de (Vlaamse) overheid. Voor Groen! moet de energieperformantie van overheidsgebouwen als model kunnen dienen. Zo moeten sinds juni 2005 in Denemarken in publieke gebouwen alle energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar verplicht worden uitgevoerd en in België heeft Defensie alvast 30% energie bespaard dankzij energiebesparing en energie-efficiëntie in haar gebouwen. Groen! vraagt dat de federale, Vlaamse, provinciale en lokale overheden hun gebouwen onderwerpen aan een grondige energieaudit; en dat alle energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar verplicht worden uitgevoerd. De Vlaamse regering heeft hiervoor de sleutels in handen.

Groen! wil bijsturing Vlaams Klimaatplan

Het voorliggende plan is absoluut ondermaats wat betreft woningen en (kantoor)gebouwen. Het is vooral een opsomming van bestaande maatregelen, er is geen budget voorzien en geen tijdspad. Visie en concreet realisatieplan ontbreken.

Hét middel om de bestaande woningen energie-efficiënter te maken is, net zoals in het buitenland, een systeem waarbij de betaling van het isoleren van woningen wordt terugbetaald via een minderkost op de energiefactuur. Groen! vraagt de Vlaamse regering de distributienetbeheerders op te dragen systemen van voorfinanciering in te voeren. Zij kunnen energie-efficiënte investeringen voorfinancieren. Met de besparing die de consument zo realiseert op de energiefactuur, wordt de investering terugbetaald. De consument moet dus geen vers geld op tafel leggen om de investering te betalen; het wordt geregeld via de energiefactuur.

Aansluitend bij het systeem van voorfinanciering pleit Groen! voor de oprichting van een Kyotofonds. Zo een Kyotofonds geeft premies tot 5.000 euro per woning voor renovaties. De hoogte van het bedrag wordt gekoppeld aan de verbetering van het energiepeil van de woning en aan de uitvoering van een energieaudit. Gezinnen betalen hun investering geleidelijk terug op basis van de gerealiseerde bezuinigingen op de energiefactuur.


3. Te weinig personeel en middelen voorzien

Minister Peeters schat in zijn plan de personeelsinspanning in op gemiddeld 60 (bijkomende ?) voltijdse krachten per jaar om alle doelstellingen te realiseren. De bijkomende budgettaire inspanning wordt geschat op 442 miljoen euro over de periode 2006-2012 of gemiddeld 60 miljoen euro per jaar.

De Vlaamse regering gaat echter geen rechtstreeks engagement aan om al deze projecten en voorstellen te financieren. De goedkeuring van het plan heeft als dusdanig geen budgettaire weerslag, de Vlaamse regering zal de budgettaire opportuniteit project per project bekijken. Een klimaatbeleidsplan zonder financiering en zonder engagement om hier concrete menselijke middelen voor vrij te maken is een vrachtwagen zonder wielen. Het plan is dan ook niet meer dan een opsomming van maatregelen die de regering zou kunnen nemen, maar waar nu onmiddellijk geen financiering voor blijkt te zijn.


4. Slimme financiering van een Vlaams emissiereductiefonds Groen! pleit voor een slimme financiering en stelt voor om een Vlaams emissiereductiefonds op te richten voor een structurele financiering van het klimaatbeleid. Dit fonds kan worden gespijsd met de inkomsten uit emissiehandel. Er is namelijk de mogelijkheid voorzien om 10% van de emissierechten jaarlijks te veilen (in plaats van gratis weg te geven). Voor het Vlaams gewest komt dit neer op 3,3 miljoen rechten op jaarbasis of omgerekend (aan de huidige marktprijs 33 miljoen euro/jaar, of aan de prijs waarop emissierechten nu voor de periode 2008-2012 worden verhandeld 66 miljoen rechten).

Dit heeft een dubbel voordeel: de Belgische industrie zal enkel de rechten opkopen die ze nodig acht (terwijl ze die anders gratis krijgen en dus zeker geen teveel opkopen) en de inkomsten kunnen aangewend worden voor de financiering van het regionaal klimaatbeleid (je laat de vervuiler betalen voor de vervuiling en je gebruikt de inkomsten voor maatregelen om de luchtkwaliteit in Vlaanderen te verbeteren).

Bijlagen

Bijlage 1: Pendelplan = Lege Doos

Het Pendelplan van Kathleen Van Brempt moet vooral maskeren dat er veel meer geld gaat naar autowegen (drie keer zo veel) dan naar nieuwe investeringen in het openbaar vervoer).

Commentaar bij aparte onderdelen van het Pendelplan :
* bedrijfsbussen op vrije busstroken worden toegelaten : zeker een goeie maatregel; maar die was al van kracht : werd m.n. ingevoerd door het KB van 26 april 2004 tot wijziging van de verkeerswet en de wegcode. De regeling bestaat al : het Vlaams Gewest is wel verantwoordelijk voor het aanbrengen van de gepaste verkeersborden en heeft terzake al anderhalf jaar vertraging opgelopen.
* mobiliteitsconvenanten bedrijven Vlaamse overheid : die mogelijkheid bestond eigenlijk al (bv. via de modules 9 en 14 bij de mobiliteitsconvenant) : zou nu verlopen via mobiliteitspunten
* Pendelfonds : 8 miljoen voor pilootprojecten : is een fractie van het bedrag waarmee de inspanningen voor de verhoging van het aanbod aan openbaar vervoer de komende jaren verminderd worden (tactiek : room een deel van de besparing af en deel daar opnieuw cadeaus mee uit)

* Tegen 2010: 650 km meer fietspad voor fietsende werknemers : terwijl men er niet in slaagt beloftes waar te maken uit de periode Stevaert.

* MOBER : al voorzien in de ruimtelijke wetgeving kan inderdaad beter onderbouwd worden

* Telewerken : een federale studie is al jaren klaar het federaal regeerakkoord wou telewerken fors aanmoedigen (o.m. breedband internetverbindingen zouden gestimuleerd worden) - in het Pendelplan wordt de problematiek doorverwezen naar een nog op te richten interministeriële commissie

* Carpoolstroken : er komt een studie in 2006
* Autodelen in bedrijven : pilootprojecten pas in 2007 (ondanks groot succes van Cambio al op dit ogenblik)
* Fiscale alternatieven voor bedrijfswagens : deze discussie heeft men federaal al lang verloren

Bijlage 2: Pegasus- en Spartacusplan op de lange baan

Ingrid Lieten van De Lijn beloofde bij de lancering van het Pegasus-plan (februari 2004), daarin gesteund door minister Gilbert Bossuyt, 1.152 miljoen euro voor de periode 2003-2025. Om het openbaar vervoer tussen Brussel, Antwerpen en Gent volwaardig uit te bouwen was een jaarlijkse injectie nodig van 52,4 miljoen .

In de meerjarenbegroting van de Lijn is slechts een recurrent budget ingeschreven van 50 miljoen voor 2008 en 2009 voor het Pegasusplan en het Spartacusplan samen.

De investeringen in tramverlengingen door de BAM in het kader van het Masterplan Antwerpen worden uitgesdteld in de tijd : alle aandacht en geld gaat nu naar de aanleg van de Oosterweel(auto)-verbinding.

Er wordt nu gedacht aan een PPS-constructie goed voor 300 à 400 miljoen (Lijn Invest), die nieuwe infrastructuur voor de Lijn zou financieren, bouwen en onderhouden en deze voor 30 à 40 jaar ter beschikking zou stellen van de Lijn. De financiering van de beschikbaarheidsvergoeding kan door de Lijn betaald worden uit haar budget voor investeringen. Volgens de meerjarenbegroting is er jaarlijks een bedrag van 76 miljoen voorzien voor investeringen van 2006 tot 2009 : het totaal investerinsgbedrag dat de Lijn ter beschikking heeft deze legislatuur bedraagt dus 380 miljoen . Over Lijn Invest lag begin dit jaar een non-paper voor op de regering. Na de Paasvakantie zou een uitgewerkt voorstel ter tafel komen. Hoeveel middelen daarvan naar het Pegasus- en Spartacus-plan zullen gaan en op welke termijn is voorlopig onbekend.

Wel bekend is dat de Lijn al jaren kampt met budgettair tekort wat investeringen betreft. Met de kapitaalsubsidie van om en bij de 76 miljoen per jaar, kan men aan de verwachtingen niet voldoen. En dan gaat het zowel om broodnodige investeringen in stelplaatsen, meer voertuigen als in de uitbreiding van aanbod, waaronder extra tramlijnen. Rekening houdend met de taakstelling voorzien in de Beheersovereenkomst heeft men al een 200 miljoen tekort voor de periode 2004-2005. Tussen 2006 en 2008 rekent men op een gecumuleerd tekort van nog eens 300 miljoen .

Bijlage 3 : Biobrandstoffen : niet altijd zo duurzaam

Bio niet altijd duurzaam. De productie van biodiesel uit koolzaad bijvoorbeeld vergt veel kunstmest, bestrijdingsmiddelen en ook nog eens veel energie. De CO2-uitstoot is dikwijls niet lager dan die van gewone benzine. Bij verbranding van biodiesel of bio-ethanol komt ook fijn stof vrij.

In monetaire termen uitgedrukt zijn de zgn. eerste-generatie biobrandstoffen gewoonweg niet efficiënt. Het onderzoeksbureau CE berekende dat de kosten van 1.000 kilo bespaarde CO2 kan oplopen tot 950; wat veel duurder is dan dezelfde biomassa te verstoken in elektriciteitscentrales . In Nederland worden dan ook enkel de tweede generatie biobrandstoffen financieel ondersteund.

Bovendien vraagt biodiesel veel ruimte: om één auto een jaar te laten rijden, is een voetbalveld met koolzaad nodig. Het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) berekende dat als alle energiesectoren evenveel biomassa krijgen toegewezen, er wereldwijd 10% van alle grond nodig is om maximaal slechts 15% van het huidige mondiale oliegebruik in de transportsector te vervangen door biobrandstoffen . De Lijn wil 5% van haar bussen op biodiesel laten rijden, maar daarvoor is zowat 2.800 hectare koolzaad nodig. Vandaag is 800 ha van het Vlaamse areaal bestemd voor koolzaad. Om 5% van het dieselverbruik in Vlaanderen uit koolzaadolie te halen, is maar liefst 117.000 hectare nodig. Dat is bijna een vijfde van het Vlaamse landbouwareaal.

Er zal dus een groot deel van het nodige koolzaad of soja worden ingevoerd.

Voor Groen! zijn biobrandstoffen op basis van tropische gewassen taboe. Daarvoor moet immers tropisch regenwoud worden gekapt en de voedselproductie lijdt eronder. Zo leidt het verbouwen van oliepalmen en soja (in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika) vaak tot onherstelbare schade aan kwetsbare ecosystemen, zoals tropische regenwouden en savannen. De grote plantages voor soja en oliepalmen conflicteren vaak met de landrechten van lokale bevolkingsgroepen. En er wordt kwistig met kunstmest en pesticiden gestrooid, met alle gevolgen van dien voor werknemers en het milieu. De arbeidsomstandigheden zijn vaak ver beneden de afgesproken standaarden binnen de ILO, de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties, en op Braziliaanse sojaplantages werken zelfs slaven.

Bijlage 4 : Rood knipperlicht voor België inzake klimaat

bron: Grafiek