Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Persbericht ministerraad
12 mei 2006
INSPRAAK NIEUWE STIJL BIJ RUIMTELIJK-ECONOMISCHE PROJECTEN
De formele inspraak bij ruimtelijk-economische projecten moet worden
aangepast. De rijksoverheid moet bewoners meer gelegenheid geven om mee te
denken over plannen zoals de aanleg van een weg op het moment dat er nog
echt wat met hun inbreng kan gebeuren. Dat staat in het kabinetsvoorstel
'Inspraak Nieuwe Stijl' dat minister Peijs van Verkeer en Waterstaat - mede
namens minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en
minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het kabinet volgt daarmee het advies van de interdepartementale Werkgroep
Inspraak, onder leiding van prof. Tops. Die concludeerde dat de huidige
inspraakmethoden aan verandering toe zijn. In het begin van het
beleidsproces zijn plannen nog te abstract om er goed op te kunnen
reageren. Aan het eind wekt inspraak soms verkeerde verwachtingen over de
invloed die dan nog mogelijk is.
Als alternatief voor de huidige inspraakrondes stelt de werkgroep twee
stappen voor: consultatie tijdens de beleidsvoorbereiding en een
belangentoets in de besluitfase. In plaats van gelijke procedures in
verschillende situaties, wordt gekozen voor maatwerk. Hiermee is de
betrokkenheid van burgers veel duidelijker en beter te benutten.
De voorgestelde werkwijze zal in de praktijk worden getoetst. Daarvoor zijn
zeven projecten aangewezen, waaronder de ontpoldering Noordwaard en de
regionale mobiliteitsnota Twente. Als aangetoond is dat bestuurders met
'Inspraak Nieuwe Stijl' besluiten kunnen nemen die op meer begrip kunnen
rekenen, wordt de aanpak breder ingevoerd. Eind 2007 worden de eerste
resultaten gepresenteerd.
RVD, 12.05.2006
Ministerie van Algemene Zaken