12-5-2006
De ministerraad heeft op voorstel van minister Dekker van VROM
ingestemd met het aangepaste deel 3 van de Planologische
Kernbeslissing (PKB) Derde Nota Waddenzee. De PKB met de titel
'Ontwikkeling van de Wadden voor natuur en mens' is na inspraak op
punten aangepast en aangevuld. Uit de inspraak blijkt brede steun voor
de hoofddoelstelling van de PKB: een duurzame bescherming en
ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het
unieke open landschap.
De PKB is op meerdere punten gewijzigd en aangevuld. Het kabinet houdt
het bestaande snelvaargebied bij Oudeschild (Texel) toch open. Alleen
in dat gebied zijn waterskiën, jetskiën en vergelijkbare
gemotoriseerde activiteiten toegestaan. Daarnaast is het verbod op het
gebruik van ultralichte vliegtuigen boven de Waddenzee en de
Waddeneilanden geschrapt. Tijdens de inspraak is gebleken dat de
vliegtuigjes kunnen voldoen aan dezelfde eisen als andere kleine
vliegtuigen, waaronder de minimum vlieghoogte van 450 meter. Voor de
recreatievaart is het maximum aantal ligplaatsen verhoogd van 4.400
naar 4.600.
Het kabinet sluit op voorhand een verdere verdieping van de vaargeul
van de Eems richting de Eemshaven niet uit. Hiermee wordt een
uitzondering gemaakt op de gehanteerde streefdieptes 1993. Het kabinet
houdt daarbij rekening met de mogelijke toekomstige aanlanding van
diepstekende tankers voor het vervoer van vloeibaar gas en
diepstekende scheepvaart voor een mogelijk nieuwe energiecentrale bij
de Eemshaven.
Verder is de zogenoemde PKB-grens op een aantal specifieke plekken
aangepast. Deze aanpassingen doen beter recht aan de lokale situatie,
zo bleek ook uit de inspraak. De grensaanpassingen zijn gedaan bij de
haven van Terschelling, de jachthaven bij Schiermonnikoog en de
veerdammen van Ameland, Schiermonnikoog en Holwerd. Deze aanpassingen
zijn in lijn met de situatie van de overige havens in het Waddengebied
die al buiten het PKB-gebied liggen. Dat betekent bijvoorbeeld dat
voor de havens en veerdammen niet dezelfde bouwbeperkingen gelden als
in het PKB-gebied.
Het kabinet heeft ook gekeken naar diverse andere belangen die tijdens
de inspraak naar voren kwamen. Zo wordt in de PKB het belang benadrukt
van 'beleving van landschap en natuur' en kleinschalige activiteiten
die van oudsher al in het gebied plaatsvinden. Daarnaast ziet het
kabinet perspectief voor duurzame vormen van visserij in de Waddenzee.
Vanuit regionale en lokale economische belangen is ingesproken tegen
het verbod op zeewaartse uitbreiding van havens en bedrijventerreinen.
Toch houdt het kabinet vast aan het verbod. Zeewaartse uitbreidingen
zijn directe en onomkeerbare ingrepen, die leiden tot een
onacceptabele aantasting van de natuurlijke waarden van de Waddenzee.
Uitbreiding van bestaande havens en bedrijventerreinen in de Waddenzee
is alleen landinwaarts toegestaan. Verder heeft het kabinet de
PKB-tekst over windturbines verduidelijkt: geen windmolens in de
Waddenzee.
In de PKB is het ruimtelijk beleid voor het Waddenzeegebied vastgelegd
voor de komende tien jaar met een vooruitblik naar 2030. De PKB maakt
deel uit van een integraal pakket aan voorstellen voor het
Waddenzeebeleid. Dit pakket bestaat uit het verbeteren van de
bestuurlijke organisatie van het Waddenzeebeleid, het Waddenfonds (800
miljoen euro over 20 jaar), duurzame schelpdiervisserij en de aan
strikte randvoorwaarden gebonden gaswinning. Het aangepast deel 3 van
de PKB Derde Nota Waddenzee voldoet aan de voorwaarden van de Europese
Habitatrichtlijn en de herziene Natuurbeschermingswet 1998. Bij de
nadere uitwerking van de PKB wordt rekening gehouden met de Europese
Kaderrichtlijn Water. In november 2001 werd ook al een deel 3 van de
PKB Derde Nota Waddenzee gepubliceerd. Die procedure kon toen niet
worden afgerond door de val van het kabinet Kok-II. Na instemming van
Tweede- en Eerste Kamer met het aangepast deel 3 wordt deel 4 van de
PKB uitgebracht en is de Derde Nota Waddenzee formeel van kracht.
Zie ook
Zie het origineel
Dossier Waddenzee: http://www.vrom.nl/waddenzee