OM onterecht beschuldigd
12 mei 2006
Op de Opiniepagina van 10 mei maakt A.A.M. Horrevorts zich ernstig
zorgen over de integriteit van de overheid. Zijn bezorgdheid is
gebaseerd op de recente publiciteit over procureur-generaal Steenhuis,
die zijn chauffeur veelvuldig opdracht zou hebben gegeven om te hard
te rijden en met het zwaailicht over de vluchtstrook files te
omzeilen. Horrevorts neemt nog net niet de verdachtmakingen aan het
adres van Steenhuis integraal over.
Vervolgens stelt hij vast dat lekken een van de belangrijkste
problemen is van het openbaar ministerie. Hij vermoedt dat in het
geval Steenhuis sprake is geweest van een klokkenluidersactie.
"Mogelijk vonden mensen binnen het openbaar ministerie of de
rijksrecherche dat deze zaak wel heel erg traag werd afgehandeld en
waren zij verontwaardigd over een vermeende voorkeursbehandeling voor
Steenhuis", aldus Horrevorts. Zo slingert Horrevorts met grote
lenigheid van de ene conclusie naar de andere.
Zeer betreurenswaardig is, dat hij daarbij verzuimd heeft te kijken of
de feiten zijn conclusies wel kunnen dragen. Zo is, anders dan
Horrevorts schijnt te denken, de strafzaak tegen de chauffeur van
Steenhuis voor het openbaar ministerie reeds in 2005 afgehandeld. Deze
chauffeur kreeg een transactievoorstel ter zake van een voorval
waarbij hij hinder op de weg had veroorzaakt voor een andere
weggebruiker. Degene die aangifte had gedaan nam daar geen genoegen
mee en diende eind december 2005 bij het gerechtshof een klacht in om
alsnog vervolging af te dwingen (procedure artikel 12 strafvordering).
De verklaringen van de chauffeur die vorige week (selectief) in de
media terecht zijn gekomen, vormen onderdeel van het procesdossier in
die procedure en zijn door klager ingezien. Naar verwachting behandelt
het Hof in Arnhem dit beklag een dezer dagen. Deze feitelijke
achtergrond geeft aan waarom de theorie van Horrevorts over het
uitlekken van de verklaringen vooral speculatief is.
Des te opmerkelijker is dan dat hij zich niettemin vrij voelde om als
deskundige, nota bene in good public governance, het OM en de
rijksrecherche van lekken te betichten en om meer in het algemeen het
OM een serieus integriteitsprobleem toe te dichten.
Helaas gaat het hier niet om een eenmalige actie van een relatieve
leek. Afgelopen vrijdag stond in deze krant bijvoorbeeld een
hoofdredactioneel commentaar over de 'Endstra-tapes'. Daarin werd
betreurd "dat justitie zo'n belangrijk document in zo'n belangrijke
strafzaak niet geheim kan houden. Al eerder zijn er schadelijke lekken
geweest die personen in gevaar hebben gebracht en soms hebben geleid
tot moord op potentiële getuigen". Een dag later heeft de
hoofdredactie erkend dat deze ernstige beschuldiging ongefundeerd was.
Dat siert de hoofdredactie, maar het gaat wel om een gebaar achteraf
in de rubriek Correcties & Aanvullingen op pagina 2, rechts onderaan.
De publicitaire schade was toen al een feit.
Let wel, ik wil er niet voor pleiten dat het OM met fluwelen
handschoenen tegemoet wordt getreden. Integendeel, neem ons maar
stevig de maat! Daar kunnen we tegen. Het houdt ons scherp en dat komt
de kwaliteit van de strafrechtspleging alleen maar ten goede.
Daarbij ga ik er wel vanuit dat degenen die zich om de integriteit van
anderen bekommeren, zelf ook zorgvuldig te werk gaan. Nu lijkt het
soms alsof het de normaalste zaak van de wereld is het OM, de
rijksrecherche en de politie op basis van veronderstellingen en halve
waarheden allerlei integriteitsgebreken in de schoenen te schuiven. Of
ze nu bedoeld of onbedoeld zijn, die ernstige, ongefundeerde verwijten
zijn wel steeds een slag in het gezicht van die duizenden
politiemensen en OM-medewerkers die zich dagelijks sterk maken voor de
rechtshandhaving in dit land.
Openbaar Ministerie