Vlaamse overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 12 mei 2006

Snellere afhandeling van dossiers en meer windturbines door actualisatie omzendbrief

Op voorstel van Dirk VAN MECHELEN, Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening en Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft de Vlaamse Regering vandaag de actualisatie van de omzendbrief voor de inplanting van windturbines goedgekeurd. De vorige versie dateerde van 2000. Momenteel zijn er reeds een 100-tal turbines in Vlaanderen actief en werd heel wat ervaring opgedaan met de inplanting van windmolens. Windenergie heeft in Vlaanderen nog een enorm potentieel, daarom was een actualisatie van de omzendbrief noodzakelijk.

Deze nieuwe omzendbrief reikt oplossingen aan om de huidige knelpunten te verhelpen, zodat windenergie -ook op het land-, voldoende ontwikkelingskansen krijgt. Concreet voorziet deze nieuwe omzendbrief dat de windwerkgroep pro-actief op zoek gaat naar nieuwe potentiële inplantingzones voor windturbines. Niet alleen initiatiefnemers zullen zones naar voor schuiven, ook de overheid zal locaties aanbrengen.

In de windwerkgroep zetelen verantwoordelijken uit o.a. de ruimtelijke ordening, de landschappen, de landbouw en het leefmilieu. Rekening houdend met de impact op fauna, flora, geluid en luchtvaart zal de windwerkgroep de beste locaties selecteren. Dankzij de windwerkgroep kan een betere afstemming voorzien worden op een zo hoog mogelijk administratief niveau. De verschillende afwegingselementen (bestemming van de zone, grondgebruik, bundeling, geluidsimpact, veiligheid,...) zullen bovendien voorafgaandelijk beschreven in een lokalisatienota, waardoor de keuze voor voorgestelde sites reeds gemotiveerd worden bij indiening en de slaagkans verhoogd wordt.

Daarenboven zal er onderzoek verricht worden om hoogwaardige vormen van windenergie te stimuleren. Windturbines worden immers steeds innovatiever, steeds krachtiger en ze generen een hoger rendement. Er zullen testlocaties en testvelden voorzien worden voor onderzoek en ontwikkeling van windturbines.

Er zal gewerkt worden met een lijst van gewestplanbestemmingen zoals industriegebieden, KMO-zones en gebieden voor de vestiging van distributiecentra waar windturbines makkelijker zullen worden toegestaan.

Momenteel stelt men vast dat sommige locaties op basis van de afwegingselementen en de locatienota wel geschikt zijn voor de plaatsing van windturbines, maar dat deze voorstellen niet kunnen weerhouden worden omdat ze in strijd zijn met de bestemming van het gewestplan of het verordenend plan. Dankzij deze omzendbrief kan men in de toekomst in dit geval de hoofdbestemming van de gewenste zones aanpassen of boven de bestaande gewestplanbepaling een overdruk 'gebied voor windturbines' opleggen, waarbij de onderliggende bestemming behouden blijft.

Tot slot werd het onderscheid tussen gewestelijke en provinciale planningsinitiatieven opgeheven, waardoor bepaalde projecten sneller tot realisatie komen. Een aantal overbodige afstands- en hoogteregels werden geschrapt. Wel werd vooropgesteld om in de eerste plaats te opteren voor grotere windmolenparken in plaats van solitaire molens.

Dankzij deze actualisatie van de omzendbrief zullen goede locaties voor windturbines sneller vergund zijn en zal duurzaam energiegebruik kunnen aangemoedigd worden waardoor de Kyotonormen gehaald zullen worden.

Zie bijlage 1 voor meer cijfers inzake windenergie in Vlaanderen

Zie bijlage 2 voor de exacte samenstelling van de windwerkgroep

Bijlage 1: Cijfers met betrekking tot de sector van de hernieuwbaar stroom in Vlaanderen.

Door de invoering van het groenestroomcertificatensysteem en de vereiste om te komen tot een aandeel van 2% geleverde elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2004, verder stijgend tot 6% tegen 2010, werd windenergie een logische piste.

Ondertussen staan er in Vlaanderen een 100-tal windturbines opgesteld, met een totaal vermogen van ongeveer 120 megawatt, tegenover 8 megawatt in 1999. De totale groenestroomproductie bereikte medio 2005 een aandeel van ongeveer 2% in het certificaatplichtige verbruik, waarvan windenergie op land ongeveer 20% uitmaakt. Een inschatting van de haalbaarheid van voorgelegde en in voorbereiding zijnde projecten geeft aan dat in Vlaanderen ongeveer 1000 GWh groenestroomproductie uit wind op land tegen 2010 kan gewonnen worden. Om dit belangrijk doel te kunnen bereiken is het noodzakelijk de omzendbrief EME/2000.01 van 17 juli 2000 op een aantal punten te actualiseren.

De Vlaamse hernieuwbare energietechnologiesector bestaat uit een kleine vijfhonderd bedrijven en realiseerde een geschatte omzet van 280 miljoen euro. De werkgelegenheid in de gehele sector wordt geraamd op 1227 voltijdse equivalenten. Binnen deze sector neemt windenergie zowel qua omzet als qua werkgelegenheid de belangrijkste plaats in: ongeveer 40% van de omzet, en dan hoofdzakelijk voor 'on shore' toepassingen.

Bijlage 2: Effectieve samenstelling van de windwerkgroep

Deze 'interdepartementale werkgroep windenergie' is samengesteld uit:


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Energie;


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening;


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Landschappen;


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu;


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Economie;


- 1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister bevoegd voor Landbouw;


- 2 vertegenwoordigers van het Vlaams Ministerie bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening;


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Ministerie bevoegd voor het Onroerend Erfgoed;


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Ministerie bevoegd voor de Natuur;


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Ministerie bevoegd voor het Leefmilieu;


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Ministerie bevoegd voor de Economie;


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Ministerie bevoegd voor de Landbouw;


- 2 vertegenwoordigers van het Vlaams Energieagentschap (voorzitterschap en secretariaat);


- 1 vertegenwoordiger van het Vlaams Agentschap Ondernemen;


- 1 vertegenwoordiger van Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos;


- 1 vertegenwoordiger van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek;


- 1 vertegenwoordiger van de Organisatie Duurzame Energie Vlaanderen (ODE).

Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Dhr. Philippe Heyvaert, woordvoerder van minister Van Mechelen Tel.: 02-552 67 00
Gsm: 0495-23 16 90
E-mail: persdienst.vanmechelen@vlaanderen.be

Dhr. Luc De Seranno, woordvoerder van minister Peeters Tel.: 02-552 66 00
Gsm: 0477-38 23 37
E-mail: persdienst.peeters@vlaanderen.be

Lees meer op: http://www.vlaanderen.be/servlet/Satellite?cid=1147406423186&pagename=nieuwsberichten%2FNB_Nieuwsbericht%2FNieuwsbericht