Ingezonden persbericht
EMBARGO TOT VRIJDAG 12 MEI 17.00 UUR
PERSBERICHT academisch ziekenhuis Maastricht
Oratie prof.dr. Marjolein Drent, longarts azM:
'Adembenemende contacten...'
Longarts dr. Marjolein Drent van het academisch ziekenhuis Maastricht is benoemd tot bijzonder hoogleraar longziekten, in het bijzonder 'interstitiële longaandoeningen', aan de Universiteit Maastricht.
Voorafgaand aan haar aanvaardingsrede 'Adembenemende contacten.' vrijdag 12 mei a.s. vindt het symposium 'Past, present and future of interstitial lung diseases' plaats. Daar schetsen internationale topwetenschappers op dit vakgebied een historisch, actueel en toekomstig perspectief en worden onder meer de resultaten besproken van de meest recente klinische studies met ontstekingsremmers en met een anti-oxidanten.
Meest bekende longaandoeningen zijn aandoeningen waarbij mensen moeilijk 'lucht' krijgen en zich benauwd voelen. Er is dan een probleem met de toegangswegen van de long (de takken van de boom), zoals bij astma en COPD (emfyseem). Daarnaast kunnen er echter problemen ontstaan, doordat men met het ademen lucht met deeltjes en/of gassen inademt. Het inademen van bepaalde stoffen zet vervolgens een afweer- of beschermingsmechanisme in gang. Normaal verloopt dit afweerproces zonder grote problemen en wordt de persoon in kwestie niet ziek.
Bij daarvoor gevoelige personen ontspoort dit proces, treedt een te heftige afweerreactie op en ontstaat er een longafwijking. Bij deze aandoeningen worden vooral het longweefsel zelf aangetast. Men noemt deze ziektebeelden interstitiële ofwel diffuse longaandoeningen. In Nederland lijden naar schatting 20.000 mensen aan één of andere vorm van een dergelijke diffuse longaandoening.
Ild
Interstitiële, diffuse longaandoeningen (ild) kunnen onder meer ontstaan door contact met organisch materiaal, maar ook door het inademen van eiwitten of schimmels kunnen sommige personen een soort overgevoeligheidsreactie vertonen, die vervolgens kan leiden tot longafwijkingen (Voorbeeld: 'duivenmelkerslong').
Een vergelijkbare reactie kan door schimmels en allerlei medicijnen. Drent: "Onlangs verscheen een onderzoek waarin beweerd werd dat ongeveer 30% van de ziekenhuisopnames te maken heeft met verkeerd medicijngebruik. Een deel daarvan wordt ingenomen door patiënten met longafwijkingen". Zij pleit dan ook voor het invoeren van een genetisch paspoort, zodat vooraf kan worden bekeken hoe een patiënt reageert op medicatie.
Bedrijfsleven
Artsen worden nog steeds geconfronteerd onbegrepen diffuse of andere longafwijkingen waar expositie in het verleden wellicht een rol gespeeld heeft. Drent pleit dan ook voor bundeling van kennis: "Het genereren van financiële middelen en ontwikkeling van de juiste preventieve maatregelen vergt nauwe samenwerking. Zo kan het bedrijfsleven een belangrijke rol vervullen in innovatieve ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Deze ontwikkelingen kunnen bovendien leiden tot betere werkomstandigheden van werknemers en het preventiemanagement verbeteren."
Sarcoïdose
Een volgende aandoening waar Drent die dag aandacht voor vraagt is sarcoïdose, een grillige aandoening die zich overal in het lichaam kan manifesteren. In Nederland lijden naar schatting zo'n 7000 mensen aan sarcoïdose. Goed epidemiologisch onderzoek ontbreekt echter. Om mensen met een aandoening als sarcoïdose goed te kunnen behandelen is het van belang te weten wat deze aandoening bij de betrokkene voor gevolgen heeft. 'Wat is de impact op de kwaliteit van leven?' 'Waar hebben deze mensen hulp bij nodig?' Voor behandelaars is het belangrijk dat ze op de hoogte zijn van de problemen waar patiënten mee worstelen. Dit kan leiden tot meer begrip en adequate behandeladviezen.
In Maastricht is in 2000 het Sarcoïdose Management Team opgericht. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van allerlei disciplines. Een zo adequaat mogelijke begeleiding van patiënten met sarcoïdose, het bieden van zorg op maat en topreferente zorg vormen de belangrijkste doelen van deze samenwerking binnen het azM. In het in oprichting zijnde ild care centrum zal deze vruchtbare samenwerking worden benut voor patiënten met systeemaandoeningen en andere interstitiële longaandoeningen.
Ild care foundation
Op 18 april 2006 is te Maastricht officieel de ild care foundation opgericht. Deze management en onderzoeksstichting stelt zich ten doel de zorg te optimaliseren voor patiënten met interstitiële longaandoeningen inclusief sarcoïdose en beroeps- en omgevingsgerelateerde longaandoeningen.
Doel is verbreding van de kennis en een verbetering van de therapeutische mogelijkheden en
onderzoek te doen naar de impact van de aandoening voor patiënten en betrokkenen, de mogelijke oorzaken en invloed van erfelijke aanleg.
De heer L.J.P.M. Frissen, commissaris van de koningin, Provincie Limburg, is lid van het comité van aanbeveling van de ild care foundation. In de Raad van Toezicht heeft onder andere zitting Felix Rottenberg.
---
Nadere informatie: Jos van Cann, stafdienst Communicatie azM, t 043-3875112 / e jos.vancann@azm.nl
Samenvatting oratie
Prof.dr. Marjolein Drent
Bijzonder hoogleraar longziekten i.h.b. interstitiële longaandoeningen
azM/UM Maastricht
'Adembenemende contacten.'
De longen vormen ons grootste contactorgaan. Schadelijke stoffen kunnen de long bereiken via de inademinglucht en de bloedbaan. Preventieve maatregelen waaronder goed informeren over schadelijke stoffen en bijwerkingen van medicijnen - met als doel schade te voorkomen - zijn hier essentieel. In de toekomst zal bij het voorkomen van ongewenste bijwerkingen van geneesmiddelen gewerkt worden met een genetisch paspoort. Alle specialismen binnen de gezondheidszorg hebben hier baat bij en derhalve is een multidisciplinaire aanpak met centrale aansturing hier cruciaal.
Als afwijkingen al zijn ontstaan is het belangrijk de juiste behandeling te vinden. Dit vergt grote investeringen. In de ontwikkelingsfase dient een oplossing gevonden te worden voor veelbelovende medicijnen waar nog geen officiële toestemming voor is verstrekt. Om willekeur te voorkomen (sommige zorgverzekeraars vergoeden bepaalde middelen wel voor een aandoening andere verzekeringsmaatschappijen niet) is hier een rol weggelegd voor de overheid om te voorkomen dat de huidige situatie in stand gehouden kan worden.
Relevante websites
Afdeling longziekten academisch ziekenhuis Maastricht: www.pul.unimaas.nl
Het ild care centrum azM en de ild care foundation: www.ildcare.eu (in aanbouw)
Belangenvereniging longfibrosepatiënten Nederland: www.longfibrose.nl
Sarcoïdose Belangenvereniging Nederland (SBN): www.sarcoidose.nl
World association of sarcoidosis and other granulomatous diseases (WASOG):
www.pinali.unipd.it/sarcoid
Website met informatie over door medicijnen veroorzaakte longziekten: www.pneumotox.com
Informatie en software behulpzaam bij het veilig voorschrijven van geneesmiddelen: www.genemedrx.com
---- --
12 mei - Maastricht:
Marjolein Drent. Haar inaugurele rede is getiteld 'Adembenemende contacten'
Symposium belicht
Interstitiële longaandoeningen
Voorafgaand aan de inaugurele rede van professor dr. Marjolein Drent, bijzonder
hoogleraar longziekten, in het bijzonder interstitiële longaandoeningen, zal op 12
mei in Maastricht het symposium Past, present and future of interstitial lung diseases
worden gehouden. Tijdens het symposium zullen onder meer de resultaten worden
besproken van de meest recente multi-centered klinische studies met ontstekingsremmers
en met een anti-oxidanten. Daarnaast zal ook aandacht worden besteed aan
diagnostische en therapeutische vraagstukken. De bijeenkomst zal worden geopend
door burgemeester G. Leers van Maastricht. Een voorbeschouwing.
Interstitiële longaandoeningen zijn even divers als complex.
Van vele aandoeningen is de oorzaak niet in detail bekend.
Ook de exacte incidentie durft professor Marjolein Drent, bijzonder
hoogleraar longziekten, in het bijzonder interstitiële
longaandoeningen aan de Universiteit Maastricht niet te geven.
De beste schattingen gaan uit van ongeveer twintig duizend gevallen
in ons land per jaar, maar goed gefundeerde getallen ontbreken.
Het is vanuit dat licht misschien ook niet verwonderlijk
dat het tot 2006 heeft moeten duren voor er twee aparte leerstoelen
voor deze aandoeningen van het longparenchym zijn
gereserveerd. Een maand nadat haar opleider en co-promotor,
professor dr. Jules van den Bosch, werkzaam in het Sint Antonius
Ziekenhuis te Nieuwegein zijn ambt als hoogleraar interstitiele
longziekten aan de Universiteit Utrecht heeft aanvaard, zal
professor Drent op 12 mei in Maastricht haar inaugurele rede
houden. Daaraan vooraf worden de interstitiële longaandoeningen
door de internationale top op dit vakgebied tijdens een symposium
in een historisch, actueel en toekomstig perspectief geplaatst.
Grote namen
De geschiedenis van de interstitiële longaandoeningen zal worden
belicht door de voorzitter van de wereldorganisatie voor sarcoïdose,
WASOG, professor dr. Om Sharma uit Los Angeles.
De actuele stand van de wetenschap op het gebied van sarcoïdose
zal worden belicht door professor dr. Ulrich Costabel uit Essen,
Duitsland. Costabel is binnen de European Respiratory Society
een autoriteit op het brede gebied van de diverse interstitiële
longaandoeningen en de broncholalveolaire lavage. Daarnaast
zal professor dr. Talmadge King uit San Fransisco de actualiteit
belichten van kennis op het gebied van longfi brose. Voorheen
heeft King in het Jewish National Hospital in Denver gewerkt,
het expertise centrum voor interstitiële longziekten in de Verenigde
Staten. King is tevens één van de editors van het standaardwerk
Interstitial Lung Disease, dat wel 'de bijbel' van dit vakgebied
wordt genoemd.
Het licht op de toekomst zal worden geworpen door professor
dr. Roland Du Bois van het Brompton University Hospital in
Londen. Dit ziekenhuis is internationaal bekend van genetische
studies bij sarcoïdose en longaandoeningen als onderdeel van
systeemaandoeningen, zoals sclerodermie. Du Bois is de opvolger
van Dame Margaret Turner-Warwick, één van de pioniers op
het gebied van de interstitiële longaandoeningen.
Adembenemende contacten
Volgens de organisator professor dr. Drent zal het symposium
ook zinvol zijn voor longartsen die in hun dagelijkse praktijk
niet iedere dag patiënten met interstitiële longaandoeningen tegen
komen. Diagnose en therapie zullen op verschillende niveau's
aan de orde komen .
In haar inaugurele rede 'Adembenemende contacten' zal Drent
zich vooral richten op de rol van de verschillende factoren die een
interstitiële longaandoening kunnen veroorzaken. Bovendien zal
zij het belang benadrukken van centrale begeleiding en multidisciplinaire
samenwerking in de bestrijding van deze ziekten.
Fundamenteel onderzoek
Op fundamenteel gebied wordt onder meer onderzoek
gedaan naar de rol van genetica in het ontstaan van de
verschillende ziektebeelden en naar de mogelijkheden
voor proteomics bij de vroege diagnose van sarcoïdose.
Door bestudering van zoveel mogelijk sleutel-eiwitten in
verschillende cellen hopen de onderzoekers een activiteitsparameter
te vinden die het grillige beeld van sarcoïdose
kan verklaren. Vooral bij sarcoïdose zijn al aanwijzingen
gevonden voor een erfelijke basis bij het ontstaan
van de ziekte. Het gaat daarbij om verhoogde frequenties
van bepaalde allelen bij een deel van de patiënten.
Aanwijzingen voor één erfelijke basis voor 'de ziekte' is
er niet. Ook bij longfi brose worden familiaire vormen
van de ziekte gezien wat duidt op een rol voor de genetica.
Maar ook daar zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen
in hoeverre welke genen welke rol spelen.
Therapie
Lange tijd is er weinig belangstelling geweest voor de interstitiële
longziekten. De laatste vijf jaar lijkt daar een
kentering in gekomen. Er zijn inmiddels grote studies verricht
met onder andere het anti-oxidant acetylcysteine bij
longfi brose (IFIGENIA, NEJM, 24 november 2005), Interferon
Gamma-1b bij longfi brose (NEJM, 8 januari 2004)
en het monoklonale antilichaam infl iximab dat gericht is
tegen de ontstekingsfactor TNF-alpha bij de behandeling
van sarcoïdose.
Behandeling van idiopathische longfi brose met acetylcysteine
naast een behandeling met ontstekingsremmers
blijkt een beter behoud van longcapaciteit te geven dan
behandeling met ontstekingsremmers alleen. De resultaten
van de Interferon Gamma-studie waren niet wat
longartsen hadden gehoopt. In de behandeling van idiopathische
fi brose was er nauwelijks of geen voordeel
van behandeling met Interferon vergeleken met een placebo.
Onlangs is een internationale multi-center studie
naar het effect van infl iximab op sarcoïdose. De analyse
van de resultaten is nog in volle gang. Belangrijkste conclusie
tot nu toe is dat het middel vooral een positief effect
heeft bij mensen met een ernstige vorm van sarcoïdose.
Drent: 'Helaas was er veel discussie over de
inclusiecriteria en eindpunten van het studieprotocol.
Daardoor zijn de effecten wellicht versluierd. Toekomstige
studies zullen het effect verder moeten evalueren. Dat
is erg belangrijk omdat voor een aantal goed geselecteerde
patiënten deze behandeling een uitkomst kan bieden.
Het kan hen in de gelegenheid stellen weer een normaal
leven te leiden en aan het arbeidsproces deel te
nemen.'
Symposium:
(voor longartsen, huisartsen en kinderlongartsen
(in opleiding)
Locatie: Derlontheater, Maastricht
Aanvang: 12.00 uur
Elise van Maarseveen. (Glaxo)
elise.a.van-maarseveen@gsk.com.
Oratie:
Locatie: Aula Universiteit,
Maastricht
Aanvang: 17.00 uur, s.v.p.
uiterlijk 16.45
aanwezig zijn
ildinfo@lung.azm.nl
(uiterlijk 30 april)
Aanmelden
Zie www.instituutpulmonaal.nl
voor het volledige programma van dit symposium
---- --
`Adembenemende contacten...'
`Breathtaking inspirations...'
oratie Drent V5.indd 1 18-4-2006 16:16:05
oratie Drent V5.indd 2 18-4-2006 16:16:05
`Adembenemende contacten...'
`Breathtaking inspirations...'
Rede
Uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt
van bijzonder hoogleraar longziekten
i.h.b. `interstitiële longaandoeningen'
aan de Universiteit Maastricht,
op vrijdag 12 mei 2006
door
Dr. Marjolein Drent
oratie Drent V5.indd 3 18-4-2006 16:16:06
oratie Drent V5.indd 4 18-4-2006 16:16:06
Oratie Dr. Marjolein Drent | 5
`Adembenemende contacten...'
Mijnheer de Rector Magnificus, geacht college van bestuur, ge-
waardeerde collega hoogleraren, collega's uit binnen- en buiten-
land, medewerkers van het azM, patiënten, familie en vrienden,
en alle andere aanwezigen,
Vandaag zal ik officieel het ambt aanvaarden van hoogleraar. Ik
beschouw het als een grote eer en enorm voorrecht dat ik mijn
inaugurale rede voor u allen mag uitspreken. In deze rede zal
ik trachten u op adembenemende wijze kennis te laten maken
met het onderwerp van mijn inspirerende leeropdracht `inter-
stitiële longaandoeningen' en het maatschappelijke en weten-
schappelijke belang van deze leerstoel. Samenwerking met al-
lerlei disciplines, waarvan vanmiddag velen aanwezig, is hierbij
essentieel. De manier van werken lijkt erg op dat van een detec-
tive: uitpluizen en zoeken naar soms onverwachte verbanden.
Contactorgaan
Allereerst wil ik het begrip contactorgaan en de relatie tus-
sen een contactorgaan en het ontwikkelen van aandoeningen
bespreken. Het meest voor de hand liggende en bekende con-
tactorgaan is onze huid. Allerlei stoffen kunnen via de huid het
lichaam binnendringen, en soms een ongewenst effect heb-
ben. Echter niet de huid maar de longen vormen ons grootste
contact orgaan. De oppervlakte van de huid bedraagt ongeveer
1oem2. Het oppervlak van de longen is ongeveer 90m2, ofwel de
afmeting van een half tennisveld. Het oppervlak van de longen
bedraagt dus ongeveer 60 maal dat van de huid van een mens.
De long is als het ware `ingebed' in twee omgevingen, die
beide schadelijke substanties kunnen aanvoeren. Allereerst is
er contact met de omgevingslucht. De functie van de longen
is gaswisseling: we ademen lucht in waarin zich zuurstof (O2)
bevindt, dat wordt opgenomen en koolzuur (CO2) wordt weer
uitgeademd.
oratie Drent V5.indd 5 18-4-2006 16:16:06
6 | `Adembenemende contacten ...'
Figuur 1 - Gaswisseling in de long.
Deze gaswisseling vindt plaats in de longblaasjes (alveoli). Zo
wordt zuurstofarm bloed wat uit het lichaam komt weer zuur-
stofrijk (figuur 1). Contact via de longen is minder direct, maar
niet zomaar te verhinderen. De lucht die iemand inademt kan
letterlijk adembenemend zijn als hier organische of anorgani-
sche schadelijke deeltjes of gassen in aanwezig zijn. Daarnaast
heeft de long nauw contact met de bloedbaan. Via deze route
kunnen ook allerlei schadelijke stoffen de long bereiken en let-
terlijk tot een adembenemende toestand leiden. Dit zal naast
het belang van multidisciplinaire samenwerking de rode draad
zijn in mijn verhaal van vanmiddag.
Interstitiële longaandoeningen
Meest bekende longaandoeningen zijn aandoeningen waarbij
mensen moeilijk `lucht' krijgen en zich benauwd voelen. Er is dan
een probleem met de toegangswegen van de long (de takken
van de boom), zoals bij astma en COPD (emfyseem). Daarnaast
kunnen problemen ontstaan, doordat men met het ademen
lucht met deeltjes en/of gassen inademt. Het inademen van be-
paalde stoffen zet vervolgens een afweer- of beschermingsme-
chanisme in gang. Normaal verloopt dit afweerproces zonder
grote problemen en wordt de persoon in kwestie niet ziek. Bij
oratie Drent V5.indd 6 18-4-2006 16:16:06
Oratie Dr. Marjolein Drent | 7
daarvoor gevoelige personen ontspoort dit proces, treedt een
te heftige afweerreactie op en ontstaat er een longafwijking.
Bij deze aandoeningen worden vooral het longweefsel zelf
aangetast. Men noemt deze ziektebeelden interstitiële ofwel
diffuse longaandoeningen. In Nederland lijden naar schatting
20.000 mensen aan één of andere vorm van een dergelijke dif-
fuse longaandoening.
Schadelijke invloeden van buitenaf
In Limburg zijn diffuse longaandoeningen door adembenemen-
de contacten niet onbekend. Iedereen kent de `zwarte longen'
ofwel stoflongen van mijnwerkers. Deze werknemers ademen
steenstof in en dat bereikt zo de long. Steenstof bevat silica, een
anorganische stof. De longen beschikken over een natuurlijke
reinigingsdienst. Deze bestaat uit een leger van stofzuigercel-
len, die proberen al die stofdeeltjes op te ruimen. Er wordt ge-
tracht die deeltjes af te breken ofwel te verteren. Daar ligt het
probleem, dat lukt namelijk niet. De cellen sterven af, de vol-
gende generatie probeert hetzelfde. Ook deze cellen zijn daar
niet toe instaat. Bij dit proces komen voor de long schadelijke
stoffen vrij. Uiteindelijk ontstaan in de long van de betrokken
persoon afwijkingen en krijgt hij klachten. Het wordt moeilijker
om te ademen en zuurstof op te nemen. Het uithoudingsver-
mogen neemt af en er kunnen hoestklachten ontstaan. Deze
aandoening komt overigens niet alleen bij de mijnwerkers zelf
voor, maar ook bij de vrouwen van die mijnwerkers door het
wassen van de kleren van hun echtgenoot en/of zonen, ook
bij zandstralers, bij glasbewerkers en werkers in de rubberin-
dustrie, etc.
Oorzaak en gevolg
Mijn interesse is al vroeg uitgegaan naar vragen zoals: `waarom
zijn bepaalde stoffen schadelijk voor de één, maar niet voor de
ander?' Wat ligt ten grondslag aan bepaalde afwijkingen vast-
gesteld bij patiënten, wat is de oorzaak? Soms is het resultaat
oratie Drent V5.indd 7 18-4-2006 16:16:06
8 | `Adembenemende contacten ...'
van uitgebreid onderzoek ontoereikend en komt men niet ver-
der dan de aandoening de stempel `idiopathisch' ofwel oorzaak
onbekend op te plakken.
Factoren van invloed bij het ontstaan van een aandoening
· blootstelling
· omstandigheden
· aanleg ofwel erfelijke predispositie
· of een combinatie van dat alles?
Om te bepalen wat de meest geschikte behandeling is voor ie-
mand, is het nodig om te achterhalen wat de mogelijke oorzaak
van de ontstane afwijkingen is. Is dat blootstelling aan een voor
die persoon schadelijke stof? Heeft het te maken met een aan-
geboren aanleg tot het ontwikkelen van een bepaalde reactie
of met een combinatie van blootstelling en aanleg? Waarom is
een specifieke stof schadelijk voor een bepaald persoon? Wat
bepaalt of iemand uiteindelijk een ziekte zal ontwikkelen? Mis-
schien op het eerste gezicht vrij eenvoudige vragen, maar om
die zorgvuldig te kunnen beantwoorden is nogal wat nodig.
Juiste informatie
Allereerst is het verhaal van de patiënt erg belangrijk. Om er
achter te komen wat iemand mankeert en vooral hoe een be-
paalde aandoening kan zijn ontstaan is het van essentieel be-
lang om goed te informeren wat iemand allemaal heeft gedaan.
Het volstaat hier niet met een korte anamnese, maar een uitge-
breide inventarisatie van mogelijke contacten en blootstellin-
gen is noodzakelijk. Volharding en doorzettingsvermogen van
de arts is hier onmisbaar.
Het stellen van de juiste vragen en goed luisteren kunnen
behulpzaam zijn bij het ontrafelen van het raadsel. In de prak-
tijk wordt dit nogal eens beïnvloed door tijdsdruk, hierdoor kan
oratie Drent V5.indd 8 18-4-2006 16:16:06
Oratie Dr. Marjolein Drent | 9
het doorzettingsvermogen en de tolerantie van de zorgverlener
afnemen. Een juiste dosis nieuwsgierigheid is van groot belang.
Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat de po-
tentiële oorzaak van diffuse longaandoeningen in principe alle
deeltjes of stoffen aanwezig in de inademinglucht of het bloed
kunnen zijn (figuur 2).
Creativiteit is een voorwaarde om samen met de patiënt mo-
gelijke `triggers' te identificeren. De manier van werken is ver-
gelijkbaar met dat van een detective. Sherlock Holmes maakte
gebruik van de zogenaamde deductiemethode (figuur 3). Dat
zal ik nu samen met u onder de loep nemen.
Figuur 2 - Deze man heeft op adembenemende wijze carnaval gevierd.
Helaas voor hem is het geëindigd met het ontwikkelen van een zoge-
naamde `confettilong'. Deze diffuse interstitiële longaandoening zien we
nogal eens bij mensen met als hobby uitbundig feestvieren.
oratie Drent V5.indd 9 18-4-2006 16:16:07
10 | `Adembenemende contacten ...'
Figuur 3 - Sherlock Holmes, consultant detective, bekend om zijn deduc-
tiemethode.
Goede samenwerking tussen verschillende disciplines en bunde-
ling van deskundigheid is noodzakelijk. Een bijkomstig voordeel
hiervan is dat de expertise steeds verder kan worden uitgebreid,
dat verbanden kunnen worden gelegd waarmee vervolgens
weer nieuw wetenschappelijk onderzoek kan worden geïniti-
eerd. Tevens kan zo de begeleiding van patiënten met dergelijke
aandoeningen worden verbeterd. Binnen het azM wordt met
allerlei initiatieven, waaronder azMove, sterk gestimuleerd de
eilandencultuur te doorbreken en naar maximale soms virtuele
samenwerking te streven.
Juiste diagnose
Het doel van een behandeling is primair het verbeteren van de
kwaliteit van leven van de patiënt. Om dat zo optimaal moge-
lijk te kunnen nastreven is allereerst het stellen van de juiste
diagnose van belang. Hiervoor zijn een aantal redenen aan te
geven.
oratie Drent V5.indd 10 18-4-2006 16:16:07
Oratie Dr. Marjolein Drent | 11
Aanpak probleem van patiënt
1. goede interviewer, die de juiste vragen weet te stellen, en alle
mogelijke stoffen waarmee contact is geweest en het medicijn-
gebruik inventariseert
2. klinisch onderzoek:
- laboratoriumonderzoek
- beeldvormende technieken
. radiologie
. nucleaire geneeskunde
- microbiologie
- pathologie
- juiste consulten op indicatie
3. aanvullende specifieke technieken
- elektronenmicroscopie en elementanalyse
- DNA-onderzoek, polymorfismes
4. provocatie
Het zoeken naar mogelijke oorzaken en genetisch verbanden
is daarbij essentieel. Voor wetenschappelijk onderzoek, waar-
onder genetisch onderzoek, is een goede klinische afbakening
noodzakelijk. Een duidelijke definitie van het zogenaamde fe-
notype (de klinische presentatie) is belangrijk voor het kunnen
doen van uitspraken over het genotype (de erfelijke aanleg) met
behulp van DNA onderzoek.
Belang van de juiste diagnose
· van betekenis voor prognose
· wat staat de betrokken patiënt te wachten?
· contacten trachten te vermijden met mogelijke trigger
· preventiemanagement
· tijdig kunnen starten met de meest optimale behandeling
oratie Drent V5.indd 11 18-4-2006 16:16:07
12 | `Adembenemende contacten ...'
Samenwerking
Door multidisciplinaire, multicentrische, nationale en interna-
tionale samenwerking bij de begeleiding van patiënten met
interstitiële longaandoeningen kan er veel worden bereikt. Dat
moge ook blijken uit resultaten verkregen uit onderzoek mede
tot stand gekomen door samenwerking met andere instituten
en groepen.
Het is in dat kader enorm toe te juichen dat in Utrecht ook de
basis is gelegd het aandachtsgebied interstitiële longaandoe-
ningen serieus te nemen. Onlangs is de jarenlange ervaring op
dit terrein van mijn opleider en voorbeeld prof.dr. J.M.M. van
den Bosch werkzaam in het Sint Antonius ziekenhuis te Nieu-
wegein met een leerstoel bekroond. Het verheugt me dan ook
dat we de intentie hebben uitgesproken om ons gezamenlijk in
te zetten voor interstitiële longaandoeningen in de breedste zin
van het woord. Het doel zal zijn een voor Nederland belangrijke
positie te verwerven ten aanzien van wetenschappelijk onder-
zoek en patiëntenzorg.
Samenwerking
· huisartsen
· clinici
· paramedici
· basiswetenschappers
· bedrijfsartsen
· patiëntenverenigingen
· zorgverzekeraars
· industrie
Om de kwaliteit van leven te verbeteren is het vinden van de
optimale behandeling van groot belang, maar zo niet nog be-
langrijker voor de toekomst is het opzetten van een adequaat
preventiemanagement. Ook hier geldt bij uitstek het belang
van samenwerking tussen clinici, basiswetenschappers, be-
oratie Drent V5.indd 12 18-4-2006 16:16:08
Oratie Dr. Marjolein Drent | 13
drijfsartsen, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, maar
ook de industrie. Deze laatste partners zouden nog meer gesti-
muleerd kunnen worden te investeren in het creëren van een zo
optimaal mogelijk werkklimaat voor hun werknemers. Ook zou
aandacht gevestigd dienen te worden op de soms onzichtbare
risico's voor de afnemers en verwerkers van hun producten. Een
goede voorlichting is hierbij van groot belang. Zo kunnen door
samenwerking (inter)nationale richtlijnen worden opgesteld en
het preventiemanagement worden verbeterd. Hierbij zal opti-
maal gebruik gemaakt worden van vernieuwende wetenschap-
pelijke ontwikkelingen, zoals DNA onderzoek en geavanceerd
contactonderzoek. Met de vergaarde kennis zal vervolgens de
meest optimale individuele behandeling worden bepaald. Daar-
naast is deze kennis bruikbaar bij de begeleiding van slachtof-
fers van terrorisme en inhalatietrauma's. Het zal benut worden
bij het opzetten van internationale netwerken ter preventie en
bestrijding van bioterrorisme.
Oorzaken interstitiële longaandoeningen
De term interstitiële longaandoeningen (ild) is nogal ingewik-
keld en vergt verduidelijking (figuur 4). Diffuse longaandoenin-
gen kunnen onder andere ontstaan ten gevolge van contact
met organisch materiaal.
Figuur 4 - ild: `I love ducklings'.
oratie Drent V5.indd 13 18-4-2006 16:16:08
14 | `Adembenemende contacten ...'
Na het inademen van eiwitten of schimmels kunnen sommige
personen een soort overgevoeligheidsreactie vertonen, die ver-
volgens kan leiden tot longafwijkingen.
Een bekend voorbeeld van een dergelijke aandoening is de zoge-
naamde `duivenmelkerslong'. Het probleem wordt veroorzaakt
door eiwitten in de ontlasting van de vogels. De ontlasting kan
tussen de veren van de vogels zitten, maar ook in donzen dek-
bedden, hoofdkussens en zelfs tussen de veren van opgezette
vogels.
Een vergelijkbare reactie kan door schimmels en allerlei me-
dicijnen worden veroorzaakt. Dat het niet altijd eenvoudig is
om een dergelijke oorzaak te achterhalen wil ik graag illustreren
met een aantal voorbeelden.
Sherlock Holmes: `Mystery of the pigeon breeder's dog'
Het eerste voorbeeld betreft een jongen van negen jaar met een
zogenaamde `duivenmelkerslong'. Zijn vader is een beroepsdui-
venmelker. Zijn ouders verzekerden mij dat hij absoluut geen
contact meer had met de duiven en ook niet meer in de hokken
kwam. Toen ik nog eens met de jongen sprak over de situatie
thuis, vertelde hij dat ze een hond hebben. Hij is gek op die hond
en speelt vaak met hem. De hond komt wel in de duivenhok-
ken en ligt daar regelmatig lekker in de zon. De vacht van de
hond bevatte ontlastingsresten van de duiven. De jongen aaide
en knuffelde de hond regelmatig en zo had hij wel degelijk nog
indirect contact met de duiven. Hij was niet allergisch voor de
hond, maar in dit geval was de hond de vector van de voor de
jongen schadelijke eiwitten.
Sherlock Holmes: `Case of breathtaking wine'
Een ander voorbeeld betreft een net gepensioneerde notaris.
Hij was de laatste tijd steeds meer benauwd en bleek een laag
zuurstofgehalte in het bloed te hebben. Op een röntgenfoto
en hoge resolutie CT scan (HRCT) van de longen waren diffuse
afwijkingen zichtbaar (figuur 5). Om erachter te komen wat de
oorzaak van deze afwijkingen was, werd een longspoeling
oratie Drent V5.indd 14 18-4-2006 16:16:08
Oratie Dr. Marjolein Drent | 15
Figuur 5 - Afbeelding van een hoge resolutie CT (HRCT). Links een af-
beelding van een normale long, rechts geeft een afbeelding weer van
de patiënt. Hierop ziet u duidelijk de zogenaamde `diffuse' afwijkingen
(medische term: `extrinsieke allergische alveolitis').
verricht (BAL: bronchoalveolaire lavage). Hieruit viel af te leiden
dat het beeld op de foto het meest zou kunnen passen bij een
allergische reactie veroorzaakt door bijvoorbeeld contact met
vogels of schimmels.
De echtgenote van de patiënt werd gevraagd naar een moge-
lijk verband met iets in huis. We konden geen verklaring vinden.
Uiteindelijk heeft een assistent nog eens heel uitgebreid met de
patiënt doorgenomen wat hij zoal deed op een dag. Toen ver-
telde hij dat hij ieder dag voor het avondeten een fles wijn uit
de kelder ging halen.
Figuur 6 - Afbeelding van de keldermuur bedekt met schimmel.
oratie Drent V5.indd 15 18-4-2006 16:16:09
16 | `Adembenemende contacten ...'
In die kelder bleek de bron van het probleem te liggen (figuur
6). We hebben hier dus te maken met `adembenemende wijn'.
Dit waren twee voorbeelden uit een lange lijst van interessante
en opzienbarende observaties waarvan u velen in de literatuur
kunt terugvinden.
Wetenschappelijke uitwerking van een observatie
Het inademen van anorganisch materiaal, zoals het eerder ge-
noemde steenstof, fijnstof, maar ook metalen, aluminium, be-
ryllium, en isolatiemiddelen als steenwol en glaswol, kan in de
long tot schadelijke reacties leiden.
Sherlock Holmes: `Mystery of the fibers'
Zodra duidelijk is dat iemand met longafwijkingen blootgesteld
is geweest aan isolatiemateriaal, zoals glaswol of steenwol,
roept dat de volgende vragen op. `Is die betreffende persoon
daar ziek van geworden?' `Hoe kan men nu met een acceptabele
waarschijnlijkheid aantonen dat er een relatie is?' Zijn collega's
zijn immers niet ziek. Komt dat doordat de collega's beter de
beschermende maatregelen hebben getroffen of reageert de
bewuste persoon wellicht op een andere manier? Heeft hij een
overactief afweersysteem, waardoor hij ziek wordt?
Om die vragen goed te kunnen beantwoorden dient allereerst
te worden aangetoond dat steenwol of glaswol daadwerkelijk
in de long is terecht gekomen. Een biopt (stukje longweefsel)
wordt daartoe onderzocht met behulp van elektronenmicros-
copie en elementanalyse.
Kwalitatieve microanalyse toont een aantal pieken van ele-
menten hierin aanwezig (zie figuur 7a): magnesium, aluminium,
en silica. Diezelfde pieken zijn aanwezig in figuur 7b, maar nu
veel sterker, omdat het hier om origineel steenwolmateriaal
gaat. Figuur 7c toont een scan van een stukje longweefsel zon-
der vezels, waar de pieken van deze elementen ontbreken.
oratie Drent V5.indd 16 18-4-2006 16:16:09
Oratie Dr. Marjolein Drent | 17
a) scan van een steenwol-
vezel aangetroffen in de
long van een patiënt. Pie-
ken magnesium (Mg), alu-
minium (Al) en silica (Si).
b) scan van een originele
steenwolvezel: Mg, Al en
Si pieken zijn duidelijk
zichtbaar.
c) een scan van een stukje
longweefsel waar geen
vezels in zijn aangetrof-
fen, zonder de pieken Mg,
Al en Si.
Figuur 7 - Elementanalyse (Respir Med 2000;94:815-20).
oratie Drent V5.indd 17 18-4-2006 16:16:10
18 | `Adembenemende contacten ...'
Wetenschappelijke onderbouwing
De volgende stap is dan proberen aan te tonen dat de zieke per-
soon anders reageert op contact met steenwol of glaswol dan
de niet zieke werknemers. Met andere woorden: onderscheidt
de zieke werknemer zich op enigerlei wijze? Is er een genetisch
verschil?
Naast genetisch onderzoek met behulp van DNA kunnen we
ook provocatietesten doen. Door bloed van een proefpersoon
of patiënt bloot te stellen aan een bepaalde stof, bijvoorbeeld
glaswol, kan men door het meten van de sterkte van de reactie
op deze blootstelling vaststellen of iemand heftiger of anders
reageert dan een gezond persoon. Op deze manier wordt een
observatie in de praktijk - namelijk de blootstelling aan een be-
paalde stof - uitgewerkt tot een hypothese en testmethodes
worden ontwikkeld om deze veronderstelling te toetsen.
Om deze route tot stand te kunnen brengen is een goede sa-
menwerking tussen klinische en zogenaamde basiswetenschap-
pers essentieel. Bovendien werkt het ook stimulerend wanneer
wetenschappers weten waarom ze een bepaalde test ontwik-
kelen en de clinici op hun beurt op de hoogte zijn van de moge-
lijkheden. Dit lijkt voor de hand liggend, maar kan nog veel meer
gestimuleerd worden en vormt een belangrijk onderdeel van de
zogenaamde `translational medicine'.
Educatieve functie
Als een bepaalde zaak is opgelost, is het belangrijk het verhaal
uit te werken en op te schrijven in de vorm van een case-report
ofwel casuïstieke mededeling en vervolgens aan te bieden aan
een wetenschappelijk tijdschrift. Op deze manier kunnen ande-
re collega's kennis nemen van deze bijzondere observatie en dat
kan vervolgens motiveren om ook eens aan die mogelijkheid te
denken. De klinische impact van zo'n voorbeeld kan enorm zijn
echter wetenschappelijk `scoort' dit niet. Sterker nog, tegen-
woordig raadt men van hoger hand af om jonge onderzoekers
en artsen te stimuleren een dergelijke observatie zorgvuldig uit
oratie Drent V5.indd 18 18-4-2006 16:16:10
Oratie Dr. Marjolein Drent | 19
te werken en te rapporteren. Als reden voor dit advies wordt
gegeven dat de impactfactor te laag is. Op deze wijze wordt
mijns inziens jonge enthousiaste artsen en onderzoekers een
unieke kans om kennis te maken met het zorgvuldig uitwerken
en rapporteren van een belangrijke observatie ontnomen. Ook
zou deze ervaring interesse in het verrichten van wetenschap-
pelijk onderzoek kunnen aanwakkeren. Dit ontmoedigingsbe-
leid is bovendien een minachting van de waarde van klinische
observaties.
Het huidige waarderingssysteem van belangrijke klinische
observaties aan de ene kant en onderzoeksresultaten aan de
andere kant zou nog eens kritisch onder de loep genomen moe-
ten worden. Deze situatie is vergelijkbaar met de sportwereld.
Als de lat direct te hoog gelegd wordt, ontneem je sporters de
motivatie om zich te ontwikkelen tot topsporter. Voor het leve-
ren van een topprestatie heb je naast talent een goede coach
nodig, die je behoedt voor overbelasting. Een juiste opbouw is
hier cruciaal.
Maatschappelijke relevantie
Nog steeds ondervinden we de gevolgen van blootstelling aan
asbest. Veel mensen hebben in het verleden bewust of onbewust
contact gehad met dit isolatiemiddel. Door allerlei beschermen-
de maatregelen is momenteel directe blootstelling vrijwel nihil.
Toch zullen artsen ook nu nog steeds geconfronteerd worden
met onbegrepen diffuse of andere longafwijkingen waar expo-
sitie in het verleden wellicht een rol gespeeld heeft.
Als wordt vastgesteld dat de relatie tussen de ziekte en bloot-
stelling aannemelijk is, is het verstrekken van goede informatie
van groot belang. Er dient een goede samenwerking te zijn met
bedrijfsartsen, keuringsartsen en huisartsen. Tevens spelen de
producent van deze producten en de afnemers een belangrijke
rol. Als deze partijen als partners worden gezien in onderzoek
en zij ook bereid zijn te investeren in onderzoek, zal zowel het
bedrijfsleven als de gezondheidszorg hiervan kunnen profite-
oratie Drent V5.indd 19 18-4-2006 16:16:10
20 | `Adembenemende contacten ...'
Figuur 8 - Beschermende pakken zijn bij bepaalde beroepen noodzakelijk
om de luchtwegen van werknemers te beschermen.
ren. Bundeling van kennis, genereren van financiële middelen
en ontwikkeling van de juiste preventieve maatregelen vergt
ook hier een nauwe samenwerking. Zo kan het bedrijfsleven een
belangrijke rol vervullen in innovatieve ontwikkelingen binnen
de gezondheidszorg. Deze ontwikkelingen kunnen bovendien
leiden tot betere werkomstandigheden van werknemers en het
preventiemanagement verbeteren (figuur 8).
Sarcoïdose
Een volgende aandoening waar ik graag aandacht voor wil vra-
gen is sarcoïdose. Dat is een grillige aandoening. De oorzaak is
nog steeds niet bekend. Er is veel onderzoek aan besteed, maar
er valt nog zeer veel te ontdekken. Het is een ziekte die zich
overal in het lichaam kan manifesteren. Het komt over de hele
oratie Drent V5.indd 20 18-4-2006 16:16:13
Oratie Dr. Marjolein Drent | 21
wereld en bij alle rassen voor. Er is verschil in ernst en verloop.
Bij negroïde mensen is het verloop vaak ernstiger. In Nederland
lijden naar schatting zo'n 7000 mensen aan sarcoïdose. Goed
epidemiologisch onderzoek ontbreekt echter. Om mensen met
een aandoening als sarcoïdose goed te kunnen behandelen is
het van belang te weten wat deze aandoening bij de betrok-
kene voor gevolgen heeft. `Wat is de impact op de kwaliteit
van leven?' `Waar hebben deze mensen hulp bij nodig?' Voor
behandelaars is het belangrijk dat ze op de hoogte zijn van de
problemen waar patiënten mee worstelen. Dit kan leiden tot
meer begrip en adequate behandeladviezen.
In Maastricht is in 2000 het Sarcoïdose Management Team
opgericht. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van allerlei
disciplines. Een zo adequaat mogelijke begeleiding van patiën-
ten met sarcoïdose, het bieden van zorg op maat en topreferen-
te zorg vormen de belangrijkste doelen van deze samenwerking
binnen het azM. In het in oprichting zijnde ild care centrum zal
deze vruchtbare samenwerking worden benut voor patiënten
met systeemaandoeningen en andere interstitiële longaandoe-
ningen.
Sherlock Holmes: `Case of the killing fatigue'
Uit het onderzoek van Ruth Wirnsberger uitgevoerd in samen-
werking met de Sarcoïdose Belangenvereniging Nederland
kwam naar voren wat we al wisten uit de verhalen van de pa-
tiënten, namelijk dat moeheid een enorme impact op het leven
van sarcoïdosepatiënten heeft. Het betreft hier geen gewone
moeheid, die we allemaal wel kennen als we te druk zijn ge-
weest, te laat naar bed zijn gegaan, teveel afspraken hebben ge-
maakt, last van jetlag hebben en ga zo maar door... Het gaat om
een alles beheersende moeheid die zoveel invloed op iemands
leven kan hebben dat normaal functioneren niet mogelijk is en
dagelijkse werkzaamheden te zwaar zijn. De creativiteit wordt
afgeremd, eigenzinnige karakters worden aan banden gelegd
en talent kan niet optimaal worden benut. Het zorgt voor per-
oratie Drent V5.indd 21 18-4-2006 16:16:13
22 | `Adembenemende contacten ...'
soonlijke drama's en kan grote sociale en financiële problemen
veroorzaken.
Mijn eerste `wetenschappelijke' publicatie betrof een reactie
op een artikel van prof. van Rood over de invloed van stress op
immuniteit en het grote belang van multidisciplinair onderzoek.
Hierin werd ingegaan op de grote invloed van allerlei prikkels op
het functioneren van het immuunsysteem. Later zou ik worden
geconfronteerd met de invloed en impact hiervan bij sarcoïdo-
sepatiënten. Een alles beheersende moeheid kan het gevolg zijn
van een overbelast, te actief functionerend immuunsysteem.
Observatie in de praktijk: moeheid
Moeheid is een vaag begrip. Hoe stel je vast dat iemand moe is?
Hoe kun je bepalen wat de invloed van moeheid is op het wel of
niet goed kunnen functioneren?
Er is tot op heden geen goede maat om moeheid vast te leggen.
Dit is niet gelukt met longfunctieonderzoek, noch met bloed-
Figuur 9 - Fatigu-o-meter ofwel moeheidmeter, geeft aan hoeveel ener-
giereserve iemand heeft.
oratie Drent V5.indd 22 18-4-2006 16:16:14
Oratie Dr. Marjolein Drent | 23
onderzoek of andere testen. Een bijkomstig probleem is dat de
patiënten er meestal niet ziek uitzien en veelal worden ze door
hun omgeving en werkgevers niet serieus genomen. Moeheid
is iets vaags, iets ongrijpbaars en tot op heden bestaat er geen
goede `moeheid' meter (figuur 9).
Voor mensen die sarcoïdose hebben is het erg van belang dat
voor moeheid een verklaring wordt gevonden en een betrouw-
bare meetmethode wordt ontwikkeld. Bij medische keuringen
is het belangrijk om met afwijkende getallen te komen, die je
kunt afzetten tegen normale waarden. Ons toekomstig onder-
zoek zal zich hierop richten.
Observatie in de praktijk: vage klachten
Bij sarcoïdose veroorzaken allerlei stoffen vrijkomend uit granu-
lomen, ofwel ophopingen van afweercellen, ontstekingachtige
reacties in het lichaam. Deze stoffen kunnen leiden tot vermin-
dering van de spierfunctie. Het uithoudingsvermogen neemt
sterk af en er kunnen allerlei vage klachten ontstaan, zoals pijn
en onrustige benen (restless legs). Soms treden ook eetstoor-
nissen op. Deze vage klachten worden keer op keer genoemd
door patiënten die zich melden op de polikliniek. Dit bleek geen
toeval, maar er was sprake van een steeds terugkerend patroon.
Overleg met de neurologen leverde eerst niet veel op, maar
uiteindelijk kwamen een aantal patiënten bij Elske Hoitsma te-
recht. Zij herkende het klachtenpatroon dat past bij een dunne
vezel neuropathie.
Het zenuwstelsel beschikt over verschillende aansturing-
systemen. De dikke ofwel willekeurige vezels zorgen voor de
motoriek. De zogenaamde dunne ofwel onwillekeurige zenuw-
vezels zijn onder andere betrokken bij het ervaren van pijn, de
temperatuurszin en de regulering van de bloeddruk. Als hier een
stoornis in ontstaan is, spreekt men van een autonome disfunc-
tie. Dit laatste verklaart voor een deel de nogal vage klachten
waaronder ook de moeheid te rekenen valt. Doordat zij geen
genoegen nam met een standaard antwoord en bereid was af
oratie Drent V5.indd 23 18-4-2006 16:16:14
24 | `Adembenemende contacten ...'
te wijken van de norm, was Elske Hoitsma instaat samen met de
patiënten en leden van het Sarcoïdose Management Team een
ontdekking te doen die grote klinische en wetenschappelijke
impact bleek te hebben getuige ook de aandacht in de interna-
tionale wetenschappelijke wereld. Deze observatie is mede tot
stand kunnen komen door een nauwe samenwerking tussen de
afdeling longziekten, neurologie en klinische neurofysiologie.
Wetenschappelijke onderbouwing
Er is een heel actief internationaal netwerk. Prof.dr. Gerry James
nam het initiatief om de WASOG (World Association of Sarcoi-
dosis and other Granulomatous Disorders) op te richten. Deze
wereldorganisatie houdt zich onder andere bezig met het sa-
menbrengen en informeren van collega's over sarcoïdose en
gerelateerde aandoeningen, opstellen van richtlijnen, het orga-
niseren van wereldcongressen en heeft ook een verdienstelijk
tijdschrift.
In 1958 organiseerde prof.dr. G. James in London het eerste we-
reldcongres over sarcoïdose. Van hem kreeg ik een uitdagende
Figuur 10 - Wetenschappelijke opdracht van prof.dr. Gerry James, grond-
legger van de WASOG.
oratie Drent V5.indd 24 18-4-2006 16:16:17
Oratie Dr. Marjolein Drent | 25
wetenschappelijke opdracht, namelijk het vinden van de oor-
zaak van sarcoïdose (figuur 10).
Door eigen onderzoek zijn we op het spoor gekomen dat
het autonome ofwel onwillekeurige zenuwstelsel regelmatig
is aangetast bij sarcoïdosepatiënten en patiënten met andere
aandoeningen waarbij het afweersysteem is betrokken. Dat
verklaart voor een groot deel de vage klachten. De basis ligt dan
weer bij de inflammatie ofwel ontstekingachtige reactie optre-
dend bij sarcoïdose en andere ziekten van het afweersysteem.
Deze bevinding geeft een nieuwe impuls aan onderzoek naar
het vinden van adequate behandelingen.
Maatschappelijke impact
Deze vaststelling is van groot maatschappelijk belang aange-
zien sarcoïdose over het algemeen bij relatief jonge mensen
voorkomt. Helaas leidt deze ziekte nogal eens tot langdurig
Figuur 11 - Het probleem van deze tijd: stress op het werk. Uit recent
onderzoek blijkt zelfs dat het zogenaamde `sick buildings syndrome' niet
het gevolg is van een slecht gebouw, maar van stress en werkdruk (Occup
Environ Med 2006; 63: 283-9).
oratie Drent V5.indd 25 18-4-2006 16:16:18
26 | `Adembenemende contacten ...'
ongewenst ziekteverzuim. Als een patiënt vervolgens aan de
keuringsarts meldt dat hij of zij moe is, te moe is om te werken,
krijgt men nogal eens het antwoord `iedereen is wel eens moe'.
Kortom ze stuiten regelmatig op onbegrip en moeten zich con-
stant verdedigen. Dit is niet alleen vervelend, maar dergelijke
stress draagt bovendien niet bij aan het herstel (figuur 11). Be-
grip van hun omgeving en vooral erkenning van het probleem
is erg belangrijk voor het genezingsproces. Bovendien is het van
belang dat patiënten zelf leren omgaan met het ziek zijn en de
beperkingen leren accepteren. Het is namelijk niet altijd moge-
lijk de aandoening adequaat te behandelen.
Adembenemende geneesmiddelen
Na het bespreken van een aantal externe oorzaken met adem-
benemende gevolgen, wil ik nu aandacht schenken aan mogelij-
ke schadelijke gevolgen van stoffen die de longen van binnenuit
via de bloedsomloop bereiken.
In de geneeskunde hebben we de beschikking over vele
geneesmiddelen. Veelal hebben patiënten meer dan één aan-
doening, waardoor verschillende medicamenten tegelijkertijd
nodig zijn. Naast het beoogde effect hebben medicijnen ook
bijwerkingen. Soms werken ze elkaar tegen, in andere gevallen
kunnen ze elkaars effecten versterken. Het Farmacotherapeu-
tisch Kompas en de bijsluiters staan hier vol mee.
Binnen longziekten kennen we ook de zogenaamde `drug-
induced' ofwel door medicijnen veroorzaakte toxische longre-
acties. Hierbij treedt een reactie op in het longweefsel (long-
parenchym), waardoor het moeilijker wordt om zuurstof op te
nemen. Qua presentatie lijkt dit sterk op de voorbeelden die ik
net heb besproken. Ook medicijnen kunnen adembenemende
gevolgen hebben. Het aantal medicijnen dat voor de long scha-
delijke effecten kan bewerkstelligen groeit iedere dag. De reden
hiervoor is voornamelijk dat men de laatste tijd meer alert is
om de link te leggen. Hier geldt bij uitstek dat het belangrijk is
om bijzondere observaties te melden en te beschrijven om zo
oratie Drent V5.indd 26 18-4-2006 16:16:18
Oratie Dr. Marjolein Drent | 27
anderen op de hoogte te stellen van mogelijke - nog niet eerder
beschreven - bijwerkingen.
Bijwerkingen geneesmiddelen in een breder perspectief
Elke dag sterven gemiddeld tien mensen ten gevolge van bijwer-
kingen van medicijnen en daarvan is de helft vermijdbaar. Dat
blijkt uit een onderzoek van het VARA/NPS programma Zembla
dat vorig jaar uitgezonden is. Jaarlijks overlijden in Nederland
totaal naar schatting 3500 tot 4000 mensen door bijwerkingen
van allerlei geneesmiddelen.
Veel wordt gedaan aan een evaluatie van eventuele bijwer-
kingen, voordat medicijnen toelaatbaar worden geacht voor
gebruik in de praktijk. Weinig onderzoek wordt echter gedaan
naar het mogelijke effect van gebruik van meerdere medica-
menten tegelijkertijd.
De farmaceutische bedrijven investeren voornamelijk in de
bijwerkingen van het product wat zij leveren. Onvoldoende
wordt meegewogen dat patiënten vaak meerdere aandoenin-
gen hebben en dus ook meerdere medicamenten gebruiken.
Deze medicijnen kunnen elkaar beïnvloeden en uiteindelijk een
toxisch effect bij de patiënt veroorzaken. Bij het bepalen of een
middel veilig is voor een patiënt, zou in de toekomst meer aan-
dacht besteed dienen te worden aan het effect van het gebruik
van combinaties van middelen. Een nauwe samenwerking tus-
sen artsen en apothekers is hier van groot belang. Maar ook de
farmaceutische industrie zou dit ter harte kunnen nemen en
overwegen meer energie te stoppen in samenwerking dan el-
kaar aftroeven met veelal vergelijkbare producten. Ook dit zou
veel financiële middelen kunnen vrijmaken en tot herstructure-
ring van development strategieën kunnen leiden.
Wetenschappelijke onderbouwing
Waarom reageert de ene persoon op bepaalde prikkels zoals
eerder geïllustreerd, of een bepaald medicijn, of een combinatie
van medicijnen met een toxische reactie in de long of elders en
oratie Drent V5.indd 27 18-4-2006 16:16:18
28 | `Adembenemende contacten ...'
de ander niet? Wat ligt daaraan ten grondslag? Is het mogelijk
om vooraf te voorspellen of iemand een risico loopt om een
dergelijke reactie te krijgen? Maar, zoniet belangrijker, is deze
reactie te voorkomen?
Om te begrijpen waarom een bepaald geneesmiddel schade-
lijk kan zijn is het belangrijk de samenstelling te weten en hoe
het medicijn in het lichaam wordt afgebroken (geklaard). Som-
mige medicijnen worden afgevoerd via de nieren (een goede
werking van de nieren is dan essentieel). Andere medicijnen
worden door bepaalde enzymen in de lever afgebroken.
Tot deze enzymen behoren de zogenaamde cytochroom
P450 (CYP 450) enzymen. Deze enzymen zijn instaat medicijnen
af te breken. Bij de meeste mensen worden geneesmiddelen
gewoon netjes afgebroken zonder dat er problemen ontstaan.
Er zijn ook mensen bij wie het systeem wat trager werkt, waar-
door het langer duurt alvorens het medicijn wordt afgebroken.
Indien hier sprake van is zou je problemen kunnen voorkomen
door de tijd tussen inname van de medicijnen te verlengen. Ook
zijn er mensen bij wie het systeem snel overbelast raakt. In dat
geval kan er sprake zijn van een erfelijk defect, bijvoorbeeld een
CYP 450 polymorfisme.
We kunnen dit onderzoeken met behulp van genetisch ma-
teriaal: DNA. Om te kunnen verklaren waarom de één wel ziek
wordt na contact met een bepaalde stof en de ander niet, kan
men bijvoorbeeld zoeken naar het bestaan van polymorfismes.
In Nederland hebben naar schatting 20 procent van de mensen
één of andere vorm van een dergelijk polymorfisme en een ver-
hoogde kans op afwijkingen.
Sherlock Holmes: `Mystery of the human DNA'
Het menselijk DNA kunt u zich voorstellen als een boek. Dit boek
heeft 23 hoofdstukken (figuur 12).
Een gen kunt u vergelijken met een alinea. Een gen codeert voor
één eiwit, dat wil zeggen beschrijft de samenstelling van een
oratie Drent V5.indd 28 18-4-2006 16:16:18
Oratie Dr. Marjolein Drent | 29
Figuur 12 - Mystery of the human DNA.
eiwit. Een mutatie of polymorfisme ontstaat als een woord fout
geschreven is of ontbreekt of is toegevoegd.
Een puntmutatie ontstaat als een letter ontbreekt of een an-
dere letter voor een bepaalde letter in de plaats komt. De weer-
gave is niet meer zoals bedoeld en de betekenis van het woord
niet meer duidelijk. U kent allemaal wellicht het probleem dat
ontstaat als je een typefout maakt in een e-mail adres. Je wordt
er direct op gewezen aangezien de server aangeeft dat de mail
niet te bezorgen is en je krijgt je bericht onmiddellijk terug!
Monitoring in de praktijk
Als een persoon een defect in het afbraaksysteem van bepaalde
medicijnen heeft, veroorzaakt dat een sterk verhoogd risico op
het ontwikkelen van schadelijke bijwerkingen. In dat geval is
het dan ook af te raden om deze medicijnen voor te schrijven
(figuur 13). In de praktijk wordt hier vreemd genoeg nog weinig
gebruik van gemaakt.
In 1993 verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Genees-
kunde een artikel getiteld: `Psychische klachten door een over-
dosering van theofylline; noodzakelijkheid van spiegelcontrole.'
Het artikel beschrijft twee patiënten met beiden een duidelijke
theofyllineintoxicatie met ernstige klinische gevolgen. Dit be-
nadrukte nog eens het belang van zorgvuldige dosering van
oratie Drent V5.indd 29 18-4-2006 16:16:19
30 | `Adembenemende contacten ...'
Figuur 13 - Farmacogenomische kennis toegepast in de medische
praktijk. Het is van belang de mensen die reageren op een bepaald
geneesmiddel met de gewenste reactie te kunnen onderscheiden van
degenen die reageren met een toxische reactie of niet reageren (Ann
Rev Pharmacol Toxicol 2001;41:101-21).
theofylline met inachtneming van een aantal factoren, welke
de serumspiegel beïnvloeden, en regelmatig controle van de se-
rumspiegel. Spiegelbepaling is namelijk noodzakelijk vanwege
de grote individuele verschillen in farmacokinetiek, de kleine
marge tussen de toxische en therapeutische spiegel, en de ern-
stige bijwerkingen. Het metabolisme van theofylline is mede
afhankelijk van cytochroom P450 enzymen. Een sterke afname
oratie Drent V5.indd 30 18-4-2006 16:16:20
Oratie Dr. Marjolein Drent | 31
van vooral de arteriële leverdoorbloeding, zoals kan optreden
bij hartfalen met als gevolg leverischemie, heeft ook nog een
vermindering van de werkzaamheid van het cytochroom P450
systeem tot gevolg. Bovendien kunnen bij het toedienen van
een combinatie van geneesmiddelen andere effecten optreden
dan bij toediening van ieder middel afzonderlijk. In 1993 hadden
we nog niet de beschikking over de techniek om aan te tonen
of er wellicht een stoornis bestond in het afbraaksysteem van
theofylline bij deze patiënten.
Ik bleef geboeid door de vraag: `hoe komt het nu dat de ene
persoon een toxische, schadelijke reactie krijgt na inname van
een bepaald geneesmiddel, een grote groep op de normale en
gewenste manier reageert en een ander niet of nauwelijks een
effect ondervindt?'
Inmiddels weten we meer over de invloed van aanleg op het
verwerken van medicijnen en vooral het mogelijk ontwikkelen
van bijwerkingen.
Toekomstperspectief
Door vooraf te bepalen of het afbraaksysteem wel voor de volle
100 procent functioneert of minder goed, kan veel leed voorko-
men worden. Met deze kennis kan vooraf het juiste doserings-
advies gegeven worden. Bij de twee beschreven patiënten had
een langdurige en kostbare ziekenhuisopname voorkomen kun-
nen worden.
In het azM is een CYP (cytochroom P450) werkgroep opge-
richt. Deze werkgroep begeleid artsen bij het voorschrijven van
de juiste dosis en combinatie van medicijnen. Het doel is dat
we de mensen die we medicijnen voorschrijven ook daadwerke-
lijk adequaat behandelen. We trachten voordat de medicijnen
worden voorgeschreven te voorspellen welke personen een ver-
hoogde kans hebben op het ontwikkelen van bijwerkingen.
In de toekomst zal het mogelijk zijn dat iemand een chipkaart
heeft met zijn/haar DNA-profiel (genetisch paspoort: link met
vingerafdruk).
oratie Drent V5.indd 31 18-4-2006 16:16:20
32 | `Adembenemende contacten ...'
Nadat de gegevens van het genetisch paspoort in een ge-
avanceerd computerprogramma zijn ingevoerd wordt haarfijn
aangegeven welke dosering van medicijnen veilig is voor die
persoon, hoe te handelen bij combinatietherapie (n.b. erg be-
langrijk aangezien het in de meeste gevallen niet aan één be-
paald medicament ligt!) en welke medicatie vermeden dient te
worden.
Er is al een heel praktische website operationeel welke deze
service verleent. Deze informatie is niet nieuw echter het is
vooral bekend bij basiswetenschappers en niet-clinici. Hier
geldt bij uitstek dat een bundeling van de kennis door middel
Checklist voor het beoordelen van potentiële rol voor farmaco-
genetica in het reduceren van bijwerkingen van geneesmiddelen:
· beschouw ieder medicament als een potentiële veroorzaker
van bijwerkingen
· controleer of het geneesmiddel door een polymorfisch enzym
wordt gemetaboliseerd
Nb: het voorkomen van polymorfismes varieert substantieel
per ras
· houdt vooral rekening met het feit dat het probleem zich vooral
kan voordoen ingeval van het voorschrijven van 2 of meer me-
dicijnen tegelijkertijd, die worden gemetaboliseerd door het-
zelfde enzym
· overweeg spiegelcontrole bij medicamenten waar bijwerkin-
gen van zijn te verwachten
Nabije toekomst:
· specifiekere preventie bijwerkingen geneesmiddelen
· genotypering voorafgaande aan het voorschrijven van genees-
middelen
· zorgvuldig individueel doseringsadvies gebaseerd op de uitslag
van de genotypering en het medicijnmetabolisme, vooral bij
combinatietherapie
oratie Drent V5.indd 32 18-4-2006 16:16:20
Oratie Dr. Marjolein Drent | 33
van samenwerking tussen clinici en niet-clinici en het overdra-
gen van nuttige kennis tot een efficiëntere en voor de patiënt
veiliger behandelplan leidt.
Dit lijkt misschien ver weg, doch dit is dichter bij dan wij den-
ken. Binnen een aantal jaren zal genotypering worden benut bij
het samenstellen van een uniek genetisch paspoort en worden
gebruikt bij het op maat voorschrijven van medicijnen in de da-
gelijkse praktijk.
Maatschappelijke relevantie
De integratie van deze technische mogelijkheden in de bege-
leiding van chronisch zieke patiënten kan enorm veel leed en
kosten besparen. Onlangs verscheen een onderzoek waarin
beweerd werd dat ongeveer 30% van de ziekenhuisopnames te
maken heeft met verkeerd medicijngebruik. Een deel daarvan
wordt ingenomen door patiënten met longafwijkingen. Voor
deze adembenemende contacten geldt bij uitstek: `voorkomen
is beter dan genezen'. Ook hier is er een belangrijke plaats voor
preventiemanagement.
Toekomstig onderzoek
Voor erkenning van een probleem dient men eerst een goede
definitie van het probleem te formuleren. Om tot een goede
definitie te kunnen komen zijn adequate meetmethodes nood-
zakelijk. Toekomstig onderzoek zal bestaan uit het zoeken naar
nieuwe meetmethodes om de problemen van patiënten beter
te kunnen vastleggen.
De overreactie van het natuurlijke afweersysteem dient te
worden gereguleerd en te worden afgeremd. Hierbij is het van
belang de oorzaak van deze overreactie te achterhalen en - in-
dien mogelijk - te elimineren.
Dit is echter niet altijd voldoende. Soms betreft het stoffen
die het lichaam niet kan afbreken, zoals aluminium en de eer-
der genoemde isolatiematerialen asbest, steenwol en glaswol
(figuur 14). Deze stoffen blijven na inademing in het lichaam
oratie Drent V5.indd 33 18-4-2006 16:16:20
34 | `Adembenemende contacten ...'
Figuur 14 - Strijd tussen een asbestvezel en een alveolaire macrofaag
(AM, ofwel opruimcel aanwezig in de long). De afgebeelde cellen en ve-
zels zijn aangetroffen in bronchoalveolaire lavage (BAL) vloeistof verkre-
gen door middel van een zogenaamde longspoeling. a) asbestvezel in de
buurt van een AM, b) de AM probeert de asbestvezel te vernietigen, c) wie
heeft er nu gewonnen: de AM of de vezel?
aanwezig en vormen een continue stoorzender. Deze vezels
kunnen allerlei schadelijke reacties teweegbrengen, voor het
lichaam schadelijke stoffen doen vrijkomen en tot oxidatieve
stress leiden. In dit geval is er behoefte aan voedingsmiddelen
en medicijnen, die instaat zijn om de schadelijke reacties in het
lichaam te onderdrukken. Dit maakt dat er met een andere blik
naar het ziekteproces gekeken dient te worden en toekomstig
onderzoek zal onder andere gericht dienen te zijn op het vinden
van adequate en bruikbare anti-oxidanten.
Behandelmogelijkheden en topreferente zorg
Er zal gezocht moeten worden naar geneesmiddelen die de ont-
stane ontsporing van het afweersysteem kunnen herstellen. De
ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen kost veel geld. Zodra
nieuwe middelen beschikbaar zijn gekomen, is het niet altijd
mogelijk ze voor te schrijven. Een voorbeeld hiervan is de kost-
bare anti-TNF-alfa therapie. Geneesmiddelen met een derge-
lijke werking hebben hun sporen al verdiend bij patiënten met
bepaalde vormen van reuma en een darmziekte, de ziekte van
Crohn. Al eerder heb ik aangegeven, dat het belangrijk is om pa-
tiënten met gecompliceerde chronische aandoeningen centraal
te registreren en de behandeling centraal te laten aansturen. Dit
mag echter niet betekenen dat het bewuste centrum, zoals het
oratie Drent V5.indd 34 18-4-2006 16:16:21
Oratie Dr. Marjolein Drent | 35
ild care centrum van het azM, verantwoordelijk wordt gesteld
voor de volledige kosten van een dergelijke behandeling tenzij
daar een apart budget voor beschikbaar wordt gesteld.
Een topreferent centrum moet niet alleen in staat zijn om de
diagnose zo adequaat mogelijk te stellen, er dient ook gelegen-
heid te zijn voor het adviseren, voorschrijven en toepassen van
de meest geschikte therapie. Vorig jaar is de budgetfinanciering
vervangen door de zogenaamde Diagnose-Behandeling-Combi-
naties (DBCs). DBCs zijn zorgproducten geleverd door de onder-
neming: het ziekenhuis. In het huidige DBC-systeem is voorzien
in de diagnostiek doch helaas is onvoldoende rekening gehou-
den met dure behandelmogelijkheden. Dure geneesmiddelen
worden niet langer apart gefinancierd, maar behoren hier ook
te worden ondergebracht.
De prijzen van nieuwe geneesmiddelen zullen per definitie
hoog zijn. De kosten van het investeren in research zullen moe-
ten worden terugverdiend. Nieuwe geneesmiddelen worden in
de meerderheid der gevallen intramuraal ofwel in ziekenhuizen
gelanceerd. Ziekenhuizen krijgen daarom vooral met de proble-
matiek van hoge kosten en onduidelijkheid rond therapeutische
en economische meerwaarde te maken. Dure geneesmiddelen
zijn onvoldoende opgenomen in het vergoedingssysteem voor
ziekenhuizen. Dit heeft in de praktijk nogal eens het gevolg dat
artsen toestemming wordt geweigerd om dergelijke middelen
voor te schrijven. Zo kunnen artsen hun zorgplicht niet opti-
maal vervullen. Bovendien is er nu een willekeur gecreëerd. De
ene zorgverzekeraar is wel bereid tot vergoeding en de ander
niet. Dat is maatschappelijk onacceptabel.
Maatschappelijke consequenties
Maatschappelijk dient bovendien een belangrijke afweging te
worden gemaakt. Indien een chronisch zieke in staat is om aan
het arbeidsproces deel te nemen met behulp van bepaalde ge-
neesmiddelen, ook al zijn deze kostbaar, kan het zijn dat deze
behandeling toch kostenbesparende gevolgen heeft. Dit is het
oratie Drent V5.indd 35 18-4-2006 16:16:21
36 | `Adembenemende contacten ...'
geval wanneer de bewuste persoon geen beroep meer hoeft te
doen op arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen. Een goede kos-
ten baten analyse zou hier op zijn plaats zijn. Dit vergt nauwe
samenwerking tussen verschillende ministeries.
Onlangs kreeg ik het verzoek van de werkgever van een pa-
tiënt om aan te geven wat de meest optimale behandeling voor
hun werknemer zou zijn. Tevens gaven ze aan onder bepaalde
voorwaarden bereid te zijn tot vergoeding. Als reden werd op-
gegeven dat zij deze werknemer zo waardeerden dat ze er alles
aan wilden doen om hem instaat te stellen zijn werkzaamhe-
den te hervatten, zelfs als dat zou inhouden het bekostigen van
op de dat moment nog niet door de zorgverzekeraar vergoede
medicatie. Inderdaad zou een dergelijke behandeling netto wel
eens kostenbesparend kunnen zijn, indien verschillende instan-
ties bereid zijn de handen ineen te slaan en bijvoorbeeld de kos-
ten voor de behandeling te delen.
Zorgverlening en voorzieningen
De complexiteit van de geneeskunde noodzaakt een steeds
meer specialistische aanpak. Artsen worden min of meer ge-
dwongen zich te beperken tot hun vakgebied. Een medisch spe-
cialist is iemand die wordt opgeleid tot het verwerpen van een
diagnose op zijn/haar vakgebied. Vaak wordt geroepen: `het is
niet cardiaal, het is niet pulmonaal' en vervolgens wordt de pa-
tiënt vertwijfeld achtergelaten. Hier is sprake van een paradox.
Er zijn steeds meer oplossingsmogelijkheden, de complexiteit
van patiëntenproblemen neemt hierdoor alleen maar toe. Het
gevolg is specialisatie. Dat betekent niet letterlijk dat de arts
geen afdwaling kan of mag maken. Bovendien is kennis van el-
kaars kunnen en samenwerking nodig bij het interpreteren van
bepaalde observaties.
Artsen zijn net een soort artiesten of kunstenaars. Een juiste
dosis koppigheid, energie en bereidwilligheid om altijd weer de
juiste samenwerking te zoeken zijn belangrijke eigenschappen.
Integriteit is belangrijk. Op die manier kan interdisciplinaire sa-
oratie Drent V5.indd 36 18-4-2006 16:16:21
Oratie Dr. Marjolein Drent | 37
menwerking de patiëntenzorg en de wetenschap verbeteren.
Het vinden van mensen die bereid zijn om er net een schepje
boven op te doen ondanks de werkdruk zal hierbij inspirerend
werken.
`Kan niet bestaat niet' heb ik al jong geleerd. Dat is iets wat
ik mezelf altijd voor ogen heb gehouden bij het streven naar op-
lossingen, niet te snel opgeven. Hierbij moet je durven af te wij-
ken van de norm, anders wordt de gezondheidszorg te star. Laat
je niet in een bepaald vakje duwen, wees bereid je zogenaamde
taak te overstijgen en mijdt de hokjesgeest. Tijdnood en pro-
ductiedwang leiden tot minder kansen om te ontdekken wat er
werkelijk speelt. Dit geldt bij uitstek voor gecompliceerde ziek-
tebeelden, waaronder interstitiële longaandoeningen, waarvan
de oorzaak niet altijd voor de hand liggend is. De begeleiding
van deze specifieke groep patiënten door inhoudsdeskundigen
kan bovendien onnodig veel kosten besparen aangezien dan
sneller doorzien wordt wat het probleem is en sneller een ad-
vies op maat gegeven kan worden. In sommige gevallen kan een
dergelijke aanpak onnodige diagnostiek voorkomen.
Om bepaalde diagnostische mogelijkheden te kunnen nala-
ten is kennis van het probleem noodzakelijk. Maar het heeft ook
een keerzijde. Men dient zorgvuldig het integraal en generalis-
tisch denken te blijven integreren in het specialistisch handelen
en benaderen van iedere patiënt met een willekeurige hulp-
vraag.
Verbetering van de zorgverlening
Een 50-jarige patiënt presenteert zich met heftige pijn op de
borst op de EHBO van een ziekenhuis. Vanwege de ernst van
de presentatie wordt de cardioloog in eerste instantie om hulp
gevraagd. Er wordt een ECG gemaakt en wat bloedonderzoek
gedaan. Dit levert geen afwijkingen op en de cardioloog stelt
de patiënt gerust, er is niets met het hart. Aangezien de patiënt
aangeeft dat de klachten bij diep zuchten toenemen wordt de
longarts in consult gevraagd. Een foto van de longen en aanvul-
oratie Drent V5.indd 37 18-4-2006 16:16:21
38 | `Adembenemende contacten ...'
lend laboratoriumonderzoek levert niets verontrustends op en
er wordt opnieuw geen verklaring gevonden voor de klachten.
De patiënt krijgt pijnstillers mee en wordt geadviseerd contact
te op te nemen met de huisarts als de klachten niet overgaan.
Uiteindelijk wordt een gespecialiseerde fysiotherapeut, een
manueel therapeut, om raad gevraagd. Deze stelt vast dat er
sprake is van een klinisch relevante blokkade van een thoracale-
ofwel borstwervel.
Wat was de hulpvraag? Is deze beantwoord? Hoe kan er sneller
een adequate diagnose gesteld worden?
Het feit dat iedereen tegenwoordig met een bepaalde `spe-
cialistische' bril naar de patiënt kijkt heeft een groot nadeel,
namelijk dat de patiënt over het hoofd wordt gezien. De één
bekijkt het hart, de volgende de longen, maar niemand kijkt
naar het geheel. Dit maakt ook dat iemand uren op de EHBO
kan doorbrengen zonder dat er een duidelijke conclusie wordt
getrokken. Het enige dat er na uren lange evaluatie en wachten
uit de bus komt is: `als het niet over gaat kunt u toch het best
naar de huisarts gaan.'
De geneeskunde heeft een enorme ontwikkeling doorge-
maakt. Vele technieken zijn ontwikkeld om een diagnose te
kunnen stellen. Eén van de belangrijkste eigenschappen van
een goede clinicus blijft het kunnen onderscheiden van `pluis'
en `niet pluis', ofwel wanneer het nodig is om verder te zoeken
en wanneer de patiënt gerustgesteld kan worden (figuur 15).
Figuur 15 - `Pluis' of niet `pluis', een belangrijke afweging voor een arts.
oratie Drent V5.indd 38 18-4-2006 16:16:22
Oratie Dr. Marjolein Drent | 39
Helaas moeten we constateren dat het ook nu niet mogelijk is
alles te doorgronden. Soms moeten we toegeven dat we het
niet kunnen vinden. Betekent dat dan dat er `niets' aan de hand
is of gewoonweg dat we met onze huidige mogelijkheden niet
in staat zijn het te vinden? Ook nu geldt nog steeds: `wat je niet
kent herken je niet' en dus als je niet weet wat je zoekt vind je
het niet. Of om met Johan Cruijff te spreken: `Je gaat het pas
zien als je het door hebt'.
Evidence based medicine
Evidence based medicine integreert vergaarde kennis uit on-
derzoek met de praktische ervaring van de clinicus. Dat laat-
ste wordt opgebouwd door een dagelijkse nieuwsgierigheid
naar het oplossen van vraagstukken en opdoen van erva-
ring. De vraag is bovendien of alle aspecten van het dagelijks
(para)medisch handelen wel wetenschappelijk te onderzoeken
zijn. De min of meer duidelijke gebieden zijn `zwart' met bewijs
dat iets niet zinvol of zelfs schadelijk is, of `wit', met bewijs dat
een behandeling de patiënt ten goede komt. Het gebied vol di-
lemma's is `grijs'.
Medische specialisten krijgen patiënten verwezen via de
huisarts naar een polikliniek of naar de spoedeisende hulp. Zij
benaderen een probleem gewetensvol, expliciet en maken oor-
deelkundig gebruik van het huidig beschikbare bewijsmateriaal.
In de praktijk betekent dit de integratie van klinische expertise
en het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch
onderzoek beschikbaar is. Zij bekijken of het patroon van de
aandoening hen bekend voorkomt. Wanneer een patroon niet
duidelijk is, moet de arts zich afvragen of het gezondheidspro-
bleem van de patiënt tot zijn of haar specialisatie behoort en of
hij of zij de meest competente professional is om dit gezond-
heidsprobleem aan te pakken.
Gezien het feit dat de arts de hoofdverantwoordelijke is
bij het opstellen van zorgplannen voor de individuele patiënt,
dient hij wat betreft de allround diagnostiek ook op de hoogte
oratie Drent V5.indd 39 18-4-2006 16:16:22
40 | `Adembenemende contacten ...'
te zijn van de competenties van andere professionals in het
netwerk waarbinnen hij functioneert. Dit geldt niet alleen voor
medici, maar zeker ook voor competente paramedici, die door
aanvullende scholing en/of klinische werkervaring op een aca-
demisch denk- en werkniveau acteren. Dit pleit, zowel in de the-
rapie, maar zeker ook in de diagnostiek voor multidisciplinaire
netwerken met een perfecte afstemming van de verschillende
professionals, gebruik makend van ieders eigen competentie.
De longarts als dé specialist van de longen, de cardioloog als
dé specialist van het hart, de reumatoloog als dé specialist van
inflammatoire aandoeningen, de neuroloog als dé specialist van
het zenuwstelsel, de orthopeed als dé specialist van het hou-
dings- en bewegingsapparaat qua statiek en operatieve tech-
nieken, de fysio/manueeltherapeut als dé specialist van het
houdings- en bewegingsapparaat in functionele zin, etc. Daar-
om zou het goed zijn als aan het team van zorgverleners be-
trokken bij de eerste opvang van patiënten op de spoedeisende
hulp en diverse poliklinieken ook een fysiotherapeut of manu-
eel therapeut zou worden toegevoegd. De toekomst vraagt om
nog betere afstemming van de zorg op de hulpvraag binnen een
nog steeds lerende organisatie.
Richtlijnen in de praktijk
In de geneeskunde is een goede dosis nieuwsgierigheid en cre-
ativiteit van essentieel belang. Uit te durven gaan van de aan-
name dat de verworven kennis wellicht niet toereikend is en dat
verder zoeken een noodzaak is, wordt niet altijd gewaardeerd.
Steeds meer wordt in de geneeskunde een soort kookboeken-
stijl gehanteerd. Richtlijnen zijn opgesteld om er een zo zorgvul-
dig en weloverwogen handelen mee te bereiken. Dat lijkt nobel,
het gevaar is echter dat men niet meer zelf nadenkt en dat de
creativiteit verloren gaat.
Ziektebeelden die gepaard gaan met interstitiële longafwij-
kingen zijn veelal zeldzaam en worden niet altijd direct herkend.
Dit vergt uitgebreide diagnostiek en een belangrijke dosis crea-
oratie Drent V5.indd 40 18-4-2006 16:16:22
Oratie Dr. Marjolein Drent | 41
tiviteit van de arts. `Wanneer is het begonnen?', `wat hebt u ge-
daan?', `waar hebt u allemaal contact mee gehad?' zijn vragen
die uitermate zorgvuldig nagegaan dienen te worden. Vragen
naar iemands beroep is niet voldoende. Blootstelling aan allerlei
stoffen, werkomstandigheden, hobby's, omstandigheden thuis
etc. ook in het verleden kunnen van groot belang zijn.
Verbeteren en optimaliseren van voorzieningen
Om de zorg te verbeteren en vergoeding voor nieuwe medicij-
nen te bewerkstelligen is samenwerking tussen patiëntenver-
enigingen, beroepsorganisaties en artsen van groot belang. Ook
in dit geval geldt dat samenwerking kan leiden tot het bieden
van een betere integrale zorg. Om gelden ook op ander ter-
rein dan alleen onderzoekssubsidies te kunnen genereren is in
Maastricht de `ild care foundation' opgericht. Het doel van de
zorg die wij artsen bieden dient aan te sluiten bij de vraag en be-
hoefte van de patiënten. Het verzorgen van second-opinions en
aanbieden van topreferente zorg schept verplichtingen. Deze
service dient aan te sluiten bij de zorgvraag. Tevens is van be-
lang de verwijzende collega's handreikingen te bieden met als
doel gezamenlijk de begeleiding van patiënten met gecompli-
ceerde aandoeningen te optimaliseren.
Door het benutten van de steeds groeiende digitale mogelijk-
heden zal nog winst behaald kunnen worden. De zogenaamde
e-consulten zullen een steeds belangrijkere plaats in gaan ne-
men bij het fungeren als tertiair referentiecentrum. Nationale
en internationale samenwerking kan hier optimaal benut wor-
den en de kosten van de gezondheidszorg verder beperken.
Rol van de overheid
Longfibrose ofwel bindweefsel of littekenvorming in de long
kan tot een zeer ernstige adembenemende situatie leiden. Een
goede behandeling met medicijnen is helaas niet voorhanden.
Longtransplantatie kan bij deze patiënten soms het enige red-
middel zijn. Als mensen het geluk hebben om voor een trans-
oratie Drent V5.indd 41 18-4-2006 16:16:22
42 | `Adembenemende contacten ...'
plantatie in aanmerking te komen kan dat hun leven 180 graden
doen veranderen. Van niets kunnen ze weer normaal functione-
ren, sporten, etc. Ze kunnen weer actief betrokken zijn bij de
opvoeding van hun kinderen en weer volledig deelnemen aan
het arbeidsproces, nadat ze letterlijk nieuwe inspiratie hebben
gekregen.
Dit brengt mij ook op een punt waar ik aandacht voor wil
vragen. In Nederland is het zo, in tegenstelling tot in België, dat
men zich als donor actief moet aanmelden. In België is men do-
nor, tenzij daar bezwaar tegen is gemaakt. Dit heeft tot gevolg
dat het donoraanbod in België hoger is dan in Nederland. Na-
drukkelijk kan de overheid hier bijdragen de zorgvoorzieningen
te optimaliseren. Maar wij, leden van de samenleving, dienen
ons te realiseren wat het betekent om iemand een nieuwe kans
te bieden en tegen iemand na een transplantatie weer te kun-
nen zeggen: `leef!'
Uitdaging
Inspiratie, respect, motivatie, inzet, gedrevenheid en passie zijn
eigenschappen die er toe doen.
Net dat beetje meer willen doen maakt het verschil. Daar-
mee komen we verder evenals met bereidheid tot samenwer-
king tussen verschillende disciplines, instituten en organisaties.
Zo kunnen we een bijdrage leveren aan het verbeteren van de
gezondheidszorg en verdiepen van de kennis.
Onderwijs
De afdeling longziekten participeert zeer gevarieerd in het curri-
culum geneeskunde en gezondheidswetenschappen en vervult
allerlei rollen en functies. Hieraan zal een extra dimensie toege-
voegd worden. Het aandachtsgebied interstitiële longaandoe-
ningen (ild) verdient een zorgvuldige verdieping en meer cen-
trale plaats binnen het vakgebied longziekten en daarbuiten.
Binnen het basiscurriculum geneeskunde wordt reeds ruim-
schoots aandacht besteed aan het verbreden van de kennis van
oratie Drent V5.indd 42 18-4-2006 16:16:22
Oratie Dr. Marjolein Drent | 43
chronische aandoeningen in het algemeen. De kennis betref-
fende ild dient hier een integraal deel van uit te gaan maken. Zo
zal het aandachtsgebied ild onder een groot relevant medisch
publiek worden verspreid. Om dit verder te bewerkstellingen
zullen studenten aangemoedigd worden en actief geworven
worden om een klinische keuzestage of een wetenschappelijke
stage te volgen. Daarnaast wordt de gelegenheid geboden om
een deel van de opleiding tot medisch specialist te volgen bin-
nen het ild care centrum in het azM. Diverse opleidingen komen
hiervoor in aanmerking. Het opleidingstraject wordt afgestemd
met allerlei beroepsorganisaties met als belangrijkste doel de
kennis op het terrein van ild bij zoveel mogelijk vakgebieden te
verbreden en vergroten. Voor het bewerkstellingen van deze
doelstelling zullen de volgende activiteiten worden voortge-
zet en verder ontplooid: 1)aanbieden keuzestages op de eerste
plaats voor medische studenten van de universiteit Maastricht,
maar ook van andere landelijke en internationale universiteiten
en hogescholen, 2) participeren aan diverse specialistenoplei-
dingen, hiervoor dienen nauwe contacten te worden gelegd
met de diverse beroepsorganisaties, en 3) verzorgen van post-
graduaat onderwijs zowel nationaal als internationaal.
Alle ingrediënten aan bod gekomen tijdens mijn betoog zijn
van belang voor de ontwikkeling van goede zorgverleners, in-
clusief medici. Ik daag daarom studenten en arts-assistenten uit
bij ons stage te komen lopen om samen met ons te trachten
deze droom de komende jaren werkelijkheid te maken.
`...If you
can
dream it,
you
can
do it...'
WALT DISNEY
oratie Drent V5.indd 43 18-4-2006 16:16:23
44 | `Adembenemende contacten ...'
Samenvatting
Zoals al eerder aangegeven is het belangrijk bij het begeleiden
van patiënten met interstitiële longaandoeningen dat je creatief
bent en vooral geen genoegen neemt met het ontbreken van
een verklaring. Blijven zoeken, je blijven afvragen hoe het kan
en desnoods op huisbezoek gaan is van groot belang. Tijdens
mijn opleiding tot fysiotherapeut heb ik integraal en holistisch
leren denken, daar ondervind ik nog steeds veel plezier van. Als
artsen hebben wij een prachtig vak. Wij zijn de detectives van
de gezondheidszorg. Geduldig en bereid zijn - indien nodig - af
te wijken van de gebruikelijke weg is essentieel. Blijven streven
naar de juiste samenwerking, niet bang zijn voor `wisselende
contacten' dat kan namelijk leiden tot oplossingen waar je eer-
der niet aan zou hebben gedacht.
Specialisatie moet niet tot kokerdenken leiden, maar juist de
kwaliteiten van generalistisch denken weten te benutten, blij-
ven streven naar het vinden van verklaringen en oplossingen, je
niet laten ontmoedigen door werkdruk. Het gaat namelijk om
iets unieks: een medemens stelt zich kwetsbaar op, heeft een
hulpvraag en het is onze taak deze zo zorgvuldig mogelijk te
beantwoorden. De patiënt zal hierbij ook op zijn of haar eigen
verantwoordelijkheid worden aangesproken. Ook al is er ogen-
schijnlijk geen oplossing dan nog kun je als zorgverlener laten
merken dat je er bent en de patiënt het gevoel geven dat hij of
zij er niet alleen voor staat.
Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor het verzorgen
van onderwijs. Studenten en artsen in opleiding dienen enthou-
siast gemaakt te worden en erop gewezen te worden dat je niet
te snel genoegen moet nemen met het ontbreken van een ant-
woord. Voor het vinden van een verklaring moet je soms ook
denken aan onverwachte mogelijkheden.
oratie Drent V5.indd 44 18-4-2006 16:16:23
Oratie Dr. Marjolein Drent | 45
Het moge duidelijk zijn dat ik trots ben op mijn vak en mijn werk
met volle inzet wil voortzetten gestimuleerd door de nieuwe
kansen mij vandaag geboden.
Figuur 16 Longarts in spe (MD).
oratie Drent V5.indd 45 18-4-2006 16:16:24
46 | `Adembenemende contacten ...'
Dankwoord
Mijn opleiders wil ik danken voor hun wijze lessen en het nog
steeds geven van waardevolle adviezen. Overleggen blijft cruci-
aal. De afgelopen jaren heb ik ontdekt dat in het azM en binnen
de UM enorm veel enthousiaste mensen werken die bereid zijn
de schouders eronder te zetten. De medewerkers van bijna alle
medische vakgroepen hebben bewezen dat multidisciplinaire
samenwerking in het azM prima kan, daarvoor hartelijk dank.
In het bijzonder wil ik de leden van het sarcoïdose management
team heel hartelijk danken!
Contacten tussen basiswetenschappers en allerlei onder-
steunende disciplines zoals de afdeling radiologie, pathologie,
klinische chemie, hematologie, elektronen microscopie, medi-
sche microbiologie, farmacologie en toxicologie hebben menig-
maal geleid tot waardevolle discussies en hebben uiteindelijk
kunnen bijdragen tot het oplossen van klinische problemen.
Daarvoor hartelijk dank! Ook alle betrokkenen buiten het azM
en de UM die hebben bijgedragen bij het tot stand komen van
de inspiererende leerstoel interstitiële longaandoeningen ben
ik zeer erkentelijk.
Mijn promovendi Ruth, Nicolle, Els, Snjezana en Elske dank
ik voor jullie doorzettingsvermogen en bijdrage aan het onder-
zoek. Agnes, Judith en Gwan zet hem op!
Professor Miel Wouters, duizendpoot, onder andere afde-
lingshoofd van de afdeling longziekten en de initiatiefnemer
voor het centrum voor chronische ziekten, mijn collega's, assi-
stenten, longfunctieassistenten, medewerkers van de afdeling
klinische neurofysiologie, verpleging, poliassistenten, secreta-
resses, en de studiebegeleiders Ester en Gé, wil ik bedanken. De
medewerkers van de AV-dienst en dienst automatisering waren
op sommige momenten onmisbaar.
Een belangrijke ontwikkeling waar ik graag even bij stil wil
staan is de steun voor de onderzoekslijn interstitiële longziek-
ten van de raad van bestuur van het azM in het bijzonder de
voorzitter drs. Guy Peeters en de faculteit van de UM vooral de
oratie Drent V5.indd 46 18-4-2006 16:16:25
Oratie Dr. Marjolein Drent | 47
decaan van de faculteit der geneeskunde, prof.dr. Harry Hillen.
Dat maakt dat het ild care centrum vanuit het azM een service
kan bieden gedragen door een brede basis. Daar ben ik ook alle
andere betrokken vertegenwoordigers zeer erkentelijk voor.
Dear international colleagues, dear mentors, dear friends,
it is a great honour and pleasure that you are present today
and did not hesitate to travel to Maastricht. I appreciate this
very much. Without your support and challenging discussions I
would not stand here today.
De patiënten die al die jaren vertrouwen hebben gesteld in
onze aanpak en ook steeds weer bereid waren om met allerlei
onderzoeken mee te doen, wil ik hartelijk danken. Ook hier geldt
bij uitstek samen komen we veel verder!
Mijn moeder, mijn vader, mijn zus jullie zijn trots op mij, maar
ik ben trots op jou mama omdat jij voor de basis van mijn op-
leiding garant hebt gestaan en er altijd voor ons was, papa aan-
gezien je me hebt gestimuleerd te vechten voor wat ik wilde en
Sylvia, omdat ondanks dat je mijn kleine zusje was, uitgegroeid
bent tot een heel sterke zelfstandige vrouw. Oma, jou dank ik
eeuwig, jij weet wel waarom...
Marjon, je hebt mijn hele ontwikkeling meegemaakt en ge-
stimuleerd. Ook na vandaag zal ik jou steun hard en hard nodig
hebben. Ons beider inspiratie zal hopelijk nog tot vele nieuwe
adembenemende contacten leiden.
Ik heb gezegd.
oratie Drent V5.indd 47 18-4-2006 16:16:25
48 | `Adembenemende contacten ...'
Appendix
Relevante websites
Waardevolle website met informatie over allerlei door medicij-
nen veroorzaakte ofwel drug-induced longziekten
www.pneumotox.com
Health&DNA. Allerlei informatie en software behulpzaam bij
het veilig voorschrijven van geneesmiddelen. Drug-drug and
drug-gene interaction software
www.genemedrx.com
Belangenvereniging longfibrosepatiënten Nederland
www.longfibrose.nl
Sarcoïdose Belangenvereniging Nederland (SBN)
www.sarcoidose.nl
World association of sarcoidosis and other
granulomatous diseases (WASOG)
www.pinali.unipd.it/sarcoid/
Afdeling longziekten azM, Maastricht
www.pul.unimaas.nl
Het ild care centrum azM en de ild care foundation
www.ildcare.eu
oratie Drent V5.indd 48 18-4-2006 16:16:25
---- --