Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Razeb van 15 en 16 mei 2006

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |12 mei 2006                         |Behand|GJ Bijl de Vroe      |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DIE-685/06                          |Telefo|070 - 348 5005       |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/8                                 |Fax   |070 - 348 6381       |
|Bijlag|                                    |gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl   |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Geannoteerde agenda van de Raad     |                             |
|t     |Algemene Zaken en Externe           |                             |
|      |Betrekkingen van 15 en 16 mei 2006  |                             |
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 15 en 16 mei 2006.

De Minister De Staatssecretaris

van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Dr. B.R. Bot Mr. Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 15 en 16 mei 2006

Algemene Zaken

Voorbereiding Europese Raad 15 en 16 juni: geannoteerde agenda De Raad zal een eerste gedachtewisseling hebben over voorbereiding van de Europese Raad van 15 en 16 juni a.s. Een meer uitgebreide voorbereiding van deze Europese Raad zal plaatsvinden in de Raad van 12 juni a.s. Het voorzitterschap wil de beraadslagingen concentreren op thema's waaruit blijkt dat de Unie daadwerkelijk luistert naar haar burgers. De Europese Raad zal in dit verband waarschijnlijk oproepen tot een voortdurende en geïntensiveerde communicatie-inspanning op alle niveaus en tot stappen om de zichtbaarheid van de Unie te vergroten. Bovendien dient de Europese Raad in de ogen van het voorzitterschap te laten zien dat de Unie in staat is concrete besluiten te nemen die tegemoet komen aan door de burgers geuite zorgen. Hiertoe heeft het voorzitterschap drie overkoepelende thema's in gedachten: 'interne en externe veiligheid' in de ruimste zin, 'meer helderheid in Europa' en behoud en ontwikkeling van een 'Europese manier van leven'. Bij veiligheid valt onder meer te denken aan asiel en illegale immigratie, de externe dimensie van JBZ en terrorismebestrijding, een sneller en effectiever antwoord van de Unie op crises, verbetering van de efficiëntie en samenhang van het externe beleid, alsmede externe betrekkingen op het vlak van energie. Onder de noemer 'meer helderheid' zullen naar verwachting onderwerpen vallen als subsidiariteit, comitologieprocedures, transparantie en betere regelgeving. Hierbij zal tevens de uitbreiding van de Unie aan de orde komen (onder andere de modaliteiten voor toetreding van Roemenië en Bulgarije, op basis van de voorziene voortgangsrapportage van de Commissie). Het is verwachtbaar dat het voorzitterschap ruimte zal willen bieden aan een bredere discussie over de uitbreiding van de Unie, een onderwerp dat Nederland al geruime tijd in de Raad geagendeerd wenst te zien. Wat betreft de 'Europese manier van leven' zal het naar verwachting gaan over duurzame ontwikkeling (duurzaamheidsstrategie) en Europa in een globaliserende wereld (vergrijzing/demografie en hoger onderwijs). De Europese Raad zal voorts waarschijnlijk ingaan op de toekomstige werkzaamheden van de Unie, waarbij hij zich, conform de opdracht van de Europese Raad van juni 2005, zal moeten buigen over de bezinningsperiode alsmede de stand van zaken rond het Grondwettelijk Verdrag en waarbij hij een besluit zal moeten nemen over verdere stappen. Tenslotte zal de Europese Raad zich naar verwachting uitspreken over een aantal onderwerpen van de internationale actualiteit.

Externe Betrekkingen

Westelijke Balkan
De Raad spreekt over het besluit van de Commissie om, vanwege de onvoldoende samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY), de onderhandelingen met Servië en Montenegro over afsluiting van een Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst (SAO) stop te zetten. Nederland steunt dit besluit, en betreurt het dat de regering in Belgrado nog steeds onvoldoende samenwerkt met het Tribunaal en opnieuw haar belofte om Ratko Mladic te arresteren niet is nagekomen. De Raad zal mogelijk eveneens spreken over de rol van de EU in Bosnië-Herzegovina en vooruitblikken naar het referendum over onafhankelijkheid dat op 21 mei aanstaande in Montenegro zal worden gehouden. Voor wat betreft het Montenegrijnse referendum hecht Nederland aan een eerlijk en transparant proces. Nederland draagt tevens bij aan de monitoringsmissie die de OVSE in de aanloop naar en tijdens het referendum ontplooit.

EU-Rusland Top
De Raad spreekt over de voorbereidingen van de EU-Rusland top die op 25 mei aanstaande in Rusland zal worden gehouden. Met Rusland zal worden gesproken over de voortgang inzake de vier gemeenschappelijke ruimten, internationale ontwikkelingen en de toekomst van de Partnerschaps-en Samenwerkingsovereenkomst (PSO) na 2007.

Nederland wil dat de nadruk van de top ligt op de concrete implementatie van de vier gemeenschappelijke ruimten met speciale aandacht voor energie. Nederland steunt het voorzitterschap in het streven om overeenstemming te bereiken over stilzwijgende verlenging van de PSO totdat een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen. Deze nieuwe overeenkomst zal in de visie van de Unie juridisch bindend moeten zijn en perspectief bieden op een verbeterde samenwerking inzake handel en economische integratie nadat Rusland is toegetreden tot de WTO. Nederland heeft bij het voorzitterschap aangedrongen op voldoende aandacht voor gemeenschappelijke waarden als democratie, mensenrechten, vrije media en 'rule of law'. Ook hoopt Nederland dat de top de lang verwachte Russische goedkeuring zal opleveren voor het EU-hulpprogramma aan de Noordelijke Kaukasus. Tot slot hoopt Nederland dat de top zal bijdragen aan concrete voortgang op het gebied van conflictoplossing in Georgië en Moldavië en betere samenwerking met Rusland op het gebied van bevordering van democratisering en mensenrechten in Belarus en Oezbekistan.

Irak
De Raad bespreekt de politieke situatie in Irak mede in het licht van de vorming van de nieuwe Iraakse regering. In april jongstleden werden een nieuwe president en parlementsvoorzitter gekozen. De sji'iet Jawad al-Maliki werd tevens als beoogd premier aangewezen. De voordracht van Al-Maliki volgde nadat de huidige premier Al-Jaafari - wiens aanblijven op verzet in binnen- en buitenland stuitte - de formatieopdracht had teruggegeven. De EU beoogt de relatie met Irak te bestendigen door het aangaan van een partnerschap met de nieuwe Iraakse regering. Nederland hoopt dat een nieuwe brede Iraakse regering in staat zal zijn de nationale eenheid te bevorderen en de geweldspiraal te keren.

Iran nucleair
De Raad bespreekt de Iraanse nucleaire kwestie met het oog op de beraadslagingen in de VN-Veiligheidsraad (VNVR). In de VNVR-Voorzittersverklaring van 29 maart jongstleden werd DG IAEA verzocht na 30 dagen te rapporteren over de mate waarin Iran aan de door de IAEA-Bestuursraad geformuleerde vereisten had voldaan. De bevindingen van dit op 28 april jongstleden verschenen rapport zijn somber. Iran heeft de gewenste maatregelen, waaronder opschorting van alle verrijkingsgerelateerde activiteiten, niet genomen. DG IAEA concludeert dat het IAEA er niet in slaagt voortgang te boeken in het streven zekerheid te verschaffen over de afwezigheid van ongedeclareerd nucleair materiaal en activiteiten in Iran. Hij noemt dit een voortdurende bron van zorg. De VNVR beraadt zich over de bevindingen van het rapport van DG IAEA.

Nederland blijft zich inzetten voor instandhouding van de internationale eensgezindheid in de VNVR zodat een voor alle zijden bevredigende diplomatieke oplossing kan worden gevonden.

Alhoewel het accent tijdens deze Raad ligt op de nucleaire kwestie, blijven de overige bekende punten van zorg onverminderd de aandacht van de Europese Unie behouden.

MOVP (Midden-Oosten Vredesproces)
De Raad bespreekt de hulpmodaliteiten ten aanzien van de Palestijnse Gebieden in het licht van zijn besluit van 10 april jongstleden. De Raad besloot de directe hulp aan de Palestijnse Autoriteit (PA) te staken zolang de regering niet aan de drie eisen van het Kwartet (erkennen van Israël, afzweren van geweld, aanvaarden van door de PLO aangegane overeenkomsten en verplichtingen, waaronder de Routekaart) heeft voldaan en hulp voort te zetten die nodig is om in de basisbehoeften van de Palestijnse bevolking te voorzien. De Raad besteedt in dat kader tevens aandacht aan Israëlische maatregelen die van negatieve invloed zijn op de levensomstandigheden van de Palestijnen en aan de verwachte convergentieplannen van de nieuwe Israëlische regering die in een (mogelijk unilaterale) Israëlische terugtrekking uit delen van de Westoever voorzien.

Afrika
De Raad bespreekt onder dit agendaonderwerp drie kwesties, te weten Soedan/Darfur, Tsjaad en de EU-Afrikastrategie.

De bespreking van de situatie in Darfur zal naar verwachting in het licht staan van de vervolgacties die voortvloeien uit het recent gesloten vredesakkoord voor Darfur. Na de ondertekening van dat akkoord op 6 mei heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking Abuja bezocht, waar de vredesbesprekingen plaatsvonden. Op uitdrukkelijk verzoek van de partijen heeft de minister voor Ontwikkelingssamenwerking toegezegd dat Nederland het wederopbouwproces zal leiden. Met de implementatie van een vredesakkoord voor Darfur ('Darfur Peace Agreement') wordt het takenpakket van AMIS aanzienlijk uitgebreid. Zo moet AMIS toezien op ontwapening van de Janjaweed door de regering en de door de partijen opgegeven posities verifiëren en op basis hiervan verschillende zones instellen waar patrouilles al dan niet gezamenlijk met de partijen moeten plaatsvinden. Om de implementatie van een vredesakkoord te ondersteunen is Nederland van mening dat EU-steun aan AMIS dient te worden voortgezet tijdens het transitieproces naar de toekomstige VN-missie. Nederland heeft hiervoor reeds 15 miljoen euro beschikbaar gesteld. Nu het vredesakkoord ondertekend zal de internationale gemeenschap waaronder de EU bij Soedan moeten blijven aandringen om een transitie van AMIS naar een VN-missie in Darfur te accepteren.

De bespreking van de recente ontwikkelingen in Tsjaad zal plaatsvinden mede in het licht van de interactie met het conflict in Darfur. In april jongstleden vond een poging tot een staatsgreep plaats die er onder andere toe leidde dat Tsjaad de diplomatieke betrekkingen met Sudan verbrak. Op 3 mei jongstleden vonden presidentsverkiezingen plaats die werden geboycot door de oppositie omdat de huidige president de grondwet heeft gewijzigd om in aanmerking te kunnen komen voor een derde termijn. De relatie tussen Tsjaad en de Wereldbank staat voorts onder grote druk vanwege een hoog opgelopen geschil over de aanwending van de olieopbrengsten. De EU heeft tijdens een troika-bezoek van 27 - 29 april jongstleden zijn bezorgdheid over de ontwikkelingen in Tsjaad kenbaar gemaakt. Daarbij is het belang van politieke oplossingen benadrukt en is nader onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor eventuele EU-steun. Op 8 mei aanstaande vindt het halfjaarlijkse EU-Afrika troika-overleg plaats in Wenen. Het voorzitterschap zal hiervan tijdens de RAZEB verslag doen. Tijdens deze troika zal onder andere worden gesproken over regionale kwesties, migratie, mensenrechtenvraagstukken en de implementatie van de EU-Afrika-strategie. Nederland is van mening dat Afrikaanse partners moeten worden betrokken bij de implementatie van de EU-Afrika-strategie.

Nepal
De Raad zal wellicht de recente ontwikkelingen in Nepal bespreken. In de afgelopen twee weken heeft de situatie zich enigszins gestabiliseerd door de concessies die Koning Gyanendra heeft gedaan. Zo is er een nieuwe premier benoemd door de politieke partijen en is het parlement in ere hersteld (eerste zitting was op 28 april jongstleden). Verder hebben de maoïsten een staakt het vuren afgekondigd voor drie maanden. De EU heeft deze ontwikkelingen in een verklaring verwelkomd. Ondanks deze ontwikkelingen is er nog geen sprake van een duurzaam stabiele situatie. Daarvoor zal een vredesproces op gang moeten worden gebracht, zal de grondwet moeten worden aangepast en zullen er op termijn verkiezingen moeten worden georganiseerd. De internationale gemeenschap zal dit proces nauw blijven volgen en daar waar nodig assistentie verlenen.

WTO/DDA (Wereldhandelsorganisatie / Doha Ontwikkelingsronde) Mogelijk zal het voorzitterschap de WTO DDA nog agenderen voor de komende RAZEB. In dat geval zal Commissaris Mandelson de ministers informeren over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen. De eerste in Hongkong gestelde deadline van 30 april is niet gehaald, maar partijen zijn gecommitteerd aan een intensivering van het proces en het behalen van overeenstemming op alle hoofdpunten uiterlijk eind juli, de laatste, tevens harde deadline. Voor Nederland is het van groot belang dat alle partijen een uiterste inspanning leveren om de deadline van eind juli te halen.

Noodsituaties en crisisbeheersing
Onder leiding van het Oostenrijkse EU-voorzitterschap is de afgelopen maanden ook aandacht besteed aan EVDB-coördinatie bij rampenbestrijding, hetgeen voortvloeit uit de wens van de EU om de coördinatie bij recente rampen zoals de tsunami in Azië, de orkaan Katrina en de aardbeving in Pakistan te verbeteren. De militaire aspecten bij rampenbestrijding hebben vooral betrekking op het tijdig beschikbaar stellen van capaciteiten, in het bijzonder van transportmiddelen. Hiertoe heeft het voorzitterschap een document opgesteld getiteld 'General Framework for the use of ESDP Transportation Assets and Co-ordination in Support of Disaster Response'. In dit document, dat eveneens op 15 mei tijdens de RAZEB ter goedkeuring aan de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken zal worden voorgelegd, wordt onder andere ingegaan op het gebruik van strategische transportmiddelen en de benutting van coördinatiecentra (het 'European Airlift Centre' en het Sealift Co-ordination Centre te Eindhoven en het 'Athens Multinational Strategic Sealift Co-ordination Centre' te Athene) ten tijde van rampen. De voorgestelde aanpak steunt sterk op de overeengekomen maatregelen in het kader van de 'Global Approach on Deployability' die ook voorziet in verbetering van de coördinatiemechanismen.

Ten aanzien van de discussie over de EVDB-bijdrage aan rampenrespons hanteert Nederland een aantal belangrijke aandachtspunten. Zo moet wat Nederland betreft het uiteindelijke doel een gemeenschappelijke, coherente en pijleroverstijgende aanpak zijn. Van belang is voorts dat er geen zogeheten "standby"-afspraken worden gemaakt, dat uitgegaan wordt van een duidelijke behoeftestelling en dat duplicatie tussen het zogeheten Operatiecentrum (tweede pijler) en het Monitoring and Information Centre (eerste pijler) moet worden voorkomen. Ook moet in dit kader worden voortgeborduurd op de ervaring van ECHO en dient aangesloten te worden bij de leidende rol voor de VN/OCHA bij rampenbestrijding. Als uitgangspunt zou wat Nederland betreft voorts moeten gelden dat bijstand zo civiel als mogelijk en zo militair als noodzakelijk moet zijn.

Civiel-militaire samenwerking
Het Oostenrijkse EU-voorzitterschap heeft een 'framework paper' opgesteld dat zich richt op praktische oplossingen voor civiel/militaire integratie op gebied van het aansturen van operaties. Dit document zal tijdens de RAZEB ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken. De regering steunt de voorstellen die in het 'framework paper' zijn opgenomen. Verbetering van de samenwerking tussen een EVDB-missie en de Europese Commissie wordt door Nederland ondersteund. Ook de coördinatie en samenwerking met andere actoren (internationale organisaties, NGOs) is in de regel van belang. De EU maakt immers meestal deel uit van een bredere internationale inspanning. Nederland zal nogmaals onderstrepen dat coherentie in de uitvoering van operaties begint met coherentie in de planningsfase, zoals ook is onderstreept in het vorig jaar aangenomen 'Concept for Comprehensive Planning'.

Security Sector Reform in de Westelijke Balkan
De EU wil een belangrijkere rol spelen op het gebied van hervorming en/of opbouw van de veiligheidssector in de landen van de Westelijke Balkan. Deze inzet levert immers een belangrijke bijdrage aan de stabilisatie en wederopbouw. De notitie van het Oostenrijkse voorzitterschap beschrijft de uitgangspunten voor de EU en de mogelijke rol voor de EU op dit gebied. Deze beleidsvorming komt ten goede aan de voorziene overdracht van belangrijke taken op het vlak van de openbare veiligheid en 'rule of law' in Kosovo van de VN naar de EU. Nederland is voorstander van een belangrijke EU-rol op dit terrein, te meer omdat de EU een aantal overheid-ondersteunende elementen samenbrengt en daarmee coherent beleid kan voeren. De veiligheidssector vormt immers een belangrijk deel van de overheid die ook onder democratische controle gebracht moet zijn. De halfjaarlijkse periodieke evaluatie van de missie zal naar verwachting begin juni door de RAZEB worden goedgekeurd. Naar verwachting zal deze evaluatie geen bijzonderheden opleveren. Tijdens de RAZEB op 21 november 2005 hebben de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken besloten om na de verkiezingen in oktober 2006 op basis van de evaluatie van november 2006 te bezien of taken van EUFOR kunnen worden gereduceerd. De commandant van EUFOR/Althea (COMEUFOR) is in het kader van 'contingency planning' reeds gevraagd hiervoor opties in detail uit te werken. Deze opties zullen waarschijnlijk dit najaar worden besproken. Besluitvorming over een eventuele reductie zijn afhankelijk van de uitkomst van de verkiezingen en de situatie na deze verkiezingen.

Over de onderwerpen EDA, militaire capaciteitsversterking en Congo wordt u separaat geïnformeerd in een brief van de minister van Defensie.


---- --