Beantwoording kamervragen over een rapport van het Roemeense Helsinki committee
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag | |Directie West- en Midden-Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |
|Datum |15 mei 2006 |Behand|Karin van den | | | |eld |Wittenboer | |Kenmer|DWM-382/06 |Telefo|070-3485351 | |k | |on | | |Blad |1/1 |Fax |070-3486233 | |Bijlag|1 |karin-vanden.wittenboer@minbu| |e(n) | |za.nl | |Betref|Beantwoording vragen van het lid Van| | |t |Dijk over een rapport van het | | | |Roemeense Helsinki Committee | |Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Dijk over een rapport van het Roemeense Helsinki Committee. Deze vragen werden ingezonden op 24 april 2006 met kenmerk 2050612190.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Atzo Nicolaï
Antwoorden van de heer Nicolaï, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van het lid Van Dijk (CDA) over een rapport van de Roemeense Helsinki Committee.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van de Roemeense Helsinki Committee over de overheidscampagne tegen "The Movement for Spiritual Integration into the absolute" (MISA)?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat personen in dienst van de overheid niet op grond van hun levensbeschouwelijke overtuiging ontslagen mogen worden?
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Bent u voornemens in Europees verband de Roemeense overheid te wijzen op het naleven van de rechten van levensbeschouwelijke minderheden?
Antwoord
In het kader van de voorbereiding van Roemenië op toetreding tot de EU worden ontwikkelingen in Roemenië met betrekking tot de politieke Kopenhagencriteria, waaronder het naleven van de rechten van minderheden, de vrijheid van godsdienst en het functioneren van de rechtstaat nauwgezet gevolgd. Zowel in EU-verband als in bilaterale contacten met de Roemeense regering staat voortgang op deze terreinen voortdurend hoog op de agenda.
In debat met het Europees Parlement stelde Europees Commissaris Rehn op 3 april jl. in het algemeen dat Roemenië significante voortgang heeft geboekt met betrekking tot de hervorming van de rechterlijke macht, met name op wetgevingsniveau, en dat het nu aankomt op verdere implementatie. De Commissie zal dit nauwgezet blijven volgen. Op 16 mei aanstaande zal het volgende voortgangsrapport van de Commissie verschijnen.
---- --